direct naar inhoud van 4.9 Bodem
Plan: Schoolmeesterswoning
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPRIJS2012schoolmw-OH01

4.9 Bodem

Normstelling en beleid

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Onderzoek 

In het plangebied is een verkennend bodemonderzoek en een waterbodemonderzoek uitgevoerd. De volledige rapportages van deze onderzoeken zijn opgenomen in Bijlage 4 respectievelijk Bijlage 5.

Verkennend bodemonderzoek

Aan de hand van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:

Bovengrond

  • in de bovengrond zijn plaatselijk bijmengingen met bodemvreemd materiaal (baksteen en puin) waargenomen. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen en oliegerelateerde producten waargenomen;
  • de bovengrond is (plaatselijk) licht verontreinigd met koper, kwik, lood, zink, PAK en PCB en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen en minerale olie.

Ondergrond

  • in de ondergrond zijn plaatselijk bijmengingen met bodemvreemd materiaal (baksteen) waargenomen. In het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen en oliegerelateerde producten waargenomen;
  • de ondergrond is (plaatselijk) licht verontreinigd met kwik en lood en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, PCB's, PAK en minerale olie.

Grondwater

  • het grondwater is licht verontreinigd met barium en xylenen en is niet verontreinigd met de overige onderzochte zware metalen, vluchtige aromaten, VOCI en minerale olie.

De gemeten resultaten zijn dermate gering dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel ingevolge de Wet bodembescherming, niet noodzakelijk is.

Wateronderzoek

Doel van het wateronderzoek is het verkrijgen van inzicht in de chemische kwaliteit van het vrijkomende slib, de onderliggende bodemlaag en de daarmee samenhangende toepassingsmogelijkheden naar aanleiding van het dempen van de watergang.

Conclusie

Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat de bodemkwaliteit en de kwaliteit van het vrijkomende slib en onderliggende bodemlaag de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.