direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene wijzigingsregels
Plan: Portland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0613.BPPortland-VST2

Artikel 33 Algemene wijzigingsregels

33.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van de 'Algemene afwijkingsregels' niet kunnen worden gebouwd;
  • b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsvlakken, bouwgrenzen en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10 m mag worden verschoven én de vergroting van het vlak niet meer dan 10% bedraagt;
  • c. het schrappen of wijzigen van de gegeven bestemming 'Waarde - Archeologie en Archeologie 1' indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd behoeft te blijven;
  • d. het wijzigen van de bestemming 'Groen' in de bestemming 'Verkeer' indien dit noodzakelijk wordt geacht om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen in de omgeving dan wel in de bestemming 'Tuin' of 'Wonen' indien dit past in het gemeentelijk groenbeleid.
33.2 Wijzigingsgebieden

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied - 1'in de bestemming grootschalige recreatieve bebouwing, bij een goed ontsloten toegang tot het recreatiegebied het Buijtenland van Rhoon, mits:
    • 1. het een recreatieve functie betreft ondersteunend aan het recreatiegebied het Buijtenland van Rhoon, zoals restaurant, camping, hotel, wellnesscentrum, kinderboerderij, outdoorcentrum, en manege(faciliteiten). Medegebruik voor ondergeschikte functies kan worden toegelaten, mits passend bij de hoofdfunctie;
    • 2. vooraf door de gemeente in overleg met de provincie een beeldkwaliteitsplan wordt opgesteld waarin eisen worden opgesteld aan:
      • de op te richten bebouwing;
      • de landschappelijke inpassing;
      • de landschappelijke inpassing van de aan te leggen verbinding voor (auto)verkeer.
    • 3. vooraf een inrichtingsplan is opgesteld waaruit blijkt dat:
      • een bijdrage wordt geleverd aan de recreatieve en landschappelijke doelstellingen voor de omliggende recreatiegebieden Koedoodzone en het Buijtenland van Rhoon;
      • voldaan wordt aan de eisen die het beeldkwaliteitsplan stelt.
    • 4. een ontwerpbesluit tot wijziging kan pas worden genomen, mits de Provinciale Verordening Ruimte bovengenoemde ontwikkeling mogelijk maakt.

  • b. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-2' in de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen', mits:
    • 1. de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - cateringbedrijf' wordt geschrapt;
    • 2. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd;
    • 3. maximaal vijf woningen worden toegevoegd;
    • 4. de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 7 m en 11 m;
    • 5. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 33.3.
33.3 Toetsingskader

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 33.2 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen (zie plantoelichting voor nadere beschrijving):

  • a. luchtkwaliteit;
  • b. wet Geluidhinder;
  • c. voldoende parkeergelegenheid;
  • d. mobiliteitstoets;
  • e. bodemkwaliteit;
  • f. watertoets;
  • g. archeologie;
  • h. externe veiligheid, inclusief QRA voor de afweging van het groepsrisico;
  • i. ecologie, toetsing flora- en faunawet;
  • j. economische uitvoerbaar en kostenverhaal.