Plan: | Zevenkamp en Nesselande |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1043ZevenkmpNes-oh01 |
Het van oorsprong moerassige veengebied is vanaf de vroege middeleeuwen langzamerhand door de mens in cultuur gebracht. Eerst ontstonden door ontginning en ontwatering landbouwperceeltjes, later werden door turfwinning en vervening grote plassen gevormd. Vanaf de 18e eeuw werden deze veenplassen bedijkt, drooggemalen en ontgonnen. Het gebied van Nesselande maakt deel uit van twee polders: de Eendragtspolder en de Prins Alexanderpolder, die respectievelijk in 1753 en 1874 werden drooggelegd. De polders vormen aparte waterstaatkundige eenheden. Met de inpoldering is in de Eendragtspolder het blokvorminge verkavelingspatroon voor de vervening hersteld. De Wollefoppenweg en de weg langs de Ringvaart zijn oude wegen, die in de loop der tijd verder bebouwd werden. In de Prins Alexanderpolder is een nieuwe ruimere verkaveling opgezet, die beter aansloot bij de gewenste perceelbreedtes van de boerenbedrijven in die tijd. Het plangebied bevindt zich op de overgang van het restveengebied in het zuiden en het oude zeekleilandschap in het noorden. In de 20ste eeuw verstedelijkt het gebied rond Nesselande, aan de westzijde van Nesselande groeit de stad Rotterdam door uitbreidingswijken in de Prins Alexanderpolder; Het Lage Land, Ommoord, Oosterflank en als voorlopige grens in de jaren tachtig Zevenkamp. Aan de zuidzijde groeiden Rotterdam en Capelle aan den IJssel aan elkaar. Het Rottemerengebied wordt vrijgehouden van stedelijking en in fasen ingericht als recreatiegebied. De Zevenhuizerplas, gegraven voor de ophoging van Schollevaar, Oosterflank en Zevenkamp, heeft een recreatieve bestemming. Oud Verlaat blijft een kleine kern ten zuidwesten van de Zevenhuizerplas.