direct naar inhoud van 4.4 Geluid
Plan: Boulevard I
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2050Boulevard1-OH01

4.4 Geluid

Wegverkeerslawaai

Sinds 1 januari 2007 geldt de nieuwe Wet geluidhinder. De Wet geluidhinder vormt het toetsingskader voor wegverkeerslawaai, railverkeer en industrielawaai.

Ingevolge artikel 74 van de Wet geluidhinder heeft iedere weg een geluidszone. Deze geluidszone strekt zich uit vanaf de as van de weg tot een specifieke breedte aan weerszijden van de weg. De breedte van de zone is zodanig afgestemd op het type gebied langs de weg, het type weg en het aantal rijstroken van de weg, dat buiten de zone geen geluidhinder te verwachten is. De zonebreedte is ook afhankelijk van het feit of sprake is van een binnenstedelijke of buitenstedelijke situatie. Onder stedelijk gebied wordt verstaan: 'het gebied binnen de bebouwde kom, doch met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens' (artikel 1 Wet geluidhinder).

Voor woonerven en wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h is geen zone van toepassing, omdat van deze wegen geen geluidhinder wordt verwacht. De nieuw geprojecteerde woningen in het plan zijn gelegen binnen de geluidszones van de Boulevard, Koninginnelaan en Grote Stern. Voor de wegen in de omgeving van het bouwplan (binnenstedelijke wegen bestaande uit één of twee rijstroken), is de breedte van de zone dus 200 m.

Binnen zones langs wegen is de wettelijke voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen (scholen, ziekenhuizen e.d.) 48 dB (artikel 82, lid 1 Wet geluidhinder). In bepaalde gevallen kunnen hogere grenswaarden worden verleend. Voor nieuw te bouwen woningen in stedelijk gebied mogen deze grenswaarden maximaal 63 dB bedragen. (artikel 83, lid 2 Wet geluidhinder).

De geluidbelasting vanwege een weg moet worden berekend op basis van de maatgevende verkeersintensiteiten. De maatgevende verkeersintensiteiten zijn de gemiddelde intensiteiten voor het maatgevende jaar (waarin de hoogste geluidbelasting optreedt) of, wanneer alleen sprake is van een groei van de intensiteiten, de gemiddelde intensiteiten voor het jaar 10 jaar later.

Met behulp van de Standaard rekenmethode 2 is in overeenstemming met het Reken en meetvoorschrift geluidhinder 2006 de geluidbelasting op het bouwplan berekend. Voor de verkeersintensiteit en -verdeling van de betreffende wegen is uitgegaan van de gegevens uit de Regionale verkeersmilieukaart (RVMK, datum publicatie: 25 september 2006 in opdracht van de Stadsregio Rotterdam). In de RVMK zijn intensiteiten opgenomen voor het jaar 2015 (Raad van State-variant). Om intensiteiten voor het jaar 2018 te verkrijgen, is een groei van 1% per jaar verondersteld. De gegevens waarmee gerekend is, zijn verwerkt in tabel 4.1.

Tabel 4.1: Verkeersgegevens voor het peiljaar 2018

Straatnaam   Etmaal intensiteit (mvt/etmaal)   Snelheid (km/h)   Verharding wegdek  
Boulevard   1.300   60   DAB 0/16  
Koninginnelaan   2.010   30   DAB 0/16  
Grote Stern   2.520   50   DAB 0/16  

De hoogste geluidbelasting vanwege wegverkeer bedraagt 51 dB (inclusief 5 dB aftrek conform artikel110g Wet geluidhinder), vanwege het verkeer op de Boulevard. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden voor de woningen met een gevel aan de noordzijde van het plan. De geluidbelasting vanwege verkeer op de Koninginnelaan en de Grote Stern voldoet aan de voorkeursgrenswaarde.

Bovenstaande betekent dat in principe hogere grenswaarden dienen te worden vastgesteld. Voordat echter hogere grenswaarden kunnen worden vastgesteld dient te worden bezien in hoeverre geluidreducerende maatregelen mogelijk zijn. Dit kunnen maatregelen betreffen aan de bron of in het overdrachtsgebied tussen de bron en de nieuw geprojecteerde woningen.

Het wegdek van de boulevard bestaat uit 'standaard' asfalt van het type DAB 0/16. Door het wegdek te vervangen door een geluidarm type, kunnen de geluidbelastingen worden teruggebracht tot minder dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Gezien het kleine aantal nieuw te bouwen woningen ontmoet vervanging van het wegdek overwegende bezwaren van financiële aard zoals bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder.

