Maaswijk actualisering 2011

7.3 Bodem

De provincie Zuid-Holland hanteert bij de beoordeling van bestemmingsplannen de richtlijn dat voorafgaand aan de vaststelling van een bestemmingsplan ten minste het eerste deel van het verkennende bodemonderzoek, het historisch onderzoek, wordt verricht op alle bestemmingen waar een herinrichting wordt voorzien. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennende bodemonderzoek te worden verricht.

Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Het voorliggende bestemmingsplan is consoliderend van aard en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Ten tijde van de ontwikkeling van de Maaswijk begin jaren 90 is er voor het gehele gebied, verdeelt over verschillende vlakken, bodemonderzoek verricht ter bepaling van de bodemkwaliteit. De wijk Maaswijk wordt in de Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan gemeente Spijkenisse (De Straat Milieu-adviseurs, 4 april 2003) gekenmerkt als Wonen zuid 1960-heden en is geclassificeerd als gebiedstype 1.2. Volgens de gehanteerde richtlijnen is binnen deze zone vrij grondverzet mogelijk.

Voor de ontwikkeling van de 6 woningen wordt voor het bodemdeel verwezen naar hoofdstuk 6. Omdat er verder geen sprake is van ontwikkelingen of bestemmingswijzigingen is een verkennend bodemonderzoek niet noodzakelijk.