direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene wijzigingsregels
Plan: Groene Kruisweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0613.BPGrKrwegMetro-VST1

Artikel 29 Algemene wijzigingsregels

29.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van de 'Algemene afwijkingsregels' niet kunnen worden gebouwd;
  • b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsvlakken, bouwgrenzen en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10 m mag worden verschoven én de vergroting van het vlak niet meer dan 10% bedraagt;
  • c. het schrappen of wijzigen van de gegeven bestemming 'Waarde - Archeologie t/m 4' indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd behoeft te blijven;
  • d. het wijzigen van de bestemming 'Groen' in de bestemming 'Verkeer' indien dit noodzakelijk wordt geacht om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen in de omgeving dan wel in de bestemming 'Tuin' of 'Wonen' indien dit past in het gemeentelijk groenbeleid.
29.2 Wijzigingsgebieden

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-1' in de bestemmingen 'Maatschappelijk', 'Verkeer' en/of 'Water' ten behoeve van een maatschappelijke functie in het groen, mits:
    • 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van:
      • een bijzondere gebouw (parkjuweel) ter markering en versterking van de groene entreezone;
      • een ingetogen gebouw, ruimtelijk ondergeschikt aan de kerk;
    • 2. de grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van het gebouw niet meer bedraagt dan 1.000 m2;
    • 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
    • 4. een geluidsgevoelige functie zoals een school uitsluitend is toegestaan indien voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
    • 5. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3.

  • b. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-2' in de bestemming 'Maatschappelijk', met de aanduiding 'begraafplaats' ten behoeve van een uitbreiding van de bestaande begraafplaats.

  • c. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-3' in de bestemmingen 'Bedrijf' of 'Kantoor' ten behoeve van een uitbreiding van de bestaande functie dan wel bij bedrijfsbeëindiging naar een kantoorfunctie, mits:
    • 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van stedenbouwkundige en landschappelijke versterking voor het metroplein en zijn omgeving;
    • 2. de totale grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van de gebouwen niet meer mag bedragen dan 4.000 m2;
    • 3. het aanbod aan kantoren en/of bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
    • 4. de afstand van gebouwen tot de kerk tenminste 125 m bedraagt;
    • 5. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m waarbij de bebouwing ten opzichte van de kerk trapsgewijs van 1 of 2 naar 4 bouwlagen mag worden gebouwd, dit met inachtneming dat de bouwhoogte ten opzichte van de kerk, naar mate de afstand tot de kerk groter wordt, geleidelijk kan toenemen.
    • 6. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3.

  • d. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-4' in de bestemmingen Kantoor indien de functie van politiebureau ter plaatse wordt beëindigd, mits:
    • 1. het bouwvlak niet wordt vergroot;
    • 2. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 10 m;
    • 3. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3.

  • e. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied-5' in de bestemmingen 'Bedrijf' of 'Kantoor' alsmede 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer - verblijfsgebied' en 'Water' ten behoeve van een herontwikkeling naar bedrijvigheid en/of kantoren, mits:
    • 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van bedrijven of kantoren in een groene omgeving;
    • 2. het bouwplan past in een gebiedsvisie voor de omgeving Kruisdijk-West met een aantoonbare versterking van het groene karakter gezien vanuit de Groene Kruisweg;
    • 3. het totale toe te voegen brutovloeroppervlak in het gehele wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 20.000 m2 waarvan ten hoogste 9.500 m2brutovloeroppervlakte aan kantoren;
    • 4. zelfstandige kantoren uitsluitend zijn toegestaan binnen een zone van 300 m van het metrostation;
    • 5. het aanbod aan kantoren en/of bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
    • 6. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
    • 7. bedrijven tot en met milieucategorie 4 mogen worden toegestaan mits ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
    • 8. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3;
    • 9. een gefaseerde toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is toegestaan.

  • f. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-6' in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer - verblijfsgebied' en 'Water' ten behoeve van een herontwikkeling naar bedrijvigheid en/of kantoren, mits:
    • 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van bedrijven in een groene omgeving;
    • 2. het bouwplan past in een gebiedsvisie voor de omgeving Kruisdijk-Oost met een aantoonbare versterking van het groene karakter gezien vanuit de Groene Kruisweg;
    • 3. de totale uitbreiding aan grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van het de gebouwen in het gehele wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 5.000 m2 ;
    • 4. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
    • 5. het aanbod aan bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
    • 6. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
    • 7. bedrijven tot en met milieucategorie 4 mogen worden toegestaan mits ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
    • 8. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3;
    • 9. een gefaseerde toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is toegestaan.

