direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Boulevard I
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2050Boulevard1-OH01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, met dien verstande dat maximaal 40% van de woning – voor zover door dit laatste gebruik geen overlast ontstaat – mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep, met een maximum van 45 m²;
  • c. inwoning in verband met mantelzorg, uitsluitend in de vorm van afhankelijke woonruimte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een parkeergarage;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en erven;

met dien verstande dat per woning voorzien dient te worden in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen zoals vastgelegd in het gemeentelijk parkeerbeleid.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage.

5.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' worden uitsluitend gestapelde hoofdgebouwen gebouwd en daarbij behorende bergingen, mits het bebouwingspercentage niet wordt overschreden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een parkeergarage met een maximale ondergrondse bouwdiepte van 4 m onder peil;
  • c. het aantal woningen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan door middel van de maatvoeringaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • d. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in of binnen een afstand van 3 m tot de voorste bouwgrens te worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' het hoofdgebouw voor 70% in de gevellijn dient te worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen, voor zover gelegen voor de voorgevellijn, maximaal 1 m mag bedragen;
    • 2. bij hoekpercelen de afscheiding tot 3 m uit de voorgevellijn 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • b. kamerbewoning;
  • c. seksinrichtingen.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijven, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
    • 1. geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, dat onder categorie B of C van het Activiteitenbesluit valt, tenzij het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
    • 2. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
    • 3. het gebruik van de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
  • c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • d. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
  • e. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij de woning;
  • f. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning ten behoeve van aan-huis-gebonden bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 45 m².