direct naar inhoud van 4.10 Leidingen
Plan: Bolnes Maasoever - Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPBOLN2012BOLNESMO-OH01

4.10 Leidingen

Beoogde ontwikkeling

Ten oosten van het plangebied is een 150 Kv-hoogspanningsverbinding aanwezig. Overige planologisch relevante leidingen zijn in het plangebied of de directe omgeving niet aanwezig.

Toetsingskader

De staatssecretaris van VROM heeft in 2005 en 2008 een tweetal adviezen1 gepubliceerd over het omgaan met de ontwikkeling van gevoelige bestemmingen in de omgeving van hoogspanningslijnen. De staatssecretaris adviseert om ingeval van ontwikkeling van gevoelige functies binnen deze zones (functies waar kinderen van 0 tot 15 jaar langdurig kunnen verblijven, zoals wonen, scholen en kinderopvangvoorzieningen), onderzoek te doen naar de magneetveldsterkte. Nieuwe situaties waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is of kan zijn dan 0,4 microTesla (de specifieke magneetveldzone) moeten zoveel mogelijk worden vermeden. In overleg met de netbeheerder worden bepaald wat de specifieke zone is.

Door de elektriciteitsbedrijven (SEP) en het Staatstoezicht op de Volksgezondheid en de Milieuhygiëne worden ten behoeve van de veiligheid en het onderhoud rondom hoogspanningsverbindingen belemmeringenstroken gehanteerd.

Onderzoek

Ten oosten van het plangebied ligt het tracé van de 150 kV bovengrondse hoogspanningsleiding Waalhaven-Krimpen a/d IJssel. Dit tracé kruist de Nieuwe Maas. Voor deze hoogspanningslijn geldt een indicatieve zone van 80 m aan weerszijden van de leiding. Tevens geldt voor deze hoogspanningslijn een belemmeringenstrook met een breedte van 27,5 m aan weerszijden van de leiding (gerekend vanuit de hartlijn). De belemmeringenstrook reikt niet tot in het plangebied.

Omdat de indicatieve zone reikt tot in het plangebied, is door KEMA een onderzoek uitgevoerd naar de specifieke magneetveldzone. Deze specifieke zone betreft het gebied waar de jaargemiddelde magneetveldsterkte hoger is dan 0,4 microTesla of in de toekomst kan worden en geldt over de gehele lengte van een spanveld tussen twee masten. In onderstaande tabel zijn de berekeningsresultaten weergegeven voor de spanvelden tussen de masten 36, 37, 38 en 39, die ter hoogte van het plangebied zijn gelegen. De berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van de handreiking van het RIVM.

Tabel 4.6 Specifieke magneetveldzones 150 kV Waalhaven-Krimpen

specifieke magneetveldzones voor de spanvelden 36-39  
spanveld tussen de masten   specifieke zone (m)1)  
36-37   75  
37-38   75  
38-39   85  
39-40   70  

1) Afgerond op 5 m conform richtlijn RIVM.

Nabij het plangebied is een mast met nummer 39 aanwezig. Voor het bestemmingsplan zijn de magneetveldzones tussen de masten 38-39 (zuidelijk) en 39-40 (noordelijk) van belang. De masten 39 en 40 staan aan weerszijden van de Nieuwe Maas. Deze beide masten zijn veel hoger dan de overige masten in verband met de doorvaart van scheepvaartverkeer.

Aanvullend 3D-onderzoek

Het feit dat de geleiders zich ter plaatse van de masten op de rivieroevers op grotere hoogte boven het maaiveld bevinden dan in het midden van een spanveld, is van invloed op de daadwerkelijk voorkomende magneetveldsterkte in de omgeving van de masten. Vanwege de aanwezigheid van uitzonderlijke hoge masten op de rivieroevers in de omgeving van het plangebied heeft KEMA, in afwijking van de handreiking, magneetveldcontouren berekend met behulp van een 3D-model. De berekeningsresultaten zijn opgenomen in een aanvullende notitie (zie Bijlage 11) op het oorspronkelijke onderzoek naar de ligging van de specifieke magneetveldzones. De resultaten zijn door middel van contouren weergegeven in figuur 4.7. In overeenstemming met de handreiking zijn de berekeningen uitgevoerd voor een rekenhoogte van 1 m boven het maaiveld. Uit de berekeningen met het 3D-model blijkt dat op ter plaatse van het plangebied geen magneetveldsterkten voorkomen van meer dan 0,4 microTesla. Omdat binnen het plangebied deels ook gestapelde bebouwing wordt toegelaten, zijn ook magneetveldcontouren op hogere bouwhoogtes berekend. Daaruit blijkt dat op een klein deel van het plangebied, waar een bouwhoogte van 25 m is toegelaten, bij een bouwhoogte hoger dan 20 m sprake kan zijn van een magneetveldsterkte van meer dan 0,4 microTesla. Om te voorkomen dat verblijfsruimtes worden gebouwd die binnen die contour zouden vallen, is daarom in de regels een extra onderzoeksverplichting opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0597.BPBOLN2012BOLNESMO-OH01_0018.png"Figuur 4.7 Ligging 0,4 microTesla magneetveldcontouren volgend uit 3D-model berekeningen (bron: Kema)

Conclusie

Uit de berekeningen volgt dat de 0,4 microTesla veldcontour alleen op grotere hoogte reikt tot in het plangebied. In de regels is vastgelegd dat geen verblijfsruimten binnen deze contour mogen worden gebouwd. Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een verwaarloosbare magneetveldsterkte. Vanuit het oogpunt van gezondheid is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.