direct naar inhoud van Artikel 15 Tuin
Plan: Landelijk gebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.landelijkgebied-VA01

Artikel 15 Tuin

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bij woningen behorende tuinen,
  • b. onbebouwde erven,
  • c. toegangspaden en andere verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. water.

15.1.2 Paardenhouderij

Ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' zijn de in lid 15.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een gebruiksgerichte paardenhouderij van hobbymatige omvang.

15.1.3 Parkeren

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' zijn de in lid 15.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een in- en uitrit en parkeervoorzieningen ten behoeve van de aangrenzende woningen.

15.1.4 Specifieke vorm van agrarisch - paardenbak

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak' zijn de in lid 15.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een paardenbak.

15.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

15.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - 1' gebouwen binnen de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 150 m2;
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' m is aangegeven;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - solitaire ruimte voor dierenverblijf en opslag' gebouwen voor dierenverblijf en opslag mogen worden gebouwd met een maximale goothoogte van 3 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' een bijgebouw is toegestaan, waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse met de aanduiding 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - solitaire schuur' een schuur is toegestaan, waarbij de bestaande maatvoering als maximum geldt.

15.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 m;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Hobbykassen en dierenverblijven

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 ten behoeve van de bouw van hobbykassen en dierenverblijven, mits de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt en de oppervlakte van de gebouwen per tuin niet meer dan 10 m2 bedraagt.

15.3.2 Paardenbakken

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 ten behoeve van het realiseren van (een deel van) paardenbakken of stapmolens, onder de voorwaarde dat:

  • a. maximaal 1 paardenbak of stapmolen ten behoeve van hobbymatige paardenhouderij bij een (bedrijfs)woning mag worden gerealiseerd, waarbij de paardenbak of stapmolen als volgt wordt gesitueerd:
    • 1. achter het verlengde van de voorgevel;
    • 2. tenminste 1,5 m uit de slootranden;
    • 3. op een afstand van minimaal 25 m van woningen van derden;
  • b. de omvang van de paardenbak niet meer bedraagt dan 20 m bij 40 m en de doorsnede van een stapmolen niet meer bedraagt dan 20 m;
  • c. de hoogte van een hek rondom een paardenbak of een stapmolen niet meer bedraagt dan 1,50 m.