Plan: | Halfweg-Molenwatering 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0612.BP00040-4001 |
In de periode 2010-2020 realiseert de gemeente Spijkenisse haar laatste grote bouwprojecten. Het accent komt steeds meer te liggen op het bouwen in de stad in plaats van het bouwen aan de (randen van de) stad. In de Structuurvisie formuleert het gemeentebestuur een samenhangende visie op de ruimtelijke en functionele ontwikkeling van Spijkenisse, met aandacht voor het maatschappelijk functioneren van de stad. Bouwprojecten in de stad zijn over het algemeen complexer dan bouwprojecten in het onbebouwde buitengebied. Ze zijn zeer arbeidsintensief, hebben meer risico's en hangen samen met diverse maatschappelijk functies in de stad. Vaak spelen er verschillende belangen. Herstructurering binnen het stedelijk gebied vraagt daarom om een brede benadering. Een structuur- visie is daarbij gewenst. Daarnaast verplicht de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) gemeenten een structuurvisie op te stellen.
Vertrekpunt
De Structuurvisie geeft de ruimtelijke en functionele ontwikkeling in Spijkenisse op hoofdlijnen weer. De visie is het uitgangspunt voor de politieke agenda. Geen dichtgetimmerd eindplan, maar het vertrekpunt van de gemeente voor gesprekken met hogere overheden, marktpartijen en partners om ontwikkelingen en investeringen in de stad te initiëren. Uiteraard kunnen verschillende accenten en prioriteiten in deze visie worden aangebracht bij toekomstige wijzigingen in inzichten.
Communicatiemiddel
De structuurvisie dient ook als communicatiemiddel. Bijvoorbeeld om duidelijk te maken welke kern- kwaliteiten Spijkenisse heeft en welke kansen er zijn om deze kwaliteiten verder te versterken. De, in de structuurvisie vastgelegde, ruimtelijke en functionele ontwikkeling op hoofdlijnen, krijgt de verdere uitwerking in de bestemmingsplannen.
De Structuurvisie biedt negen punten voor de politieke agenda van het gemeentebestuur van Spijkenisse: ideeën voor verbeteringen in negen gebieden. Met deze visie kan de gemeente in gesprek met hogere overheden, marktpartijen en instellingen om ontwikkelingen en investeringen in de stad te initiëren.
Agendapunt 2: Stadsentree West verbeteren
De ontwikkelingen rond het aanleggen van de tweede Maasvlakte en de verbreding van de A15 bieden diverse kansen voor bedrijven. Nieuwe bedrijven kunnen zich in Spijkenisse vestigen. Bestaande bedrijven kunnen zich verplaatsen of uitbreiden. Stadsentree West wordt de werkentree van Spijkenisse. De representatieve uitstraling van de bedrijven aan de Hartelweg is daarom van groot belang. Deze bedrijven bepalen het beeld van Spijkenisse voor mensen die vanaf deze kant de stad binnenkomen.
Het beeld van de openbare ruimte en architectuur aan weerszijden van de Groene Kruisweg verbeteren. De harde overgang van het polderlandschap naar bedrijfsgebouwen verzachten. De bedrijven aan de randen en de groenstructuur moeten beter passen bij het polderlandschap.
Uitsnede gemeentelijke structuurvisie Spijkenisse (agendapunt 2)
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is afgesproken dat de gemeenten tussen 2003 en 2006 op grond van de stedelijke wateropgave en rekeninghoudend met de reeds beschikbare (stroom) gebiedsvisie, eigen waterplannen opstellen. Om uitvoering te geven aan dit akkoord heeft de gemeente samen met de waterbeheerders in het gebied een waterstructuurplan opgesteld voor het gemeentelijk grondgebied binnen de hoofdwaterkeringen.
De analyse van het waterstructuurplan gaf aan dat het watersysteem in Spijkenisse knelpunten kende. Zonder maatregelen zou in het licht van klimaatverandering, zeespiegelrijzing en bodemdaling, als mede verdere verstedelijking, deze situatie verergeren volgens dit rapport. In de jaren hierna is vooral in Spijkenisse Noord extra aandacht geschonken aan enerzijds het vergroten van de waterberging en anderzijds het verbeteren van de afvoermogelijkheden van overtollig oppervlaktewater uit dit gebied. Inmiddels voldoet Spijkenisse aan de gestelde eisen.
