Plan: | Baanhoek 75 - 81 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0610.bp04baanhoek7581-3001 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europees:
Nationaal:
Provinciaal:
Regionaal:
Waterschapsbeleid
Het Waterbeheerplan 2010-2015 (2009) heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren wordt hierin vastgelegd. In de planperiode staan de volgende aspecten centraal:
Het Waterbeheerplan 2010-2015 borduurt voort op de verschillende beleidsplannen die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Er is dus geen sprake van een breuk in het waterbeleid maar wel van een verdere intensivering. Het is het eerste volledig integrale waterbeheerplan van het waterschap. Alle beleidsaspecten van waterkeringen, watersysteem en afvalwaterketen zijn in dit plan verwoord. Ook zijn voor het eerst de nationale, de provinciale en waterschapsplannen tegelijkertijd opgesteld. Omdat deze verschillende plannen elkaar beïnvloeden is er veel geïnvesteerd in een goede afstemming tussen de verschillende overheden.
In de Keur heeft het waterschap een vuistregel opgenomen voor de compensatie van toename aan verhard oppervlak. Deze vuistregel houdt in dat voor elke hectare nieuw verhard oppervlak er 436 m3 waterberging gerealiseerd moet worden (gebaseerd op de T=10+10% bui). Daarbij mag het waterpeil niet meer dan 20 cm stijgen in de Alblasserwaard. In het stedelijk gebied is de toename voor de eerste 500 m2 verhard oppervlak vrijgesteld van watercompensatie; voor het landelijk gebied is dit 1.500 m2.
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen aan de Baanhoek 75-81 ten zuidwesten van de kern Sliedrecht. Het plangebied bestaat momenteel voornamelijk uit bebouwing en verharding.
Bodem en grondwater
Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei. Er is sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature minder dan 0,4 m beneden het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,50 m en 0,80 m beneden het maaiveld ligt. Het plangebied heeft een maaiveldhoogte die varieert tussen de NAP +0,80 m en de NAP + 1,10 m.
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied en er is geen sprake van invloed op KRW-waterlichamen.
Veiligheid en waterkeringen
Vrijwel het gehele plangebied ligt binnen de buitenbeschermingszone van de Rivierdijk (kruinhoogte NAP +4,3 m). De beschermingszone valt slechts voor een klein deel binnen het plangebied. De Rivierdijk wordt beheerd door het Waterschap Rivierenland. Voor de waterkering is het onderscheid in kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van belang. Voor werken (zoals de aanleg van een weg) en werkzaamheden binnen de kern- en beschermingszone is ontheffing van de Keur nodig en is het beschermingsniveau het hoogst. Voor de buitenbeschermingszone geldt een minder hoog beschermingsniveau; wel zijn onder andere (diepe) ontgrondingen verboden. De buitenbeschermingszone wordt niet opgenomen op de plankaart.
Afvalwater en riolering
Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijke gemengd rioolstelsel.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van een appartementencomplex en de uitbreiding van een bedrijf mogelijk.
Waterkwantiteit
De inrichting van het plangebied staat nog niet vast. Bij ontwikkelingen dient conform waterschapsbeleid bij een toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m2deze toename gecompenseerd te worden in de vorm van oppervlaktewater.
Waterkwaliteit
Bij de bouw wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van duurzame bouwmaterialen (dus geen zink, koper, lood en PAK's-houdende materialen) die niet uitlogen, of worden de bouwmaterialen voorzien van een coating om uitloging tegen te gaan. Zo wordt diffuse verontreiniging van bodem en water voorkomen.
Veiligheid en waterkeringen
De nieuwe bebouwing wordt buiten de 20 m brede beschermingszone van de Rivierdijk gerealiseerd. De beschermingszone is gemeten vanuit de as van de waterkering (=weg). Op de kern- en (buiten)beschermingszone van de waterkering is tevens de Keur van het waterschap van toepassing. Werken dienen reeds in een vroeg stadium te worden afgestemd met het waterschap.
Afvalwater en riolering
De nieuwe bebouwing in het plangebied wordt voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Afvalwater wordt net als in de huidige situatie afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Afvoer van hemelwater vindt plaats door aan te sluiten op de nabijgelegen HWA-riolering.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling die dit bestemmingsplan mogelijk maakt geen
negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie, als het bovenstaande in acht genomen wordt. De ontwikkeling voldoet dan ook aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.