Geconcludeerd dient dan ook dat parallel aan de procedure tot vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan door burgemeester en wethouders hogere grenswaarden voor wegverkeerslawaai dienen te worden verleend voor ten hoogste 51 dB.

Industrielawaai

Krachtens de Wet geluidhinder zijn zones vastgesteld rond de volgende twee industrieterreinen namelijk Botlek/Pernis en Maasvlakte/Europoort. De zones dienen als buffer tussen geluidbelastende industrie en geluidgevoelige bestemmingen (zoals woningen). Buiten de zone mag de geluidbelasting niet hoger zijn dan 50 dB(A) (artikel 48 lid 1 en artikel 44 Wet geluidhinder). Binnen de zone rond het industrieterrein bedraagt de voorkeursgrenswaarde 50 dB(A) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Er kunnen in bepaalde gevallen hogere grenswaarden worden toegestaan. Voor nieuw te bouwen woningen mogen de grenswaarden niet hoger zijn dan 55 dB(A) (art. 59 lid 1 Wet geluidhinder). Voor nieuw te bouwen woningen in een gebied gelegen binnen een zone van een industrieterrein met activiteiten die zeehavengebonden zijn en die noodzakelijkerwijs in de openlucht plaatsvinden, kan voor woningen waarvan de geluidbelasting in hoofdzaak wordt bepaald door die activiteiten, een grenswaarde worden vastgesteld van ten hoogste 60 dB(A) (art. 60 Wet geluidhinder), indien deze woningen worden gebouwd:

  • in het kader van een herstructurering, of
  • planmatige verdichting van een bestaand woongebied, of
  • aansluitend aan het bestaande woongebied en slechts sprake is van een beperkte uitbreiding van het bestaande woongebied.

De activiteiten op de industrieterreinen Botlek/Pernis en Maasvlakte/Europoort zijn zeehavengebonden. Bovendien vinden de meest luidruchtige activiteiten noodzakelijkerwijs in de openlucht plaats. Inpandige activiteiten hebben doorgaans slechts een beperkte bijdrage aan de totale geluidniveaus in de omgeving. Hiermee kan veilig worden gesteld, dat wanneer de totale geluidbelasting van een woning bepaald wordt door industrielawaai, de geluidbelasting in hoofdzaak wordt bepaald door de zeehavengebonden activiteiten die in de openlucht plaatsvinden.

Samenvattend gelden de volgende maxima bij het vaststellen van hogere grenswaarden voor industrielawaai:

  • 60 dB(A) wanneer industrielawaai door zeehavengebonden activiteiten bepalend zijn voor de geluidbelasting;
  • 55 dB(A) wanneer andere bronnen van industrielawaai bepalend zijn voor de geluidbelasting.

Voor de industrieterreinen Maasvlakte/Europoort en Botlek/Pernis zijn op 19 februari 1998 saneringsprogramma's vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Door de Minister van VROM is op basis van deze saneringsprogramma's op 5 juli 2000 een besluit genomen over de 'maximaal toelaatbare geluidniveaus' bij de rondom de industrieterreinen gelegen woonkernen. De geluidbelastingen vanwege de industrieterreinen zijn berekend met behulp van de rekenmodellen die ten grondslag liggen aan de bij de saneringsprogramma's behorende geluidcontouren.

De hoogste geluidbelasting vanwege industrielawaai bedraagt 56 dB(A) vanwege het gezoneerde industrieterrein Botlek/Pernis. Voor woningen uit het plan van de oostelijke toren met een zuidgevel vanaf de 5e bouwlaag is de geluidbelasting hoger dan 55 dB(A). Voor deze woningen moet een beroep gedaan worden op de 'Zeehavennorm'. De hoogste geluidbelasting vanwege het gezoneerde industrieterrein Maasvlakte/Europoort bedraagt 51 dB(A). De voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden voor woningen van de westelijke toren, met een noordwestgevel vanaf de 5e bouwlaag (vloerhoogte >12 m). Voor deze woningen moet een hogere grenswaarde worden vastgesteld.

Cumulatie van geluid

Ten aanzien van de cumulatie geldt, dat in alle gevallen slechts voor één bron sprake is van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. Negatieve effecten op het leefklimaat, als gevolg van cumulatie van meerdere geluidbronnen, treden hierdoor niet op.

Geconcludeerd wordt dan ook dat parallel aan de procedure tot vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan door burgemeester en wethouders, met toepassing van de zogenaamde zeehavennorm, hogere grenswaarden voor industrielawaai dienen te worden verleend voor ten hoogste 56 dB. Zie Bijlage 2 Rapport Geluidbelastingen d.d. 5 maart 2008 van de DCMR Milieudienst Rijnmond.