31.2 Bouwregels
31.2.1 Algemeen
Op de voor 'Tuin - 5' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
-
a. in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pergola's, erfafscheidingen, speeltoestellen, keermuren, hellingbanen en vijvers;
-
b. tuinmeubilair mag niet hoger zijn dan 2,5 meter, speeltoestellen niet hoger dan 4 meter, pergola's niet hoger dan 3 meter, erfafscheidingen niet hoger dan 2 meter, met uitzondering van de erfafscheidingen in de voortuin, die niet hoger mogen zijn dan 1 meter;
-
c. een aanbouw over ten hoogste de volle breedte van het hoofdgebouw is toegestaan, waarbij de diepte van de uitbreiding maximaal 2,50 meter bedraagt, de hoogte van de uitbreiding de vloer van de eerste verdieping met maximaal 0,25 meter mag overschrijden; tevens is een dakterras toegestaan, waarbij de borstwering de vloer van de eerste verdieping met ten hoogste 1,25 meter mag overschrijden;
-
d. een aanbouw over ten hoogste de volle breedte van de tuin is toegestaan, waarbij de uitbreiding met het hoofdgebouw verbonden moet zijn door aanvullende bebouwing met een maximale hoogte gelijk aan de uitbreiding en een dusdanige breedte dat er een patioruimte van minimaal 3 meter breed resteert; de diepte van de uitbreiding maximaal 4,00 meter bedraagt; de afstand tussen de uitbreiding en het achterpad minimaal 1,20 meter bedraagt; de hoogte van de uitbreiding -indien plat afgedekt- de vloer van de eerste verdieping met maximaal 0,25 meter mag overschrijden en bij een licht hellend dak met de lage zijde aan de kant van de patio de hoogte de vloer van de eerste verdieping met maximaal 0,60 meter en aan de hoge zijde met maximaal 0,90 meter mag overschrijden; de voorgevelrooilijn samenvalt met de bestemmingsgrens van “Tuin - 2”.
31.2.2 Medebestemming
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.