Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Schoonhoven-Noord
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0608.BP1140SchoonhovenN-VG01

4.6 Cultuurhistorie

4.6.1 Algemeen
Als gevolg van de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) is het Bro (artikel 3.6.1. lid 2) gewijzigd. Wat voor archeologie geldt is voor al het cultureel erfgoed gaan gelden. In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.
4.6.2 Historisch perspectief
Geografische ligging
Schoonhoven-Noord ligt ten noordwesten van de historische binnenstad van Schoonhoven. De wijk wordt gescheiden van het centrum door de provinciale weg N210 tussen Utrecht en Rotterdam. Deze provinciale weg loopt in een boog rondom de historische binnenstad en ontsluit tevens de oostelijke uitbreidingswijk van Schoonhoven.
 
Door de scheiding met de historische binnenstad ligt Schoonhoven-Noord als een losse woonwijk in het polderlandschap. In het zuiden loopt het bebouwingslint van de C.G. Roosweg door tussen de binnenstad en Schoonhoven-Noord. Aan de noord- en oostkant bestaat de grens van de wijk uit de landelijke Opweg. Aan de westkant van de woonwijk grenzen achtertuinen van de woningen direct aan het open polderlandschap.
Naast het stedelijk gebied van Schoonhoven-Noord maakt aan de oostzijde tevens een open polder deel uit van het plangebied. Deze kleine polder wordt door de omsloten door watergangen.
 
Bodemontwikkeling
Schoonhoven-Noord ligt in de Krimpenerwaard. De Krimpenerwaard is een groot veeneiland dat wordt omsloten door de rivieren de Hollandse IJssel en de Lek en het (voormalige) veenstroompje Vlist. Langs de liggen oeverwallen die op enige afstand van de rivier overgaan in de veengebieden.
 
Het oorspronkelijke bosveen is door de relatieve afname van rivierwater en de toename van regenwater geleidelijk aan broekveen geworden. Als gevolg van de bodemopbouw zijn langs de randen stroken met nederzettingen die nadrukkelijk op de rivier gericht zijn en daartussen een uitgestrekt middengebied. De uitgestrekte polders met grasland, het veenweidegebied, waren van oorsprong een moerasachtig gebied, dat in de middeleeuwen werd ontgonnen door deze gebieden te ontwateren.
 
In de vorige eeuw is op verschillende plaatsen stedelijk gebied ontwikkeld, waaronder Schoonhoven Noord. Deze ontwikkeling is begonnen in de jaren dertig van de vorige eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog nam de verstedelijking een grootschalige vorm aan.
 
Ontwikkeling en verschijningsvorm van het landschap
De eerste fase van de ontginning van het veenlandschap betrof de randgebieden. Hier werd vanuit de oeverwallen van de Lek en de IJssel het aangrenzende gebied ontgonnen. Dit waren ontginningen met een opstrekkende verkaveling, waarvan geen vaste achtergrens bepaald was. In dit landschap is later Schoonhoven-Noord gerealiseerd.
 
In de tweede fase werden de gebieden langs de Vlist en in het middengebied van de waarden ontgonnen met de regelmatige cope-ontginning, waarvan lengte en breedte wel bepaald waren. Tijdens de laatste fase werden de restgebieden in gebruik genomen. Dit zijn de gebieden met vrij onregelmatige grenzen en een afwijkende verkaveling. Het ontginningspatroon, de slagenverkaveling, is over het algemeen nog zichtbaar en gaaf aanwezig in het landschap. De Krimpenerwaard en is mede daarom aangemerkt als Belvederegebied.
 
Het ontginnen van de veengebieden vond, zoals gezegd, plaats vanuit een zogenoemde ontginningsbasis: een weg, dijk of wetering van waaruit loodrecht in evenwijdige stroken te werk werd gegaan. In Schoonhoven heeft de Opweg destijds als ontginningsbasis gediend.
 
Ontwikkeling en verschijningsvorm stedelijk gebied
Schoonhoven heeft zich als stad lange tijd binnen de huidige vestingswerken kunnen ontwikkelen. Pas na de Tweede Wereld Oorlog is sprake geweest van planmatige uitbreidingen buiten de vestingswerken. Dit gebeurde op grote schaal aan de noordwestzijde van de historische stad. Het spoortracé richting Rotterdam werd opgeheven en de huidige N210 werd aangelegd. Deze weg vormt nu de eerder genoemde scheiding tussen de historische stad en Schoonhoven-Noord.
 
