direct naar inhoud van 4.3 Bedrijven en milieuhinder
Plan: Het Plaatje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp13hetplaatje-3002

4.3 Bedrijven en milieuhinder

Toetsingskader bedrijven en milieu

Algemeen

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de ontwikkeling van hinderveroorzakende functies in de buurt van woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • de bedrijfsvoering/milieuruimte van de betreffende bedrijven niet wordt ingeperkt als gevolg van de beoogde ontwikkelingen.

Ten behoeve van dit bestemmingsplan is onderzocht of de beoogde nieuwe bedrijven geen onacceptabele milieuhinder veroorzaken ter plaatse van bestaande woningen. Daarnaast is aan de bedrijfsbestemmingen binnen het plangebied een milieuzonering toegekend om in de toekomst een goed woon- en leefklimaat te kunnen garanderen. Het vigerende bestemmingsplan kent geen milieuzonering.

Milieuzonering

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De SvB is gebaseerd op de richtafstandenlijst uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).

In dit bestemmingsplan wordt voor de milieuzonering van Het Plaatje gebruik gemaakt van een speciale SvB, de SvB 'gezoneerd industrieterrein'. Deze SvB gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies. Vanwege de status als 'gezoneerd industrieterrein' heeft de milieuzonering echter geen betrekking op het aspect geluid, maar alleen op de overige aspecten geurhinder, stofhinder en gevaar. Het aspect geluidshinder wordt op dit industrieterrein geregeld via een zonebeheerplan op basis van de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer (zie paragraaf 4.4). Het voordeel van deze specifieke SvB is dat bedrijven niet dubbel worden getoetst op het aspect geluid. Hiermee kan worden voorkomen dat een bedrijf zich in het milieuspoor (verlening omgevingsvergunning voor milieu en toetsing aan zonebeheerplan) op het bedrijventerrein kan vestigen, maar zich op grond van het ruimtelijk spoor (milieuzonering bestemmingsplan) toch niet kan vestigen, omdat zijn activiteiten in een hoge milieucategorie vallen en de richtafstand niet haalbaar is. In de praktijk blijkt namelijk dat geluid vaak maatgevend is voor de benodigde richtafstand; het wel meenemen van geluid in de milieuzonering werkt in dat geval dus onnodig beperkend. Dit zou zeker ook voor bedrijventerrein Het Plaatje het geval zijn.

In de SvB is voor elke bedrijfsactiviteit voor de aspecten geur, stof en gevaar een richtafstand ten opzichte van een 'rustige woonwijk' vermeld. De grootste van deze drie richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarnaast vermeldt de SvB 'gezoneerd industrieterrein' indicaties voor verkeersaantrekkende werking. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de SvB 'gezoneerd industrieterrein' wordt verwezen naar Bijlage 3 van de toelichting.

Onderzoek

Milieuzonering

Uitgangspunten milieuzonering Het Plaatje

Om ook in de toekomst te zorgen dat bestaande en nieuwe bedrijfsactiviteiten binnen het plangebied geen onaanvaardbare milieuhinder ter plaatse van woningen veroorzaken, is een milieuzonering voor het gebied uitgewerkt. Nabijgelegen woningen aan de Baanhoek en de Molendijk liggen in een bebouwingslint, waarin van oorsprong verschillende activiteiten naast elkaar plaatsvinden. Naast woningen zijn in dit gebied immers verschillende bedrijfsfuncties en maatschappelijke functies aanwezig. Zodoende is er sprake van een gemengd gebied. Hierdoor kan een afwijkende richtafstand gehanteerd worden. Ook de woningen aan de oostzijde van het plangebied (Kroonstraat, L. van der Wielstraat en Westerstraat) zijn gelegen in een gebied waarbinnen van oudsher wonen en bedrijfsactiviteiten op korte afstand van elkaar plaatsvinden. Tabel 4.1 geeft per milieucategorie een overzicht van de richtafstanden ten opzichte van woningen in een gemengd gebied.

Tabel 4.1 Overzicht richtafstanden

milieucategorie   richtafstand (in meters)  
  rustige woonwijk   gemengd gebied  
1   10   0  
2   30   10  
3.1   50   30  
3.2   100   50  
4.1   200   100  

Hierbij moet expliciet worden vermeld dat het aspect geluid niet is meegenomen in deze milieuzonering. Toelaatbaarheid ten aanzien van dit aspect wordt geregeld via het zogenaamde zonebeheerplan (zie paragraaf 4.4). Alle bedrijven bevinden zich namelijk op het gezoneerde industrieterrein: aan alle kavels is op basis van vergunde rechten geluidruimte toegekend waaraan de bedrijven gebonden zijn.

Op basis van de afstanden tot omliggende woningen zijn de maximaal toelaatbare categorieëen bedrijfsactiviteiten in het bestemmingsplan vastgelegd. In het noordelijk deel van het plangebied zijn - afhankelijk van de afstanden tot omliggende woningen - bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie 2, 3.1 of 3.2 algemeen toelaatbaar. In het zuidelijke deel van het plangebied zijn bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie 4.1 algemeen toelaatbaar.

Inventarisatie van bestaande bedrijfsactiviteiten

De aanwezige bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de SvB 'gezoneerd industrieterrein' (zie Bijlage 4). In het plangebied komen voornamelijk bedrijfsactiviteiten voor die vallen binnen categorie 3.2 van deze SvB. Slechts binnen een klein deel van het plangebied zijn deze activiteiten niet algemeen toelaatbaar vanwege de aanwezigheid van woningen op korte afstand.

