direct naar inhoud van 4.3 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Oostendam
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPODAM2010KERN-OH01

4.3 Bedrijven en milieuzonering

Beleid en normstelling

Ten aanzien van de ontwikkelingen in het plan dient rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder door omliggende bedrijven. Uitgangspunt daarbij is dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van de woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt milieuzonering toegepast. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen of gewenst zijn, wordt gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) 'functiemenging'. Milieuzonering met behulp van de SvB 'functiemenging' is niet gebaseerd op richtafstanden ten opzichte van milieugevoelige functies. In de SvB 'functiemenging' wordt per bedrijfsactiviteit bekeken in welke mate deze direct naast woningen toelaatbaar is. In de bijlage van dit bestemmingsplan is een toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de SvB 'functiemenging' opgenomen.

Naast milieuzonering in het bestemmingsplan vindt afstemming van bedrijven met de omgeving ook plaats via het milieuspoor. Bedrijven moeten een melding doen in het kader van het Activiteitenbesluit of hebben een omgevingsvergunning nodig.

Onderzoek

In de kern van oostendam komt verspreid liggend bedrijvigheid voor, voornamelijk aan de Pruimendijk en de Damweg. Het gaat om historisch gegroeide situaties. Bedrijfsactiviteiten uit categorie A en B1 uit de SvB 'functiemenging' zijn hier algemeen toelaatbaar. Bedrijfsactiviteiten uit deze categorie kunnen direct naast woningen worden uitgeoefend. Bedrijven die passen binnen deze algemene toelaatbare categorieën A en B1 hebben in het bestemmingsplan een bedrijfsbestemming gekregen met de aanduiding dat ten hoogste bedrijven uit categorie B1 zijn toegestaan. Bestaande bedrijven die niet passen in categorie A of B1 en bedrijven die niet zijn opgenomen in de SvB 'functiemenging' hebben een bedrijfsbestemming met een specifieke aanduiding. Daarmee zijn bedrijfsactiviteiten toegestaan die vallen in categorie A of B1 of die overeenkomen met de specifieke omschrijving van bedrijfsactiviteiten. In Bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de aanwezige bedrijven voor zover deze niet passen binnen de algemene toelaatbaarheid, inclusief de bijbehorende bestemmingsregeling.

Conclusie

De aanwezige bedrijven en bedrijfslocaties zijn gezoneerd met behulp van de SvB 'functiemenging'. Daarmee wordt in het ruimtelijke spoor voorkomen dat in de toekomst onaanvaardbare milieuhinder ontstaat in de omgeving van bedrijven. Tevens kunnen de huidige bedrijfsactiviteiten blijvend worden uitgeoefend. Het aspect bedrijven en milieuzonering staat de vaststelling van het plan niet in de weg.