  • g. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-7' in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Groen', 'Tuin' en 'Water' ten behoeve van een herontwikkeling en/of herinrichting, mits:
    • 1. de aanduiding 'opslag' wordt geschrapt;
    • 2. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat het groene karakter van het perceel wordt versterkt;
    • 3. de situering en omvang van bouwvlakken mag worden gewijzigd mits dit niet leidt tot een toename van het bebouwde oppervlak;
    • 4. de hoogte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan twee bouwlagen met kap;
    • 5. ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
    • 6. het bepaalde in lid 29.3 overeenkomstig van toepassing is.

  • h. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-8' in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Cultuur en ontspanning', 'Groen', 'Horeca', 'Bedrijf - Opslag', 'Tuin', 'Verkeer - verblijfsgebied' en 'Water' alsmede 'Recreatie' zoals bedoeld in Bijlage 2 behoeve van een herontwikkeling naar bedrijfs- en/of recreatiegebied, mits:
    • 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van bedrijvigheid of functies in een groene en landelijk omgeving;
    • 2. uitgangspunt is een functionele invulling gericht op bedrijven in het groen dan wel een recreatieve functie (sport) en/of hotel;
    • 3. uit een verkeerskundig onderzoek moet blijken dat een verkeersveilige ontsluiting van het wijzigingsgebied gewaarborgd is;
    • 4. op eigen terrein in parkeerbehoefte wordt voorzien;
    • 5. kantoren uitsluitend mogen worden gebouwd voor zover:
      • kleinschalige zelfstandige kantoren tot een brutovloeroppervlak van maximaal 1.000 m2 per vestiging;
      • kantoren met een lokaal verzorgingsgebied, zoals gemeentehuizen en bankfilialen;
      • bedrijfsgebonden kantoren met een brutovloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale brutovloeroppervlak en minder is dan 2.000 m2;
    • 6. het aanbod aan bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
    • 7. in de toelichting een verantwoording bevatten waarbij de behoefte aan nieuw bedrijven- en zeehaventerrein als gevolg van de vervangings- en uitbreidingsvraag wordt onderbouwd. Ook moet worden onderbouwd waarom deze behoefte niet kan worden ondervangen door herstructurering of intensivering van bestaande terreinen, of het benutten van ruimte op bedrijventerreinen elders in de regio;
    • 8. het bouwplan past in een gebiedsvisie voor de omgeving Achterdijk- Kleidijk met een aantoonbare versterking van het groene karakter gezien vanuit de Groene Kruisweg en aansluiting wordt gezocht bij de noordzuid lopende goenstructuur;
    • 9. het bestaande karakter van de Achterdijk - Kleidijk dat zich kenmerkt door groene voorkanten en een landelijke omgeving behouden blijft;
    • 10. de totale uitbreiding aan grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van het de gebouwen in het gehele wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 4.000 m2 ;
    • 11. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
    • 12. bedrijven tot en met milieucategorie 4 mogen worden toegestaan mits ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
    • 13. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3;
    • 14. een gefaseerde toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is toegestaan.

  • i. het wijzigen van het toegestane grondoppervlakte en/of brutovloeroppervlak aan kantoren bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid c (wijzigingsgebied 3) indien na herontwikkeling van wijzigingsgebied 5 blijkt dat er nog ontwikkelingsruimte voor kantoren over is, mits:
    • 1. de toename van het toegestane grondoppervlakte en/of brutovloeroppervlakte aan kantoren niet meer bedraagt dan het niet benutte deel binnen wijzigingsgebied 5 (9.500 m² - de toegestane oppervlak na wijziging van de bestemming in wijzigingsgebied 5);
    • 2. voor het overige de voorwaarden als bedoeld in lid c onverkort van toepassing blijven.

29.3 Toetsingskader

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 29.2 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen (zie plantoelichting voor nadere beschrijving):

  • a. luchtkwaliteit;
  • b. voldoende parkeergelegenheid;
  • c. mobiliteitstoets;
  • d. bodemkwaliteit;
  • e. watertoets;
  • f. archeologie;
  • g. externe veiligheid, inclusief QRA voor de afweging van het groepsrisico;
  • h. ecologie, toetsing flora- en faunawet;
  • i. economische uitvoerbaar en kostenverhaal.