direct naar inhoud van 3.6 Stadsgezichten en monumenten
Plan: Nieuw Crooswijk II
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1001NwCrooswijk-oh01

3.6 Stadsgezichten en monumenten

3.6.1 Algemeen

De gemeente Rotterdam heeft een groot aantal objecten en gebieden die vanwege cultuurhistorische waarden worden beschermd. Voor de bescherming wordt gebruik gemaakt van bestaand instrumentarium. In het bestemmingsplan zijn geen nadere planologische regelingen opgenomen - behoudens (indien aan de orde) de planologische bescherming die overeenkomstig de Monumentenwet (1988) dient te rusten op een beschermd dorps- of stadsgezicht en/of de Monumentenverordening Rotterdam 2003. De gemeente Rotterdam maakt onderscheid tussen de volgende gebieden en gebouwen:
- Beschermde stadsgezichten (BS)

Rotterdam heeft alleen rijksbeschermde stadsgezichten. Een beschermd stadsgezicht is een groep van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens schoonheid, onderlinge ruimtelijke structurele samenhang of wetenschappelijke waarde. De bescherming richt zich op de stedenbouwkundige karakteristiek en op een samenhangend geheel van straten en bebouwing. Het gaat om gebieden die ouder zijn dan vijftig jaar (Monumentenwet). Na aanwijzing van een beschermd stadsgezicht dient er binnen twee jaar een bestemmingsplan beschikbaar te zijn waarin de historische kwaliteiten en de relatie tot eventuele toekomstige ontwikkelingen vastliggen (Wro).

- Wederopbouwaandachtsgebieden

Naast de van rijkswege beschermde stadsgezichten heeft Rotterdam in de binnenstad een aantal wederopbouwaandachtsgebieden met een waardevolle samenhang tussen het stratenplan, de invulling van de bouwblokken en de architectuur. Bij nieuwe ontwikkelingen dient bekeken te worden hoe deze historische kwaliteiten kunnen worden behouden. Betreffende gebieden hebben geen juridische status. Wel hebben B en W in 1998 vastgesteld dat de historische kwaliteiten van deze waardevolle ensembles onderdeel uitmaken van het stedenbouwkundig plan en het bestemmingsplan.

- Rijksmonumenten (RM) en Gemeentelijke monumenten (GM)

Een rijks- of gemeentelijk monument kan zijn een gebouw, water, terrein of een ander object dat van nationaal belang is (rijksmonument), of van algemeen belang voor Rotterdam is (gemeentelijk monument), vanwege de schoonheid, betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistorische waarde. Dit is vastgelegd in respectievelijk de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening Rotterdam 2003. Bij een monument gaat het om een bouwwerk of complex, zowel buiten als van binnen. Voor een rijksmonument geldt dat het object ten minste vijftig jaar oud moet zijn. Deze leeftijdsgrens is niet van toepassing bij gemeentelijke monumenten. Als vanzelfsprekend is het verboden om wijzigingen aan te brengen aan een beschermd monument zonder vergunning.

- Beeldbepalende Objecten (BO) en Beeldbepalende gevelwanden (BG)

In Rotterdam is een groot aantal objecten te vinden die geen status hebben als gemeentelijk monument, maar wel karakteristiek zijn, zogenaamde beeldbepalende objecten. Ook kent Rotterdam monumentale karakteristieke gevelwanden. Deze komen zelden in aanmerking voor een monumentstatus, maar bepalen voor een belangrijk deel wel het karakter van een buurt of de stad.

Ten aanzien van beeldbepalende objecten en beeldbepalende gevelwanden zijn geen juridische consequenties verbonden in de voorschriften.

