direct naar inhoud van Artikel 5 Recreatie
Plan: Numansgors
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.BPNDNumansgors-VG01

Artikel 5 Recreatie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de berging en onderhoud van boten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis';
  • b. het beheer en dienstverlening ten behoeve van de aansluitende gronden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis';
  • c. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm een zwembad, speeltuin, sportterrein en speelweide, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie';
  • d. tuinen en erven;
  • e. aan de functie onder a. tot en met c. gebonden parkeervoorzieningen;
  • f. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeersvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen en water.
5.2 Bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

5.2.1 Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis'

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. indien gebouwen niet aaneengebouwd worden gebouwd de onderlinge afstand minimaal 5 m moet bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de functies zoals genoemd in 5.1 onder a. niet meer mag bedragen dan 1.500 m2, waarbij gebouwen zijn toegestaan zoals een botenhuis, werkplaats, scheepshelling;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de functies zoals genoemd in 5.1 onder b. niet meer mag bedragen dan 392 m2, waarbij gebouwen zijn toegestaan zoals een winkel, EHBO-post, administratieruimte, kinderdagverblijf en clubhuis;
  • d. de goothoogte van gebouwen zoals bedoeld in 5.2.1 onder a. en b. maximaal 8 m mag bedragen en de bouwhoogte maximaal 10 m.
5.2.2 Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie'

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, zoals bergplaatsen, was- en toiletgelegenheden en kleedhokjes, met dien verstande dat:

  • a. indien gebouwen niet aaneengebouwd worden gebouwd de onderlinge afstand minimaal 5 m moet bedragen;
  • b. de oppervlakte van afzonderlijke gebouwen niet meer mag bedragen dan 60 m2 en de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 300 m2;
  • c. de goothoogte van gebouwen zoals bedoeld in 5.2.1 onder c. maximaal 4 m mag bedragen en de bouwhoogte maximaal 6 m.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 3 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van licht-, vlaggen- en overige masten maximaal 8 m mag bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Windturbine

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van sublidĀ 5.2.3 onderĀ c. voor de bouw van een (solitaire) windturbine. Hierbij gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte, inclusief de wieken, bedraagt 15 m;
  • b. bij een verticale as geldt een maximale wiekhoogte van 5 m;
  • c. bij een windturbine zonder wieken geldt een maximale rotordiameter van 2 m;
  • d. de windturbine moet functioneel verbonden zijn aan de gebouwen.