Schenkel-Groenewoud

6.1 Bedrijven en milieuhinder

6.1.1 Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering wordt verstaan het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast.

Voor de afstemming tussen functies kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand.

De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden.

De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is. Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype rustige woonwijk:

Milieucategorie	Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk	Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied
1	10 m	0 m
2	30 m	10 m
3.1	50 m	30 m
3.2	100 m	50 m
4.1	200 m	100 m
4.2	300 m	200 m
5.1	500 m	300 m
5.2	700 m	500 m
5.3	1.000 m	700 m
6	1.500 m	1.000 m

Hiernaast gelden ten aanzien van bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, de Wet milieubeheer en haar uitvoeringsbesluiten als toetsingskader voor de toegestane bedrijfshinder.

Bedrijven

In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen of gewenst zijn wordt niet gewerkt met de systematiek van richtafstanden en afstandsstappen maar wordt gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) 'voor milieubelastende activiteiten' die gebaseerd is op de hiervoor genoemde VNG-publicatie. In deze staat wordt met een categorie indeling in zes categorieën aangegeven in welke mate een bedrijfsactiviteit direct naast woningen toelaatbaar is. Hiervoor in hoofdstuk 3.4.5 wordt een nadere toelichting gegeven op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de SvB'.

Horeca

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen horeca-activiteiten als milieubelastende functie en gevoelige functies mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering voor horeca-activiteiten. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een aantal categorieën die uitgesplitst zijn in de begripsbepaling "horeca'. In deze categorieën zijn de horeca-activiteiten gerangschikt naar mate van potentiële milieubelasting. Hierin in zijn de volgende vier categorieën te onderscheiden:

horeca 1

"lichte horeca": Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. Het is qua exploitatie aan detailhandelsfunctie verwante horeca die in de praktijk nauwelijks van de eigenlijke detailhandel kunnen worden onderscheiden, zoals ijssalons, cafetaria's, snackbars en dergelijke. Als verdere lichte horeca vallen hieronder ook restaurants.

horeca 2

"middelzware horeca": Bedrijven die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: cafés, bars e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals gebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen.

horeca 3

"zware horeca": Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts moeten zijn geopend en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen (verkeersaantrekkende werking, daarmee gepaard gaande hinder op straat en parkeeroverlast): dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.

horeca 4

'hotel”: Bedrijven die gericht zijn op het verstrekken van logies, zoals hotels en pensions.

In het plangebied zijn alleen de categorieën horeca 1 en 2 toegestaan.

6.1.2 Onderzoek bedrijven

Uitgangspunten milieuzonering

Omdat in de huidige situatie bedrijven en milieugevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen en in het consoliderende plan niet voorzien is in een wijziging van deze situatie, wordt gebruikgemaakt van de SvB 'milieubelastende activiteiten'. Bij de milieuzonering wordt rekening gehouden met richtafstanden.

Uitwerking milieuzonering

De bedrijven zijn aanwezig in gebieden waar in enige mate sprake is van gemengde functies. Het betreffen locaties waar enkele bedrijven aanwezig zijn. Praktisch alle bedrijven zijn gelegen in de directe nabijheid van woningen. Ter plaatse worden dan ook bedrijven uit maximaal categorie 2 van de SvB 'milieugevoelige functies' toelaatbaar geacht. Ook binnen de bestemming 'Centrum' worden bedrijven uit categorie 1 en 2 van de SvB algemeen toelaatbaar geacht.

Inventarisatie toegelaten bedrijven

De in het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de SvB 'milieubelastende activiteiten'. Binnen het plangebied vinden geen grootschalige bedrijfsactiviteiten plaats. De enige relevante bedrijfsactiviteit is de bedrijfsbestemming op de hoek van de Beukenlaan-Hazelaarstraat. Op deze bedrijfsbestemming is een garagebedrijf gevestigd met een (LPG) tankstation en een wasstraat. Deze activiteiten zijn ingedeeld in de categorie 4.1 van de Richtafstandenlijst van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering waardoor het bedrijf valt in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar wordt geacht De grootste richtafstand van deze activiteit is voor het aspect gevaar (200 m). Dit vanwege de LPG-tankinstallatie. Aan deze richtafstand wordt niet voldaan.Op het aspect gevaar van dit bedrijf wordt ingegaan bij de beschouwing van het aspect externe veiligheid van deze toelichting. Voor de aspecten geluid en geur geldt voor deze activiteit richtafstanden van 30 m. Ook aan deze richtafstanden wordt niet voldaan. Omdat deze bedrijfsactiviteit een bestaande situatie is, heeft dit bedrijf een specifieke aanduiding voor een garagebedrijf met (LPG) tankstation. Bij wijziging van de bedrijfsactiviteiten zijn alleen activiteiten tot en met categorie 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten voor milieubelastende activiteiten toelaatbaar.

Verder zijn in het plangebied enkele maatschappelijke functies gevestigd waaronder een ziekenhuis. Deze activiteiten zijn ingedeeld in categorie 2 met een grootste richtafstand van 30 m voor geluid. De afstand tussen deze bestemming en de bestemming wonen bedraagt meer dan 30 m zodat deze activiteiten toelaatbaar zijn.