3.6.2 Monumenten

Hieronder zullen, op basis van gegevens van het gemeentelijke Bureau Monumenten, de gebouwen en gebieden, indien aanwezig binnen het plangebied, besproken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde besproken worden:

Rijksmonumenten

Crooswijksebocht 30: Drenkelingenhuisje annex arbeiderswoning, 1895 Crooswijksebocht 31: Toegangspoort, Alg. Begraafplaats, 1832

Crooswijksebocht 31: Begraafplaats met parkaanleg en bijbehorende
vakindeling, beplanting en padenstelsels, hekwerk
1832

Crooswijksebocht 31: Grafheuvel met zerkenvierkant en grafcirkel, ca. 1930

Crooswijksebocht 31: Baarhuisje, 1899

Crooswijksebocht 31; Kerkhoflaan 5: Wachtlokaal annex opzichterwoning, 1899

Kerkhoflaan 5: Portiekwoningen en hek, 1913-1915

Kerkhoflaan 5: Aula, 1915

Gemeentelijke monumenten

Nieuwe Crooswijkseweg 123-125: Poortgebouw en R.K Begraafplaats, 1869-1936

Nieuwe Crooswijkseweg 123-125: Grafkapel, 1869-1936

Beeldbepalende objecten

Paradijslaan 141: Bedrijfspand, ca 1930

Los van de objecten met een monumentenstatus, is er in het Masterplan Nieuw Crooswijk een aantal waardevolle elementen van het bestaande Nieuw Crooswijk gehandhaafd. Markante gebouwen en gebouwen die cultuurhistorische waarde en collectief geheugen vertegenwoordigen (wasserij, kleuterschooltje, Paradijslaan noordzijde, gebouwen en ommuring begraafplaatsen).

3.6.3 Beschermde stadsgezichten

Een bescherming van Nieuw Crooswijk als beschermd stadsgezicht is niet aan de orde.

3.6.4 Reserveboezem III

Het wooncomplex Reserveboezem III, een driehoekig wooncomplex met twee rechte en een gebogen zijde wordt omsloten door Kerkhofstraat, Rusthofstraat en Kerkhoflaan. Het is in 1924 gebouwd door de Maatschappij voor Volkswoningen, bedoeld voor 'onvolledige' gezinnen. Op het binnenterrein is dan ook een 'kinderbewaarplaats' (kinderdagverblijf) gesitueerd. Dit grote binnenterrein is kenmerkend voor deze sociale woningbouw.

Tijdens de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan heeft de gemeenteraad naar aanleiding van de motie Çelik (raadsstuk 2006-275) om nader onderzoek gevraagd. Naar aanleiding daarvan kan het volgende opgemerkt worden:

Reserveboezem III heeft gezien haar bijzondere opzet met betrekking tot de combinatie van kinderloze echtparen en onvolledige gezinnen een unieke cultuurhistorische waarde. Daarbij moet wel geconstateerd worden dat het concept als zodanig nooit heeft gefunctioneerd. Bovendien is het ruimtelijk concept, vormgegeven in de woningplattegronden, in de jaren tachtig van vorige eeuw door renovatie-ingrepen volledig verloren gegaan. Het is van belang het theoretisch cultuurhistorisch verhaal vast te leggen in een gedegen documentatie. Hetgeen reeds gebeurd is door architectuurhistoricus drs. L.M.P. Van Meijel in het rapport 'Cultuurhistorische waardestelling Reserveboezem III' d.d. 23 maart 2007.

Betreft de ruimtelijke kwaliteiten hebben voorgaande trajecten, zoals het Monumenten Inventarisatie Project (MIP; gemeente Rotterdam en Rijksdienst voor Monumentenzorg) niet geleid tot opname in de MIP-lijst of tot aanwijzing als Rijksmonument. Ook in het daarna gehouden inventarisatieproject naar gemeentelijke monumenten is, na nadere bestudering, geen aanleiding gevonden om het blok alsnog te betrekken bij dit inventarisatieproject.

Het voorgaande in overweging genomen, aangevuld met stedenbouwkundige en financiële overwegingen, de grote beperkingen voor het realiseren van de nieuwe ruimtelijke structuur zoals vastgelegd in de structuurvisie en het masterplan respectievelijk het negatieve effect op de exploitatiebegroting, heeft de gemeenteraad besloten niet tot handhaving van het blok Reserveboezem III over te gaan.