direct naar inhoud van 3.1 Rijksbeleid
Plan: Polderwetering
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0016-0002

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en ruimte

Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vastgesteld. De structuurvisie vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. De structuurvisie schetst de doelen, belangen en opgaven van het Rijk tot 2028 en de ambities tot 2040. Uitgangspunt is de ruimtelijke ordening zoveel mogelijk over te laten aan gemeenten en provincies ('decentraal, tenzij…'), minder nationale belangen en eenvoudigere regelgeving. De nationale belangen die worden benoemd betreffen de internationale concurrentiepositie, het gebruik van de ondergrond, het behouden en versterken van vervoer- en transportsystemen, de milieukwaliteit, de waterveiligheid en zoetwatervoorziening en behoud en versterken van natuur en cultuurhistorische waarden.

Schiedam maakt onderdeel uit van de regio Zuidvleugel. De structuurvisie zet voor wat betreft deze regio, en voor zover van belang voor Schiedam, in op het verbeteren van het vestigingsklimaat door het optimaal benutten en verbeteren van de bereikbaarheid, mede door het ontwikkelen van een efficiënt mulit-modaal logistiek netwerk, het borgen van de waterveiligheid en het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk. Daarnaast geldt voor de regio Rotterdam dat, ten gevolge van een kwalitatieve mismatch, tot 2040 ruim 100.000 woningen moeten worden vervangen.

3.1.2 AMvB Ruimte

De nationale belangen uit de structuurvisie die juridisch borging vragen zijn opgenomen in de AMvB Ruimte; het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro is op 30 december 2011 in werking getreden. Een aantal rijksbelangen wordt met dit besluit geborgd in bestemmingsplannen. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere de maninportontwikkeling Rotterdam en de veiligheid rond grote rivieren. Op grond van de AMvB Ruimte dienen primaire waterkeringen als waterkering te worden bestemd. In de AMvB Ruimte en de aanvulling daarop staan geen nationale belangen benoemd welke van toepassing zijn op het plangebied.

3.1.3 Nota Mensen Wensen Wonen

In 2000 is de Nota 'Mensen, Wensen, Wonen; Wonen in de 21ste eeuw' vastgesteld. In de Nota wordt gekeken naar de ruimtebehoefte voor wonen in ons land voor de periode tot 2010 met een doorkijk naar 2030. De kern van het beleid is een keuze voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. De woonwensen van burgers dienen centraal te staan, waarbij het beleid niet langer gericht is op huisvesten, maar op wonen. De “traditionele confectieaanpak in de Nederlandse woningbouw” is hiertoe niet langer toereikend. “De burger wil een maatpak dat lekker zit en vele functies kan vervullen (huis-, werk- en studieplek).”

Om de burgers een dergelijk maatpak te kunnen leveren staan vier principes in de nota centraal: het vergroten van de keuzevrijheid voor de burger, aandacht voor maatschappelijke waarden, een betrokken overheid en een beheerste marktwerking. Op basis van deze principes zijn een vijftal uitgangspunten opgesteld:

  • vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving;
  • kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities;
  • bevorderen van wonen en zorg op maat;
  • verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit;
  • groene woonwensen faciliteren.

Het voorliggend bestemmingsplan is voor een deel conserverend van aard. In het bestemmingsplan zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen, die nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken, waarbij rekening is gehouden met bovenstaande uitgangspunten.

3.1.4 Stedenbeleid 2010-2014

Het nationale Grotestedenbeleid bestaat sinds 1994 en richt zich op het verbeteren en versterken van de steden, en bekend onder de naam G32; Schiedam is daar één van. Schiedam heeft zich actief ingezet om deel uit te maken van het Grotestedenbeleid. Het biedt extra kansen en mogelijkheden om de stad vooruit te helpen. In het kader van het Stedenbeleid 2010-2014 (voorheen Grotestedenbeleid) zijn de rijksuitkeringen gedecentraliseerd naar de gemeenten. Het rijk biedt de steden hiermee meer mogelijkheden voor lokaal maatwerk.

Doelstelling van het beleid is om een krachtige stad te realiseren. Dit moet bereikt worden door de onderstaande vijf uitgangspunten te hanteren:

  • het verbeteren van de objectieve en de subjectieve veiligheid;
  • het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving;
  • het verbeteren van de sociale kwaliteit van de leefomgeving;
  • het binden van de midden- en hogere inkomensgroepen aan de stad;
  • het vergroten van economische kracht van de stad.

In het kader van het Grotestedenbeleid heeft de gemeente Schiedam in 2009 een MeerjarenOntwikkelingsProgramma (MOP) voor de periode van 2010 tot 2015 opgesteld (zie paragraaf 3.3.2).