Plan: | Nieuw Crooswijk II |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1001NwCrooswijk-oh01 |
De voor "Leiding - Hoogspanning" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor 3 stuks 150 kV ondergrondse hoogspanningsverbindingen.
Op de in artikel 17.1 genoemde gronden mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de functie "Leiding - Hoogspanning".
De in de bestemming passende bouwwerken, zoals pomp-, regel-, meetstations mogen per gebouw niet groter zijn dan 80 m3 .
In afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) mag op de in artikel 17.1genoemde gronden niet ten behoeve van die bestemmingen worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 17.2.3 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming "Leiding - Hoogspanning" en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere bestemming(en) dan "Leiding - Hoogspanning", mits het belang van de hoogspanningsverbinding hierdoor niet wordt geschaad. Niet afgeweken kan worden verleend voor bebouwing binnen 4 meter gemeten aan weerszijden uit de hartlijn "Leiding - Hoogspanning".
Alvorens bij een omgevingsvergunning af te wijken winnen zij het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsverbinding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning, ter bescherming van bedoelde verbinding.
Op de voor "Leiding - Hoogspanning" bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 17.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen / ondergrondse hoogspanningsverbindingen of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsverbinding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsverbinding.