direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen
Plan: Buitengebied Zuid-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00021-4001

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in grondgebonden woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': een zorgboerderij met een ondergeschikte horecavoorziening en naschoolse opvang;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is het gebruik als woning niet toegestaan;
  • d. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 13.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

13.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. het hoofdgebouw dient uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. er mag maximaal 1 woning per bouwperceel worden gebouwd;
  • c. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is het gebruik als woning niet toegestaan.
13.2.2 Zorgboerderij

Ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij' gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen uitsluitend binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de zorgboerderij bestaat uit maximaal 25 zorgwoningen;
  • c. de maximale goot- en bouwhoogte en bebouwingspercentage van gebouwen is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m) en maximum bebouwinsgpercentage (%)';
  • d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen dienen uitsluitend binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • e. voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende maxima:
    • 1. goothoogte: 3 m;
    • 2. bouwhoogte: 5 m.
13.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen
  • a. voor garages, carport en bergingen gelden de volgende maxima:
    • 1. goothoogte: 3 m, tenzij anders aangeduid;
    • 2. bouwhoogte: 3 m, tenzij anders aangeduid;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen: 3 m;
  • c. voor vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende maxima:
    • 1. goothoogte: 3 m, tenzij anders aangeduid;
    • 2. bouwhoogte: 5 m, tenzij anders aangeduid;
  • d. het gezamenlijk te bouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf bedragen met een maximum van 60 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlak van ten minste 50 m² van het zij- en achtererf tezamen onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.
13.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

  • a. van erf- en terreinafscheidingen tot 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel: 1 m;
  • b. van erf- en terreinafscheidingen vanaf 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel: 2 m;
  • c. van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd: 3 m;
  • d. van tuinmeubilair: 2 m;
  • e. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.3 sub d en toestaan dat het gezamenlijk oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen maximaal 150 m2 bedraagt (mits het gezamenlijk te bouwen oppervlak ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf bedraagt);
  • b. De onder 13.3 lid a genoemde omgevingsvergunnig kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als kamerverhuur-bedrijf is niet toegestaan;
  • b. Op de in lid 13.1 bedoelde gronden is - in samenhang daarmee- ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 25 m²;
    • 2. de woning mag hierdoor niet, c.q. niet in betekenende mate het karakter van een woning verliezen;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 4. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en mag niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkt verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.4 en toestaan dat er kleinschalige bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1, worden toegestaan, voor zover deze bedrijfsactiviteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1, mits vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels om een kamerverhuurbedrijf toe te staan, mits:
    • 1. de belangen van direct omwonenden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. er voldoende parkeergelegenheid is.
  • c. Het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan het gebruik van de woning als kamerverhuurbedrijf.