direct naar inhoud van Hoofdstuk 7 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Centrum Stadsplein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00019-4001

Hoofdstuk 7 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro verzonden aan de onderstaande overlegpartners:

  • 1. provincie Zuid-Holland;
  • 2. Stadsregio Rotterdam;
  • 3. waterschap Hollandse Delta;
  • 4. de Kamer van Koophandel Rotterdam;
  • 5. VROM-Inspectie;
  • 6. Ministerie van Economische Zaken;
  • 7. Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek;
  • 8. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

Daarvan zijn de volgende reacties ontvangen:

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Van de veiligheidsregio is geen reactie ontvangen.

Kamer van Koophandel Rotterdam
Bij brief van 23 juli 2010 heeft de Kamer van Koophandel een verlate overlegreactie ingestuurd. In haar brief onderschrijft de Kamer van Koophandel het feit dat het bestemmingsplan de mogelijkheid biedt om een beroep of kleinschalig bedrijf aan huis uit te oefenen. Volgens de Kamer van Koophandel wordt het beoefenen van kleinschalige bedrijvigheid aan huis in het bestemmingsplan ten onrechte beperkt voor activiteiten waarvoor geen melding- of vergunningplicht geldt op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. De Kamer zou graag zien dat deze mogelijkheden worden verruimd tot bedrijvigheid in de categorie 1 en met binnenplanse ontheffing in categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Verder verzoekt de Kamer van Koophandel om ter voorkoming van overlastgevende situaties de specifieke gebruiksregels, m.b.t. de uitoefening van beroep of kleinschalig bedrijf aan huis, aan te vullen met het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis voor zover deze geen nadelige gevolgen hebben voor de afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.

Tot slot vraagt de Kamer van Koophandel aandacht voor overlast van de ondernemers in het gebied tijdens de bouwwerkzaamheden. Geadviseerd wordt om de ondernemers in het gebied actief te benaderen en voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden werfafspraken te maken.

Wij reageren als volgt:

Het bestemmingsplan biedt inderdaad de mogelijkheid om beroep of kleinschalig bedrijf aan huis uit te oefenen. Deze mogelijkheid is echter niet gekoppeld aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten. In artikel 1 (zie onder 1.6) van de regels van het bestemmingsplan is bepaald dat aan-huis-gebonden beroepen alleen uitgeoefend mogen worden indien de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en het beroep een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Aangezien het hier niet om bedrijven gaat, maar om kleine kantoren of dienstverlenende bedrijven, kan hier geen koppeling gemaakt worden met de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze Staat bevat namelijk alleen bedrijven. Tevens bepaalt artikel 1 (zie onder 1.36) dat kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning door de bewoner uitgevoerd mogen worden. Voorwaarden hierbij zijn:

  • 1. Voor deze bedrijfsmatige activiteit geldt geen meldings- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  • 2. De woning behoudt in overwegende mate zijn woonfunctie met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

Ook in dit geval is de mogelijkheid niet gekoppeld aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Naar onze mening biedt dit voldoende mogelijkheden voor het gebruik van woningen voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en is het opnemen van een Staat van Bedrijfsactiviteiten niet nodig. Hierbij wijzen wij nog op het feit dat het uitdrukkelijk de bedoeling van het bestemmingsplan is om slechts kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in woningen toe te staan, zodat het karakter van het plangebied behouden blijft. Het toestaan van bedrijven uit categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten past niet binnen deze bedoeling. Wanneer dergelijke bedrijven in woningen worden toegestaan, leidt dit tot ongewenste milieuhinder ter plaatse van woningen.

Resteert ons op te merken dat er een regulier en intensief overleg is tussen de gemeente en alle winkeliersverenigingen en ondernemers omtrent de ontwikkelingen in het gebied. Voorzitter van dat overleg in onze wethouder Centrum, de heer G.J. 't Hart.

De reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Stedin
Van de Stedin is geen reactie ontvangen.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Via de adjunct-inspecteur van de VROM-inspectie heeft het ministerie van VROM bij emailbericht van 2 juni 2010 bericht dat de betrokken rijksdiensten, gelet op de nationale belangen in de RNRB, geen aanleiding hebben tot het maken van opmerkingen.

Waterschap Hollandse Delta
Bij brief van 3 mei 2010 heeft het waterschap bericht dat het bestemmingsplan geen gevolgen heeft voor de waterhuishouding en voldoet aan de uitgangspunten voor waterkwantiteit en waterkwaliteit.

Provincie Zuid-Holland
Omdat op 3 juni j.l. van de provincie nog geen reactie was ontvangen is telefonisch contact opgenomen met de provincie. De provincie deelde mee dat de provincie akkoord is met het bestemmingsplan Centrum Stadsplein.

De binnengekomen reacties gaven geen aanleiding het bestemmingsplan te wijzigen.