Plan: | Polderwetering |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP0016-0002 |
Het overgrote deel van de gronden binnen het plangebied is in particuliere handen. In het midden van het plangebied is een deel van de Polderweg ook in private handen. De overige gebieden, zoals de openbare weg, is samen met gronden aan de zuidwest kant van het plangebied gemeentelijk eigendom. Deze gronden waren ooit bedoeld om het bedrijventerrein 's-Graveland te vergroten. Daarnaast is de NS eigenaar van een belangrijk deel van de gronden, met name van de bestaande spoorweg.
De Polderweg in het plangebied is in noord-zuid richting gesitueerd en ligt aan de oostzijde van de waterloop Polderwetering. Op het punt waar de Polderwetering uitmondt in de Poldervaart buigt de weg af en wijzigt de naam in Broekkade. Aan de westelijke kant takken de Buitenkerklaan en de Polderdwarsweg aan op de Polderweg.
Het verkaveling- en slotenpatroon weerspiegelt de oorspronkelijke ontginningswijze van het landschap en geeft het landschap een band met het verleden. Het verkavelingpatroon heeft daarmee ook een cultuurhistorische waarde. Hier overheerst een smalle strokenverkaveling die min of meer haaks staat op ongeveer parallel lopende watergangen. De bewoning strekt zich uit op lange, smalle linten langs de kaden en het boezemwater, dat nog dateert van voor de vervening. Het bestemmingsplan biedt de ruimtelijke voorwaarden voor de ontwikkeling van een ecologische verbinding tussen het Prinses Beatrixpark en Midden-Delfland. De ontwikkeling van deze verbindingszone zal enerzijds sterk afhangen van de bereidwilligheid van de grondeigenaren/gebruikers en anderzijds van de beschikbare financiële middelen. Watergangen in het plangebied vervullen een (potentiële) rol als ecologische verbinding. Door middel van een natuurvriendelijk oeverbeheer en door inrichtingsmaatregelen (bijvoorbeeld het aanbrengen van plasbermen met rietbegroeiing) kan de ecologische functie van deze wateren worden ontwikkeld. Vooral doorgaande watergangen zoals de Poldervaart vormen met de oeverstroken een belangrijk element voor ecologische verbindingszones. De visstand in het plangebied is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het water en inrichting van de waterlopen.
Bij (stedelijke) ontwikkelingen die buiten de primaire functies van het gebied omgaan, wordt het compensatiebeginsel gehanteerd. Het compensatiebeginsel gaat er van uit dat bestaande natuurwaarden worden ontzien dan wel ingepast bij de planontwikkeling, of dat bij nieuwe ontwikkelingen die eventueel een aantasting kunnen betekenen van de waarden van het plangebied aanvullende inrichtingsmaatregelen worden getroffen voor de ontwikkeling van nieuwe (compenserende) natuurwaarden aansluitend bij de nieuwe ontwikkelingen of elders in het plangebied.
Het plan streeft behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke structuur na waarin de verschillende functies worden geïntegreerd en zo veel mogelijk recht wordt gedaan aan het nog beperkt aanwezige open karakter van het landschap. Een deel van het oorspronkelijke agrarische gebied is bewaard gebleven. Daarnaast vormt het slotenpatroon een van de karakteristieke elementen in het plangebied.
Behoud van de landschappelijke waarden zal vooral tot uitdrukking komen in de beschermende werking die het bestemmingsplan biedt. Herstel en ontwikkeling kunnen tot uitdrukking komen in een actief beheer en inrichting, waarvoor het bestemmingsplan de ruimtelijke voorwaarden schept. Er wordt gestreefd naar de ontwikkeling van een landschappelijke structuur als drager van de functies van het gebied en ter geleding van de verstedelijking.
Gestreefd wordt naar het behoud van de visuele openheid, de karakteristieke overgang tussen het weidegebied en de omringende verstedelijkte gebieden zoals het bedrijventerrein net over de gemeentegrens van Rotterdam, het bedrijventerrein 's-Graveland en het woongebied Sveaparken als dominerende grondgebruikvorm in de aansluitende omgeving.
Een bijzonder element in het plangebied wordt gevormd door de wetering. Het zicht op dit water dient waar mogelijk te worden behouden. Het behoud van verschillende 'doorkijkjes' is eveneens van essentieel belang voor de waardering van het gebied, zowel cultuuthistorisch als lintbebouwing en in recreatief opzicht.
Binnen het plangebied zijn geen beschermde monumenten aanwezig. Het plangebied heeft niettemin bijzondere cultuurhistorische waarde op het gebied van archeologie, bebouwingsstructuur en historische geografie. Het plan streeft naar behoud, herstel en ontwikkeling van deze kwaliteiten. Een deel van het oorspronkelijke agrarische gebied is bewaard gebleven.
Behoud van de cultuurhistorische waarden zal vooral tot uitdrukking komen in de beschermende werking die het bestemmingsplan biedt. Herstel en ontwikkeling kunnen tot uitdrukking komen in een actief beheer en inrichting, waarvoor het bestemmingsplan de ruimtelijke voorwaarden schept. In paragraaf 4.9 wordt hier nader aandacht aan besteed.