direct naar inhoud van 5.3 Uitgangspunten
Plan: West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0002-0002

5.3 Uitgangspunten

5.3.1 Algemeen

Voor de hoofdbebouwingsstructuur zijn als regel de vigerende bestemmingsregelingen als uitgangspunt genomen. Hierbij wordt extra aandacht geschonken aan het eigen karakter van ieder object. De bestaande ruimtelijke kwaliteit dient beschermd te worden door onder meer:

  • 1. bestaande groengebieden en speelplekken te behouden;
  • 2. waar mogelijk ruimte te bieden voor versterking van het leefklimaat;
  • 3. ruimte te bieden voor gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus;
  • 4. uitbreidingsmogelijkheden te bieden voor bestaande woningen.

Het plan is zo opgezet dat waar mogelijk ruimte is geboden om de ruimtelijke structuur in het plangebied te versterken. Binnen de verschillende bestemmingen wordt veel ruimte geboden voor groen, water, speelvoorzieningen en verblijfsgebied. Hiermee wordt de ruimte geboden een samenhangend netwerk van openbare ruimten te creëren.

5.3.2 Wijkeconomie

Een specifiek aandachtspunt voor de 'oudere' wijken Oost, Zuid en West is het versterken van de wijkeconomie. Uit het oogpunt van de wijkeconomie geldt voor de Sint Liduinastraat, Aleidastraat en het Rubensplein een specifieke regeling, afgestemd op het karakter van deze winkelstraten. Voor deze straten is behoud en versterking van het winkellint speerpunt van beleid. Voor deze straten geldt dat de begane grond bestemd is voor detailhandel, dienstverlening, bedrijven en maatschappelijke voorzieningen, waarbij aanvullend geldt dat bij detailhandel 'winkelondersteunende horeca', zoals een 'broodjescorner' bij een bakker, is toegestaan. Bovendien geldt dat het aantal zelfstandige horecagelegenheden mag uitbreiden in lijn met de uitgangspunten van het gemeentelijk horecabeleid (zie paragraaf 3.3.11).

Voor de overige, verspreid over de wijk liggende, veelal kleinschalige bedrijfs- en winkelruimten geldt een gemengde bestemming. Op grond van deze bestemming mag de begane grond worden gebruikt ten behoeve van detailhandel, dienstverlening, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen. Uitwisseling tussen deze functies is toegelaten. Ter versterking van de wijkeconomie is daarnaast voorzien in een regeling die bedrijf en/of beroep-aan-huis mogelijk maakt binnen de bestemming 'Wonen'.

5.3.3 Cultuurhistorie

In West komen op verschillende locaties cultuurhistorische waardevolle (of monumentale) gebieden en gebouwen voor. Deze cultuurhistorische gebieden en gebouwen, zoals het hofje in de Fabristraat, het Hofje van Belois en het Julianapark, hebben een eigen karakter en een eigen historie. Deze cultuurhistorisch waardevolle elementen worden beschermd middels de op behoud van de bestaande situatie gerichte dubbelbestemming 'Waarde - cultuurhistorie' (paragraaf 6.3.2).

5.3.4 Dakopbouwen

In het verleden zijn woningen in West verbouwd, waarbij de kap is vervangen door een dakopbouw. Het toelaten van dakopbouwen kan het straatbeeld verstoren. Om deze reden worden nieuwe dakopbouwen, mede gelet op het conserverende karakter van het bestemmingsplan, niet toegelaten. Bestaande dakopbouwen zijn, als zijnde de bestaande situatie, positief bestemd.

5.3.5 Woonboten

In het plangebied liggen aan de Westerkade een aantal woonboten. De tuinen behorende bij de woonboten zijn bestemd als 'Tuin' en kennen een op de aard en ligging van de tuinen toegesneden regeling voor bijgebouwen en erfafscheidingen. Het doel hiervan is om de woonboten vanaf de weg zichtbaar te maken. Het aantal ligplaatsen in de Westerhaven is afgestemd op de Havenverordening.

5.3.6 Openbare ruimte

Bij de inrichting van de openbare ruimte staat het creëren van één samenhangend netwerk van openbare ruimten voorop, alsmede een betere verdeling van het verkeer over de wijk en (daarmee) het verminderen van de druk van het autoverkeer op de wijk. Voor de oude buurten kan dit onder andere betekenen dat indien daar mogelijkheden voor bestaan, de parkeercapaciteit wordt uitgebreid door het herinrichten van straten en pleinen en het opheffen van restgroen. Het bestemmingsplan maakt deze dynamiek mogelijk door de openbare ruimte op te nemen in de verkeersbestemmingen ten behoeve van verkeer, parkeren en openbaar groen (inclusief restgroen c.q. snippergroen). Dit betekent dat de openbare ruimte flexibel kan worden ingericht, afhankelijk van de doelstellingen van de beheerder (de gemeente).