In het tweede en derde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) lag het accent vooral op het realiseren van de zogenaamde “basisinspanning” waarmee een vuilemissiereductie van 50% diende te worden bereikt van overstortend rioolwater op oppervlaktewater. De maatregelen vonden hun basis in het uitvoeren van een tweesporenbeleid. Enerzijds werd het maatregelenpakket in het kader van het emissiespoor (riolering) uitgevoerd, anderzijds moest dit bereikt worden door het uitvoeren van maatregelen in het kader van het waterkwaliteitsspoor (oppervlaktewater). Deze laatstgenoemde maatregelen waren overigens ondergebracht in het Stedelijk Waterplan Spijkenisse welke in samenwerking met de waterbeheerders onder de vlag “IJsvogelprojecten” werden uitgevoerd. Doel was het bereiken van biologisch gezond oppervlaktewater in het stedelijk gebied van Spijkenisse. Inmiddels is het volledige maatregelenpakket uitgevoerd en is uit een grootschalig, door het waterschap Hollandse Delta, uitgevoerd onderzoek naar voren gekomen dat de kwaliteit van het stedelijk water een aanzienlijke verbetering heeft ondergaan en dat gesproken kan worden van een succesvol verlopen uitvoerings- programma.
In het vigerende en eerste “verbrede” GRP 2009 – 2013 wordt verder invulling gegeven aan het terugdringen van de vuillast op oppervlaktewater door het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering en de afvoer hiervan naar oppervlaktewater. Bovendien dragen de in het GRP opgenomen Kader Richtlijn Water (KRW) -maatregelen hun steentje bij om de kwaliteit van het oppervlaktewater nog verder te verbeteren.
Daarnaast wordt in het kader van de wet “Verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken” aandacht besteed aan de gemeentelijke zorgplicht voor grondwater. In deze planperiode wordt een peilbuizen meetnet opgezet en zal uit inventarisatie moeten blijken op welke plaatsen binnen het stedelijk gebied knelpunten te verwachten zijn.
Algemeen
In het kader van het landelijk project "Duurzaam Veilig" is in 1999 voor geheel Spijkenisse een weg- categorisering opgesteld, waarin alle wegen en straten die in beheer zijn bij de gemeente zijn geclassificeerd als 'verkeersader' (gebiedsontsluitingsweg) of 'verblijfsgebied' (erftoegangsweg). Verblijfsgebieden hebben geen functie voor het doorgaande verkeer en worden ingericht als 30-kilometerzone.
Wegcategoriseringsplan (1999)
In het wegcategoriseringsplan zijn de wegen in een aantal categorieën ingedeeld. De zogenoemde gebiedsontsluitingswegen hebben een functie voor een vlotte en veilige afwikkeling van het autoverkeer in de gemeente, de doorstroming staat voorop. De overige wegen behoren tot de categorie erftoegangswegen, waar de ontsluiting en verblijfsfunctie voorop staat. Dit zijn de wegen die als 30-kilometerzone worden ingericht.
Ontsluitingswegen binnen het plangebied
Binnen het bestemmingsplangebied Halfweg Molenwatering is in principe het 50 km regime aan de orde. Voor een bedrijventerrein is het niet reëel om voor deelgebieden een verblijfsfunctie aan te geven. De ontsluitingswegen waaraan de bedrijven zijn gesitueerd hebben primair een verkeersfunctie, gericht op doorstroming.
Het plangebied 'Halfweg-Molenwatering 2013' wordt zowel in de provinciale structuurvisie als in de gemeentelijke nota's aangeduid als bestaand werkgebied. In het plangebied is sprake van een conserverende situatie welke in dit geactualiseerde bestemmingsplan wordt vastgelegd. De consolidatie van het bestaande bedrijfsgebied past binnen het voorgestane beleid van de verschillende schaalniveaus.