direct naar inhoud van 4.4 Watertoets
Plan: Cornelisland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.CORN2012-VG01

4.4 Watertoets

Waterbeheer en watertoets

In een vroeg stadium van de planvorming moet overleg worden gevoerd met de waterbeheerder. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, die verantwoordelijk is voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen over de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie.;
  • Verordening Ruimte

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe het waterschap Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het niet alleen om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid. Het heeft ook betrekking op het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.

Gemeentelijk beleid

Het Waterplan Ridderkerk 2008-2012 is een product van de gemeente Ridderkerk en het waterschap Hollandse Delta. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visies en ambities op lange termijn en de daarbij horende doelstellingen op korte termijn beschreven.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2008-2011 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Binnen dit plan is er sprake van drie verschillende zorgplichten: stedelijk afvalwater, afstromend hemelwater en afvloeiend grondwater. De doelstellingen van de zorgplichten sluiten aan bij de uitgangspunten van de KRW.

Watersysteem

Voor het bedrijvenpark Cornelisland is een gedeeltelijk nieuw watersysteem ontworpen met als doel een duurzamer en meer zelfvoorzienend watersysteem te realiseren. De belangrijkste kenmerken van het nieuwe watersysteem zijn het scheiden van schone en relatief vuile waterstromen, de inrichting van de watergangen en de aanleg van een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel waarmee het hemelwater naar het oppervlaktewater wordt afgevoerd.

De grondwaterstand in het plangebied is relatief ondiep; de grondwaterstand in het peilgebied varieert als gevolg van het aangehouden zomer- en winterpeil en bevindt zich van nature op 20 tot 50 cm beneden maaiveld. In het gebied treedt in beperkte mate kwel op. De grondwaterstroming binnen het plangebied is gericht naar het zuidwesten en wordt beïnvloed door een grondwateronttrekking in Barendrecht.

Het plangebied maakt deel uit van het peilgebied 23a. In het plangebied wordt een zomerpeil van NAP -2,6 m en een winterpeil van NAP -2,8 m gehanteerd.

In het uiterste zuidoostelijke deel van het plangebied, ter hoogte van de A15, is een regionale waterkering gelegen. De keurzone van deze waterkering zal op de verbeelding worden opgenomen. In de regels worden voorwaarden aan activiteiten binnen deze zone gesteld.

Over de benodigde waterberging en watertransport zijn in het raamplan 'Bedrijvenpark Cornelisland', dat in overleg met de waterbeheerders en de gemeenten Ridderkerk en Barendrecht is opgesteld en door burgemeester en wethouders is vastgesteld bij brief van 21 mei 2001, afspraken gemaakt.

In het kader van de 'eerste uitwerking 2007' is in overleg met de waterbeheerder een aantal wijzigingen ten opzichte van het 'moederplan' bestemmingsplan bedrijvenpark Cornelisland-Ridderkerk doorgevoerd. Deze wijzigingen zijn goedgekeurd en vastgelegd in bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Cornelisland-Ridderkerk 1e uitwerking 2007'. Het betreft:

  • de oorspronkelijk geplande hoofdwatergang langs de in het plangebied gelegen waterleiding is komen te vervallen;
  • de hoofdwatergang langs het Zevenbergsedijkje; de functie wordt deels gecombineerd met de watergang in de groene bufferzone;
  • de hoofdwatergang langs de hoogspanningsleiding krijgt geen verbinding met de noordelijke hoofdwatergang;
  • de bermsloot langs de rijksweg wordt niet losgekoppeld.

Het voorliggende bestemmingsplan is gebaseerd op deze in het kader van de 1uitwerking gemaakte afspraken. Bedrijventerrein Cornelisland bevat relatief veel open water. Er wordt ruim 6 ha open water gerealiseerd.

Nadat de Keur is vastgesteld zal worden bepaald hoe de hoofdwatergangen worden voorzien van een beschermingszone.

Binnen het plangebied ligt langs de A16 een regionale waterkering. Deze is op de verbeelding en in de regels voorzien van een passende bescherming.

Grondwaterbeschermingsgebied

Het plangebied ligt gedeeltelijk in de boringsvrije zone van een grondwaterbeschermingsgebied. Ter bescherming van de grondwaterkwaliteit dient voor bouwwerkzaamheden en graafwerkzaamheden dieper dan 2,5 m afstemming met de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland plaats te vinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0597.CORN2012-VG01_0007.png"

Figuur 4.2 Grondwaterbeschermingsgebied

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. De ontwikkeling voldoet dan ook aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer en heeft geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving.