7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
-
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voor het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarde van de bebouwing;
-
c. de bouwhoogte in meters mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)'.
7.2.2 Erfbebouwing
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor erfbebouwing de volgende bouwregels:
-
a. erfbebouwing mag zowel binnen als buiten een bouwvlak worden gebouwd in het achtererfgebied en voor zover gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing mag buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 80 m2;
-
c. de goothoogte van erfbebouwing mag niet meer mag bedragen dan 3 m;
-
d. de bouwhoogte van erfbebouwing mag niet meer bedragen dan 6 m;
-
e. alle erfbebouwing op het zijerf dat grenst aan openbaar gebied dient op tenminste 1 m afstand van de perceelsgrens te worden geplaatst.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
-
a. 7 m voor kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten;
-
b. 6 m voor geluidwerende voorzieningen;
-
c. 4 m voor reclame- en informatiezuilen;
-
d. 4 m voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
-
e. 2 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.