direct naar inhoud van 6.7 Natuurtoets
Plan: Vogelenzang 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00034-4001

6.7 Natuurtoets

Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 of de Flora -en Fauna wet de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen.

6.7.1 Natuurbeschermingswet

In Nederland hebben veel natuurgebieden een beschermde status onder de Natuurbeschermingswet gekregen. Daarbij kunnen drie categorieën beschermingsgebieden worden onderscheiden:

• Natura 2000-gebieden

• Beschermde natuurmonumenten

• Wetlands

Onder Natura 2000-gebieden vallen de gebieden die op grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn aangewezen. Voor al deze gebieden gelden instandhoudingsdoelen. De essentie van het beschermingsregime voor deze gebieden is dat deze instandhoudings- doelen niet in gevaar mogen worden gebracht. Deze instandhoudingsdoelen zijn terug te vinden in de aanwijzingsbesluiten. Om dit toetsbaar te maken, kent de Natuurbescherming wet 1998 voor projecten en andere handelingen (zowel bestaand als nieuw) die gevolgen voor soorten en habitats van de betreffende gebieden zouden kunnen hebben, een vergunningplicht.

Het plangebied valt buiten de Natura 2000 gebieden en wetlands, en bevat geen beschermde natuur- monumenten.

6.7.2 Flora- en faunawet

In de Flora- en faunawet is het soortenbeschermingsdeel van de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn geïmplementeerd evenals het CITES-verdrag. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten.

Het plangebied valt grotendeels buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ten noordwesten van en deels in het plangebied bevindt zich de Vierambachtenboezem en de polder Heenvliet, welke deel uit maken van de EHS.

6.7.3 Park Vogelenzang

In het noordelijke gedeelte van het plangebied bevindt zich het park Vogelenzang. Dit park Vogelenzang moet in samenhang gezien worden met het Mallebos en het Vierambachtenboezemgebied. In zijn geheel is dit gebied te beschrijven als een zeer nat, tot vochtig bos met drassige grasvlakten en vormt een belangrijke biotoop voor verschillende vogel -, en amfibie- soorten.

Biologische waarden

Het park bestaat uit bosbouwachtige percelen afgewisseld met open grasachtige percelen. De bomen en heesters zijn inheems en zijn voornamelijk populier, els, wilg, es en hazelaar. Vanwege de bosachtige structuur en de open ruimten is het park een goede biotoop voor diverse zang - en roofvogels, zoals kneu, putter, wielewaal en buizerd. De grote open grasachtige percelen, zijn vrij drassig en vormen daardoor een aantrekkelijke biotoop voor vochtminnende planten – en diersoorten, zoals amfibieën. In 1992 is het park geschikt gemaakt voor grote grazers. Daarbij zijn bepaalde watergangen verdiept en kregen andere flauwe taluds. Door de verstoring en bemesting als gevolg van de begrazing is de ecologische waarde afgenomen.

6.7.4 Conclusies en aanbevelingen

Binnen het plangebied zullen geen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, die kunnen leiden tot negatieve effecten voor de aangwezige Habitattypen en -soorten. De aanwezige waarden in het park Vogelenzang worden door het conserverende karakter van het plan beschermd.

Voor de invullocatie aan de Symfonielaan geldt eveneens dat niet te verwachten is dat voor dit kleine binnenstedelijke project natuurwaarden in het geding zullen komen.