direct naar inhoud van Artikel 6 Recreatie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp03buitengebied-3002

Artikel 6 Recreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor ´Recreatie´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

6.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:

a Staat van recreatieve voorzieningen

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:

Aanduiding   Betekenis   Recreatieve voorziening   Adres   Beb. opp.  
(vt)   volkstuin   volkstuinen   Parallelweg ongenummerd   zie 6.2.2  
b Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is niet toegestaan.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Binnen deze bestemming mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemmingsomschrijving als opgenomen in 6.1.

6.2.2 Volkstuin

Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' geldt het volgende: per tuin is een gereedschapsberging en/of overkapping toegestaan met een hoogte van maximaal 2,25 m en een totale gezamenlijke bebouwde oppervlakte van maximaal 12 m2 per tuin, met dien verstande dat de volkstuin met niet meer dan 10% mag worden bebouwd. De bebouwde oppervlakte per (gereedschaps)berging mag niet meer bedragen dan 6 m2.

6.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, mag maximaal 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m.

6.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • b. voor wonen;
  • c. voor detailhandel.