Daar waar de bestaande bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie vallen dan algemeen toelaatbaar is een specifieke aanduiding opgenomen. Het gaat om het perceel van Hoogendijk aan de Westerstraat, een deel van het terrein van IHC, en het perceel waar Van Eijk en Floatex zijn gevestigd. Op deze locaties kunnen de huidige bedrijfsactiviteiten onverminderd worden voortgezet (de activiteiten van de betreffende bedrijven zijn in het milieuspoor afgestemd op de bestaande woningen in de omgeving).

Vestiging nieuwe bedrijvigheid

De milieuzonering is gebaseerd op de richtafstanden tot woningen in de omgeving. Dit betekent dat de grens tusen bijvoorbeeld milieucategorie 3.1 en 3.2 dwars over een perceel loopt. Voor de huidige bedrijven is door middel van de specifieke aanduiding en de planregels bepaald dat zij hun bestaande activeiten onverminderd kunnen voortzetten. Ook kan op basis van de planregels ter plaatse van de aanduiding zich een nieuw bedrijf vestigen dat gelijksoortige activiteiten uitoefenent. Wanneer sprake is van vestiging van een ander bedrijf dat andere activiteiten uitoefent, zal dit bedrijf moeten passen binnen de algemene toelaatbaarheid. Als een bedrijf zich wil vestigen dat valt in milieucategorie 3.2. en het perceel dat hij wil betrekken heeft deels een bedrijfsbestemming milieucategorie 3.1 en deels 3.2., dan biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid om af te wijken.

Afwijkingsbevoegdheid

De toelaatbaarheid zoals hierboven beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere milieucategorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De SvB geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Het bevoegd gezag kan in dat geval gebruikmaken van een afwijkingsbevoegdheid om bedrijfsactiviteiten uit de milieucategorie die hoger ligt dan de algemene toelaatbaarheid, toe te laten. In geval van een afwijking moet bij de aanvraag van een omgevingsvergunning worden aangetoond dat bedrijfsactiviteiten geen onaanvaardbare milieuhinder veroorzaken ter plaatse van woningen. Naar aard en invloed op de omgeving moet het bedrijf vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten die rechtstreeks zijn toegestaan op basis van de milieucategorie voor het perceel. In het hierboven genoemde geval dat een bedrijf zich wil vestigen op een perceel dat deels bijvoorbeeld milieucategorie 3.1 en deels 3.2 heeft, kan het bedrijf dit onder meer aantonen door de minder hinderlijke activiteiten op dat deel van het perceel uit te oefenen dat de laagste milieucategorie kent.

Nieuwe bedrijven/activiteiten op Het Plaatje

In het plangebied zullen zich primair twee nieuwe scheepsbouwgerelateerde bedrijven en op termijn mogelijk een Binnenvaart Ontwikkelingscentrum2 vestigen. De twee nieuwe bedrijven zijn volgens de plannen J. Schlieker & Zn (scheepsbouw en constructie) en Scheepswerf L.J. Boer Sliedrecht BV (reparatie, onderhoud van binnenvaartschepen). Beide bedrijven vallen binnen categorie 3.2 (SBI-code 351) met een richtafstand van 50 meter ten opzichte van woningen binnen een gemengd gebied. Maatgevend daarbij zijn de aspecten geur- en stofhinder (geluid komt aan de orde in 4.4).

Het grootste deel van de bedrijfspercelen voor de nieuwe bedrijven heeft op basis van de hiervoor beschreven milieuzonering een algemene toelaatbaarheid van categorie 3.2 gekregen (> 50 meter afstand tot de woningen). Dit betekent dat de activiteiten van J. Schlieker & Zn en Scheepswerf L.J. Boer Sliedrecht BV ter plaatse direct toelaatbaar zijn. Het meest westelijke deel van het terrein voor de nieuwe bedrijfsactiviteiten heeft een algemene toelaatbaarheid van categorie 3.1, vanwege de afstand tot de woningen aan de Baanhoek (minimale afstand tussen bedrijfsperceel en woningen < 50 meter). Wanneer een bedrijf uit categorie 3.2 zich hier in de toekomst wil vestigen, dient in het kader van de afwijkingsbevoegdheid via omgevingsvergunning te worden aangetoond dat geen sprake zal zijn van onaanvaardbare geur- en stofhinder ter plaatse van de woningen aan de Baanhoek. De percelen hebben voldoende omvang om de meest milieubelastende activiteiten op zodanige afstand van de woningen te realiseren, dat geen sprake zal zijn van hinder ter plaatse van de woningen aan De Baanhoek.

Verder zal IHC (reeds aanwezig binnen het plangebied) haar activiteiten uitbreiden. De woning aan de Kroonstraat 48 bevindt zich op 40 m afstand van het terrein van IHC. Op dit deel van het terrein worden echter geen nieuwe bedrijfsactiviteiten mogelijk gemaakt. Nieuwe activiteiten van het IHC vinden plaats op de zuidelijke landtong en in de haven op minstens 200 m afstand van woningen; zodoende zullen deze activiteiten geen onaanvaardbare milieuhinder veroorzaken.

De beoogde nieuwe bedrijfsactiviteiten zijn ingeschaald en getoetst aan de algemene toelaatbaarheid (zie Bijlage 4).

De nieuwe woning naast Baanhoek 38 leidt niet tot beperkingen voor de bedrijven in de omgeving, omdat er reeds bestaande woningen dichterbij de bedrijven zijn gelegen.

Conclusie

In het bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bestaande bedrijven niet in hun functioneren belemmerd. Toekomstige bedrijven kunnen zich alleen binnen het gebied vestigen wanneer zij vallen binnen de algemene toelaatbaarheid, dan wel in het kader van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan aantonen dat de bedrijfsactiviteiten geen onaanvaardbare milieuhinder veroorzaken ter plaatse van woningen.