direct naar inhoud van Artikel 30 Wonen - 2
Plan: Lombardijen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1019Lombard-oh01

Artikel 30 Wonen - 2

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen -2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen, met de daarbij behorende inpandige bergingen / garageboxen, alsmede aanbouwen en bijgebouwen, tuin en erf;
  • b. "Waarde - Archeologie", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.

30.2 Bouwregels
30.2.1 Algemeen

Op de voor "Wonen - 2" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.

30.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie", is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.

30.2.3 Bebouwingsnormen
  • a. Het maximum bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt 22, met dien verstande dat bedoeld percentage voor het perceel Karx Marxstraat 88 31 bedraagt.
  • b. De maximum bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt 5 meter, met dien verstande dat deze voor het hoofdgebouw aan de Karl Marxstraat 88 9 meter en voor de hoofdgebouwen aan de Schopenhauerweg 7 meter bedraagt.
  • c. Het bouwvolume van de woning aan de Karl Marxstraat 88 mag niet meer bedragen dan aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
  • d. Woningen mogen met een kap / schuin dakvlak worden afgedekt.
  • e. De afstand tussen hoofdgebouwen mag niet minder dan 10 meter bedragen, met dien verstande dat bedoelde maat ten minste 6 meter bedraagt voor de woningen aan de Schopenhauerweg.
  • f. De afstand van een hoofdgebouw tot de erfscheiding met een aangrenzend bouwperceel mag niet minder dan 3 meter bedragen, terwijl deze afstand voor het perceel aan de Karl Marxstraat 88 ten minste 1,25 meter dient te bedragen.
  • g. Erfafscheidingen mogen niet hoger zijn dan 2 meter, met dien verstande dat erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn niet hoger mogen zijn dan 1 meter.
  • h. Ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak", dienen gebouwen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd.
  • i. Een vrijstaande berging /garagebox mag niet groter zijn dan 35 m2; de bouwhoogte ervan mag niet meer bedragen dan 3 meter; de afstand van dit gebouw tot een erfscheiding met een aangrenzend bouwperceel mag niet minder dan 1,25 meter zijn.

30.3 Specifieke gebruiksregels
30.3.1 Woningen

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep/bedrijf, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30 % wordt gebruikt voor werkactiviteiten, t.w. kleine kantoren, maatschappelijke voorzieningen (niet geluidsgevoelig), alsmede bedrijven t/m categorie 1 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;
  • b. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen;
  • c. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  • d. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van de werkactiviteiten.
30.3.2 Garageboxen

Garageboxen (al dan niet inpandig) mogen uitsluitend worden gebruikt voor stalling van (motor)voertuigen en als (huishoudelijke) berging.

30.4 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.3.1 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.