De ontwikkeling van Schoonhoven-Noord is begonnen aan de oostkant, tegen de Opweg aan. Vanaf deze zijde heeft de wijk zich in fasen in westelijke richting ontwikkeld. De eerste fase van de uitbreiding bestond uit een traditionele blokverkaveling op basis van een eenduidig grid van straten. In de latere uitbreidingen zijn diverse verkavelingstypes geïntroduceerd zoals woonerven en strokenverkavelingen. De structuur van deze delen van de wijk is minder overzichtelijk.
 
In de jaren zeventig is het bestaande wijkwinkelcentrum gebouwd. Toendertijd lag het wijkwinkelcentrum al centraal in de wijk. Door de verdere groei van Schoonhoven-Noord is het zwaartepunt van de wijk iets westelijker komen te liggen. Tegelijkertijd met de bouw van het winkelcentrum is de tweede aansluiting op de provinciale weg aangelegd in de vorm van de Rotterdamseweg. Deze vormt nu de belangrijkste entree van de wijk.
4.6.3 Waardebepaling cultuurhistorische aspecten
Vlakken
Vanuit een cultuurhistorisch perspectief is met name het landschappelijke patroon en de openheid van het veenlandschap beschermingswaardig. In het plangebied is een deel van dit landschap opgenomen (Hofland Noord) waar deze oorspronkelijke karakteristiek behouden is gebleven. Het gaat hier om een open landschap met een regelmatig patroon van smalle watergangen.
 
Structuren
De Opweg vormt daarnaast als ontginningsbasis eveneens een belangrijke structuur. Door de realisatie van Schoonhoven-Noord is het bestaande karakter van dit lint echter sterk veranderd. Het oorspronkelijke karakter is alleen aan de noordzijde, buiten het plangebied, nog aanwezig. Op de cultuurhistorische waardekaart van de Provincie Zuid-Holland is het deel van de Opweg ten westen van Schoonhoven-Noord aangemerkt als waardevol. Het overige deel heeft geen bijzondere waarde.
 
Objecten
In het gebied is één gemeentelijk monument aanwezig, zie paragraaf 4.6.5. Direct buiten het plangebied zijn diverse monumenten aanwezig. Dit zijn voornamelijk boerderijen langs de Opweg. Naast monumenten grenst het gebied aan de noordoostzijde aan het zogenaamde kroonjuweel Middengebied Krimpernerwaard. Dit is een zeer waardevol landschap en dient als zondanig behouden te blijven.
 
Archeologie
De bodemontwikkeling zorgt ervoor dat in het plangebied delen zijn aan te wijzen met een hoge archeologische trefkans en delen met een lage trefkans. De gebieden gelegen op de hoger gelegen stroomruggen kennen namelijk een langere ontwikkelingsgeschiedenis dan de lager gelegen komgronden. De archeologische trefkans in het stedelijk gebied van Schoonhoven Noord is zeer laag vanwege de grootschalige verstoring van de ondergrond.
4.6.4 Verankering cultuurhistorische waarden
Waar mogelijk moeten de cultuurhistorische waarden worden beschermd in het voorliggende bestemmingsplan.Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit een grootschaligenaoorlogse woonwijk waarin weinig objecten en structuren uit het verleden zijn geïntegreerd. Dit gebied heeft daarom weinig cultuurhistorische betekenis.
 
De Opweg vormt als ontginningsbasis echter wel een waardevolle structuur. Mede door de realisatie van Schoonhoven-Noord is de cultuurhistorische waarde van het lint aangetast en is het waardevolle karakter deels verloren gegaan. Voor het deel van de Opweg binnen het plangebied is daarom geen extra aandacht noodzakelijk.
 
De open polder aan de oostzijde van het plangebied is in de verschillende beleidsstukken (provinciale structuurvisie en gemeentelijke structuurplan) aangewezen als stedelijkgebied. Het bestemmingsplan legt het huidige landschappelijk patroon van watergangen en de openheid van het gebied vast. Gedurende de planperiode worden voor dit gebied geen ontwikkelingen voorzien. Naast het landschappelijk patroon en openheid speelt de hoge archeologische trefkans in een deel van dit gebied eveneens een rol. De archeologische waarden zijn in paragraaf 4.5 reeds behandeld.
4.6.5 Gebouwde momumenten
Binnen het plangebied komt slechts één gemeentelijk monument voor aan de Lopikerweg 52. Het betreft hier een voormalig gemaaltje. Voor het gemaal is een specifieke aanduiding opgenomen. Ten behoeve van het behoud en herstel van het monument voorziet dit bestemmingsplan in recreatieve nevenfuncties voor die betreffende locatie. Dit is conform het vigerende bestemmingsplan Buitengebied. Het is aan de eigenaren van het monument hier verder invulling aan te geven.