Inventarisatie relevante bedrijfsactiviteiten buiten het plangebied

Buiten het plangebied zijn een aantal bedrijfsmatige activiteiten aanwezig die mogelijk van invloed kunnen zijn op het plangebied.

Ten noorden van het plangebied ligt het bedrijventerrein Schenkel op een afstand van 45 meter tot de bebouwing van het plangebied. Volgens de regels van het bestemmingsplan ter plaatse (bestemmingsplan Groenoord Driehoek) van dit bedrijventerrein mogen zich op dit terrein allen bedrijven gevestigd zijn in de categorie 2 en lager met een grootste richtafstand van 30 m. Hierdoor zijn deze bedrijfsactiviteiten toelaatbaar voor de woonfunctie van het plangebied.

Ten zuid-oosten van het plangebied is op ca 260 m aan de Papendijk een aardgaswinningsinstallatie van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. gevestigd. Deze installatie is niet voorzien van een gasbehandelingsinstallatie. Deze behandeling van het gewonnen aardgas vindt (na transport met een buisleiding; zie externe veiligheid) in Barendrecht plaats. Volgens de Richtafstandenlijst van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering is een aardgaswininstallatie ingedeeld in categorie 5.1 met een grootste richtafstand van 500 m voor geluid. In de Richtafstandenlijst is echter uitgegaan van een aardgaswininstallatie met gasbehandelingsinstallatie. Een gasbehandelingsinstallatie van een aardgaswininstallatie levert de grootste geluidemissie op. Aangezien in deze aardgaswininstallatie geen gasbehandeling plaatsvindt, is het realistischer om de toetsingsafstand voor geluid van een aardoliewinput toe te passen. Deze richtafstand bedraagt 200 m. Aan deze richtafstand wordt voldaan.
De daarna grootste afstand voor aardgaswininstallaties is de richtafstand voor veiligheid: deze bedraagt 200 m. Aan deze richtafstand wordt voldaan waardoor de woonfunctie van het plangebied toelaatbaar is ten opzichte van deze bedrijfsactiviteit.

Ten oosten van deze aardgaswinningsinstallatie is op ca 335 m van het plangebied een rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Papendijk gevestigd. Deze rioolwaterzuiveringsinstallatie heeft een capaciteit van iets meer dan 100.000 i.e.. Een rioolwaterzuiveringsinstallatie met een dergelijke capaciteit valt binnen de categorie 4.2 met een grootste richtafstand (voor geur) van 300 m. Aan deze richtafstand wordt voldaan waardoor de woonfunctie van het plangebied toelaatbaar is ten opzichte van deze bedrijfsactiviteit.

Ten zuiden van het plangebied is aan de Maaswijkweg een garagebedrijf gevestigd met een (LPG) tankstation en een wasstraat. Deze activiteiten zijn ingedeeld in de categorie 4.1 van de Richtafstandenlijst van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering waardoor het bedrijf valt in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar wordt geacht De grootste richtafstand van deze activiteit is voor het aspect gevaar (200 m). Dit vanwege de LPG-tankinstallatie. Aan deze richtafstand wordt niet voldaan: de afstand tussen dit tankstation en de bestemming wonen bedraagt 42 m. Op het aspect gevaar van dit bedrijf wordt ingegaan bij de beschouwing van het aspect externe veiligheid van deze toelichting. Uit deze toelichting blijkt dat voor het aspect geen belemmeringen zijn om het bestemmingsplan vast te stellen. Voor de aspecten geluid en geur geldt voor deze activiteit richtafstanden van 30 m. Aan deze richtafstanden wordt voldaan.

Ten zuiden van het plangebied (in de hoek die het plangebied maakt) ligt op ca 65 m vanaf de bestemming 'gemengd' (waaronder een woonfunctie) aan de Schenkelweg een brandweerkazerne. Een brandweerkazerne valt binnen de categorie 3.1 met een grootste richtafstand (voor geluid) van 50 m. Aan deze richtafstand wordt voldaan waardoor de woonfunctie van het plangebied toelaatbaar is ten opzichte van deze bedrijfsactiviteit.

Onderzoek horeca

Binnen de bestemmingen 'Centrum - 1' en 'Centrum - 2 worden alleen de categorieën horeca - 1 en horeca - 2 toelaatbaar geacht. Dit gaat om relatief lichte vormen van horeca, waaronder restaurants. Dergelijke horecabedrijven zijn volgens de bovengenoemde VNG-publicatie in gemengd gebied toelaatbaar op korte afstand van woningen.

Conclusie

Door in dit bestemmingsplan gebruik te maken van een Staat van Bedrijfsactiviteiten en een begripsbepaling voor horeca met daaraan gekoppeld een algemene toelaatbaarheid wordt voorkomen dat activiteiten binnen het plangebied zullen leiden tot onaanvaardbare milieuhinder.