Plan: | Bestemmingsplan Zoutman e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0595.BedrterZoutman10-BP80 |
Beleidskader
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient een bodemonderzoek te worden verricht met het oog op de beoordeling van de realiseerbaarheid van een bepaalde bestemming(wijziging). In de praktijk wordt begonnen met een toets aan het Bodem Informatie Susteem (BIS) die eventueel uitgebreid kan worden met achtereenvolgens een historisch onderzoek conform de NVN 5725 en een verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740 dan wel een daarvan afgeleid grofmaziger onderzoek dat is toegesneden op het stadium van planvorming.
Het uit te voeren bodemonderzoek kan ook worden gebruikt (samenloop) of is noodzakelijk ten behoeve van andere (wettelijke) kaders:
Situatie
De gemeente Reeuwijk beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan6. Daardoor is grondverzet conform de regels van de Ministeriƫle Vrijstellingsregeling Grondverzet in principe mogelijk.
Uit het milieukundig onderzoek blijkt, dat er (in het verleden) potentieel bodembedreigende (bedrijfsmatige) activiteiten plaats vonden binnen het plangebied. De gevolgen hiervan in verschillende situaties zijn als volgt.
Bedrijventerrein Zoutman
Indien er momenteel bedrijfsactiviteiten plaatsvinden die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken zal in het kader van de handhaving vanuit de Wet milieubeheer toegezien moeten worden op het voorkomen van bodemverontreiniging en eventueel het ongedaan maken van de bodembelasting.
Ontwikkellocaties op bedrijventerrein Zoutman
Op beide ontwikkellocaties (wooncomplex Zoutmansweg en Leliepoel) op het bedrijventerrein Zoutman is bodemonderzoek uitgevoerd en is geen vervolgonderzoek nodig.
Omgevingsvergunning voor het bouwen
Op diverse locaties zijn onderzoeken uitgevoerd in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Een bodemonderzoek kan voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen gebruikt worden als deze niet ouder is dan 2 tot 5 jaar. Indien het onderzoek verouderd is, dient er een historisch onderzoek overeenkomstig de NVN 5725 uitgevoerd te worden.
Indien er binnen het bestemmingsplangebied een omgevingsvergunning voor het bouwen zal worden aangevraagd dient er tenminste een historisch onderzoek conform de NVN 5725 te worden uitgevoerd. De omgevingsvergunning kan worden afgegeven als de kwaliteit van de bodem in voldoende mate is vastgelegd.