Plan: | West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP0002-0002 |
Voorafgaand aan het opstellen van het bestemmingsplan is door de gemeente bekeken welke ontwikkelingen binnen het plangebied meegenomen kunnen/dienen te worden. In de eerste plaats betreft dit ontwikkelingen waarvoor in het verleden een vrijstelling van het bestemmingsplan is verleend, maar welke nog niet zijn doorvertaald in een bestemmingsplan. Dit betreft bijvoorbeeld de herontwikkeling van de Distillateursbuurt (Toernooiveld) of de sloop en nieuwbouw aan de Huijsmanstraat. Daarnaast betreft dit projecten die nog in voorbereiding zijn maar welke op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan reeds mogelijk waren. Voor dergelijke projecten, zoals de sloop en nieuwbouw van woningen door Woonplus aan de Aleidastraat, is een conserverende bestemming opgenomen overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan.
Aanvullend maakt het bestemmingsplan een aantal nieuwe ontwikkelingen mogelijk welke afwijken van het voorheen geldende bestemmingsplan. De navolgende projecten waren daarbij dusdanig concreet dat deze de potentie hebben om in dit bestemmingsplan een juridisch-planologische regeling te krijgen. Voor de eerste ontwikkelingen geldt dat deze bij recht worden toegelaten in het bestemmingsplan, terwijl de laatste middels een wijzigingsbevoegdheid mogelijk wordt gemaakt. De verschillende milieuaspecten welke van invloed kunnen zijn op nieuwe ontwikkelingen zijn benoemd in Hoofdstuk 4. Voor zover een aanvullende procedure met betrekking tot deze milieuaspecten vereist is worden deze in de navolgende projectomschrijvingen benoemd.
Een aanvraag is gedaan voor de bouw van 5 grondgebonden woningen op de hoek van de Rembrandtlaan en De Genestetstraat. Het plan betreft de sloop van de panden Rembrandtlaan 38 en De Genestetstraat 7 en 9 ten behoeve van de bouw van 5 woningen, bestaande uit vier bouwlagen met een platte afdekking. Voor deze locatie is reeds in 23 september 2008 bouwvergunning en vrijstelling van het bestemmingsplan verleend voor de bouw van 12 appartementen. Het huidige plan wijkt qua bouwvolume in zeer beperkte mate af van het destijds vergunde plan. Het plan zal, in vergelijking tot zowel de bestaande situatie als de eerder vergunde situatie, niet leiden tot een toename van de parkeerdruk in de omgeving en zal ook anderszins geen nadelige invloed hebben op de omliggende bebouwing.
Voor de locatie Westfrankelandsestraat 23-25 is een aanvraag ingediend voor het bebouwen van het braakliggende terrein met een woongebouw van 4 bouwlagen. Het plan betreft de bouw van 7 appartementen voor starters waarbij het parkeren deels op eigen terrein en deels in de openbare ruimte plaats zal vinden. De extra parkeerplaatsen in de openbare ruimte zullen worden gerealiseerd door herinrichting van het openbaar gebied. Het bouwplan heeft, mede gelet op hetgeen op grond van het bestemmingsplan voorheen op deze locatie was toegelaten4, geen onevenredige invloed op de omliggende bebouwing.
Aan de Westerkade 26-30 bevinden zich enkele als Rijksmonument aangewezen branderijen. De branderijen zijn gebouwd in 1870 en kenmerkend voor de laatste bloeiperiode van de Schiedamse brandersbedrijvigheid aan het einde van de 19e eeuw. Een deel van het complex (Westerkade 30) is in 2007 ten gevolge van een brand grotendeels verloren gaan; alleen de monumentale voorgevel van dit pand resteert thans nog.
Een plan is ingediend voor het realiseren van 8 appartementen op deze locatie. Deze appartementen zullen deels worden gesitueerd in de monumentale panden, waarbij het door een brand verloren gegane pand deels zal worden herbouwd met behoud van de voorgevel. Aanvullend is aan de achterzijde een uit twee bouwlagen bestaande nieuwbouw voorzien. Het gebruik van de bestaande opstallen ten behoeve van het wonen is passend in het gemengde woon- en werkmilieu aan de Westerkade. Herbouw van het afgebrande pand binnen de contouren van de oorspronkelijke bebouwing is mogelijk al geldt daarvoor wel dat tevens een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een monument vereist is.
Het plan voorziet aanvullend in een nieuwbouw aan de achterzijde welke qua oriëntatie afwijkt door een oriëntatie op de Stadhouderslaan. De nieuwbouw is gesitueerd op enige afstand van de bebouwing langs de Westerkade wat de herkenbaarheid van de monumentale panden langs de Westerkade versterkt. Ook de eigentijdse architectonische invulling van de nieuwbouw draagt hier aan bij. Het bouwplan heeft enige invloed op de toetreding van zonlicht in de ochtend op het achtererf van de naastgelegen percelen aan de Stadhouderslaan. Deze invloed is, mede gelet op het voorheen geldende bestemmingsplan5, niet dusdanig van aard dat deze als onevenredig moet worden beschouwd. Ook anderszins leidt realisatie van het bouwplan niet tot een planologisch nadeliger situatie voor omwonenden.
Voor de locatie op de hoek van de Rembrandtlaan met de Vlaardingerdijk bestaan plannen voor de sloop van de aldaar aanwezige verouderde en in sommige gevallen leegstaande bebouwing6. De plannen betreffen de bouw van 29 appartementen op de verdieping met een supermarkt en commerciële ruimte op de begane grond, alsmede een ondergrondse parkeergarage.
Het plan zal qua rooilijnen de bestaande bebouwing volgen. Aan de zijde van de Rembrandtlaan en de Vlaardingerdijk mag de bebouwing daarbij een hoogte hebben van 4 bouwlagen, met eventueel een hoogteaccent bij de entree, terwijl aan de zijde van J.A. Alberdinck Thijmstraat de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 bouwlagen. Het plan sluit hierdoor qua bebouwingsprofiel aan op de omliggende bebouwing. De herontwikkeling van deze locatie zal tot gevolg hebben dat het gedeelte van de Nicolaas Beetstraat tussen de Rembrandtlaan en de J.A. Alberdinck Thijmstraat komt te vervallen en zal worden vervangen door een nieuwe verbinding, in de vorm van een arcade, voor langzaamverkeer. Deze verkeerskundige ingreep heeft geen invloed op de ontsluiting van de rustige woonstraten aan de achterzijde van het project.
De plannen voor deze locatie zijn ver uitgewerkt, maar hebben nog geen definitief karakter. Om deze reden is deze ontwikkeling niet bij recht bestemd in het bestemmingsplan maar is ten behoeve van deze ontwikkeling een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het plan. De vereiste milieuonderzoeken (geluid, externe veiligheid, bodem) zullen moeten worden uitgevoerd alvorens medewerking kan worden verleend aan deze wijzigingsbevoegdheid.