direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur - Cultuurhistorische en Landschappelijke waarde-2
Plan: Donckse Velden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPSLIK2010DoncVeld-OH01

Artikel 11 Natuur - Cultuurhistorische en Landschappelijke waarde-2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Cultuurhistorische en Landschappelijke waarde-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische, natuur- en landschapswaarden;
  • b. het wonen, uitsluitend binnen cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
  • c. congresruimtes, horeca-activiteiten van ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten en kantoren;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 8 m;
  • d. de maximaal oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste 750 m²;
  • e. het bestaande aantal woningen mag niet worden uitgebreid;
  • f. de gevelbreedte van vrijstaande en aaneengesloten gebouwen bedraagt maximaal 20 m;
  • g. de omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend nadat deskundigen op het gebied van monumenten, natuur en landschap advies hebben uitgebracht.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 om na sloop van de reeds aanwezige glasopstanden en bijbehorende bedrijfswoning, gebouwen toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen ten hoogste 4 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste 8 m bedraagt;
  • d. de maximale oppervlakte van gebouwen ten hoogste 750 m² bedraagt;
  • e. de bebouwing bijdraagt aan de cultuurhistorische waarde van het gebied;
  • f. geen nieuwe woningen worden gebouwd;
  • g. de omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend nadat deskundigen op het gebied van monumenten, natuur en landschap advies hebben uitgebracht.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur - Cultuurhistorische en Landschappelijke waarde-2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • f. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties.

11.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

11.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, cultuurhistorische en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.