direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene gebruiksregels
Plan: Plaspoelpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bpplaspoelpolder-OH01

Artikel 26 Algemene gebruiksregels

26.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)

Als een verboden gebruik, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:

  • a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. als terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan of opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of gedeeltelijk uit gebruikte onderdelen samengestelde machines, voer-, vaar- of vliegtuigen c.q. onderdelen daarvan, die bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn, behoudens voorzover het betreft parkeren en overigens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. als opslagplaats van hout en/of aannemersmaterialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, of ten behoeve van bouw of andere tijdelijke werkzaamheden;
  • d. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.
26.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)

Als een verboden gebruik, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:

  • a. van gebouwen voor het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen als detailhandel, met uitzondering van het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen, waarvan de verkoop deel uitmaakt van de normale dienstverlening behorende bij het op hetzelfde perceel uitgeoefende bedrijf;
  • b. van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen, voor permanente bewoning;
  • c. van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.
26.3 Vormen van verboden gebruik (algemeen)

De in dit plan begrepen gronden en bouwwerken mogen uitsluitend worden gebruikt, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het bruto vloeroppervlak van de functie bouwmarkten mag in dit bestemmingsplan in totaal maximaal 4.680 m² bedragen;
  • b. in dit bestemmingsplan is uitsluitend het bestaand aantal horecabedrijven tot en met categorie 2, zoals bedoeld in Bijlage 2, toegestaan, met uitzondering van de bestaande horecabedrijven in categorie 3 zoals benoemd in Artikel 5 van de regels;
  • c. toevoeging van het aantal horecabedrijven op grond van artikel 20 en 28.3 is niet toegestaan indien dit leidt tot:
    • 1. de toevoeging van meer dan één fastfoodrestaurant van maximaal categorie 2, zoals bedoeld in Bijlage 2 van deze regels;
    • 2. de toevoeging van meer dan één restaurant in categorie 1c, zoals bedoeld in bijlage 2 van deze regels;
  • d. behoudens het bepaalde in artikel 27.2 is detailhandel in volumineuze goederen niet toegestaan.