Plan: | Jaffa-West |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1014JaffaWest-oh01 |
Het plangebied in de huidige vorm is vrijwel geheel verhard, met slechts op enkele plaatsen onverhard oppervlak in de vorm van groenvoorzieningen en tuinen. Het bestemmingsplangebied bevat een deel van de Boezem, dit is het enige oppervlaktewater binnen het plangebied. Ten oosten van het gebied ligt een watergang langs de Ramlehweg/Ramlehstraat (Libanonsloot, ook wel Ramlehsloot genoemd). Het maaiveld in het gebied ligt gemiddeld rond de NAP -1 meter. Met uitzondering van de Boezem, is de rest van het plangebied onderdeel van het peilgebied van de Kralingse Plas (GPG-160), dat een flexibel peil heeft van NAP -2,30 meter tot NAP -2,35 meter. Het oppervlaktewater wordt op peil gehouden door gemaal Kralingse Plas, dat water uitslaat op de Boezem. De Boezem heeft een waterpeil op NAP - 1,00 m en wordt bemalen door gemaal Schilthuis dat overtollig water via het Boerengat op de Nieuwe Maas loost. Uit Waterplan 2 Rotterdam en het deelgemeentelijk waterplan blijkt dat het peilgebied geen waterbergingstekort heeft vanwege de mogelijkheid om het grootte oppervlak van de Kralingse Plas bij wateroverlast te benutten als waterberging.
In het plangebied zijn de grondwatergegevens van een zestal peilbuizen gebruikt om een beeld te krijgen van de grondwaterstand in het gebied. Gemiddeld ligt de maaiveldhoogte in het gebied op ongeveer NAP -1 meter. Uitgaande van deze hoogte, geeft dit overal een ontwateringsdiepte die hoger ligt dan 0,9 meter. Een minimale ontwateringsdiepte van 0,8 meter wordt aangeraden om het risico op grondwateroverlast te voorkomen. Er is dus geen grondwateroverlast te verwachten.
Doordat de ontwateringsdiepte lokaal groot is, is er wel kans op grondwateronderlast. Om te bepalen of gebouwen hiervoor gevoelig zijn, is nagegaan welk type fundering er in de wijk is toegepast. Bij te lage grondwaterstanden is er een risico dat de paalkoppen van de fundering droog komen te staan en is er een kans dat ze gaan rotten. Dit wordt bevestigd door het onderzoek dat Rotterdambreed is uitgevoerd naar gebieden waar kans op problemen bestaan voor houten paalfunderingen: het plangebied en de omgeving vallen binnen het risicogebied. Daarnaast kan een lage grondwaterstand ook effect hebben op de stabiliteit van de boezemwaterkering, zettingen veroorzaken door oxidatie van veen en leiden tot verdrogingsschade bij groen.
De waterkering van de Boezem maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan. Op de plankaart is het ruimtebeslag van de kern- en beschermingszone van de boezemwaterkeringen van het plangebied weergegeven.
De primaire kering voor de Nieuwe Maas die deel uitmaakt van dijkring 14 ligt 600 รก 700 meter ten zuiden van het plangebied.
Voor de waterveiligheid wordt gekeken naar het risico voor overstroming. Risico is de kans van optreden van een overstroming, vermenigvuldigd met de gevolgen. De kans wordt bepaald door de normfrequentie die voor de dijkring en boezemwaterkeringen is vastgesteld.
Voor dijkring 14 is deze normfrequentie 1/10.000 jaar, wat inhoudt dat de kering beschermt tegen hoog water dat gemiddeld eens per 10.000 jaar voorkomt. De boezemwaterkering heeft een norm van 1/1.000 jaar.
Voor de gevolgenkant zijn meerdere aspecten van belang, zoals de afstand tot de waterkering, de maaiveldhoogte in het gebied en de economische en maatschappelijke "waarde" in het gebied.
Jaffa-West ligt aan de boezemwaterkering, waardoor de stroomsnelheid en de directe gevolgen bij een nabij gesitueerde doorbraak groot kunnen zijn. Doordat het maaiveld in het gebied op het niveau van het boezemwaterpeil ligt, is de kans op grote schade beperkt.
Om een indicatie te geven van de overstromingsdiepte in het gebied bij een doorbraak van de primaire kering (Nieuwe Maas) kan gebruik gemaakt worden van overstromingskaarten van de provincie Zuid-Holland. De provincie heeft voor de gehele provincie berekend hoe het gebied kan onderlopen en welke overstromingsdiepte op elke locatie bereikt kan worden. In onderstaande figuur is voor het plangebied en de omgeving daar omheen.
Doordat de berekening niet alleen voor het plangebied zelf is uitgevoerd, is het detailniveau echter beperkt. Wel blijkt duidelijk dat als de kering van de Nieuwe Maas doorbreekt er grote kans is op schade. Uit de kaart blijkt dat de overstromingsdiepte rondom het plangebied 2 tot 5 meter kan bereiken. Doordat de normfrequentie voor de primaire waterkering op 1 keer per 10.000 jaar ligt, is het risico van een overstroming zeer beperkt.