Plan: | Landelijk gebied Hekendorp Papekop |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0589.LGHenP-VA02 |
het bestemmingsplan Landelijk gebied Hekendorp Papekop met identificatienummer NL.IMRO.0589.LGHenP-VA02 van de gemeente Oudewater.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden in de perceelsgrens zijn gebouwd, met dien verstande dat de eindwoning slechts aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens hoeft te worden gebouwd.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een onzelfstandige woonruimte, ofwel een woning zonder eigen toegang en/of met een gedeelde keuken of een gedeeld toilet.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van land- en tuinbouw.
een agrarische activiteit die mag worden uitgeoefend, mits de activiteit ondergeschikt blijft aan de hoofdbestemming.
agrarische activiteiten, voornamelijk bij wijze van liefhebberij.
bedrijf dat gericht is op het toeleveren van zaai- en pootgoed, gewasbeschermingsmiddelen en andere producten aan agrarische bedrijven (agrarische handels- en exportbedrijven daaronder niet begrepen).
proces waarbij de uitvoering van niet-archeologische werkzaamheden door een archeoloog wordt begeleid en waarbij in het Programma van Eisen (PvE) de onderzoeksvra(a)g(en) en de te behalen onderzoeksdoelstellingen worden verwoord.
onderzoek dat wordt verricht door een dienst, bedrijf of instelling dat werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
het vermoeden over het voorkomen van (de aard, omvang en kwaliteit van) archeologische waarden in het onderzoeksgebied.
oudheidkundige waarde, vooral in de vorm van archeologische relicten in hun oorspronkelijke context; zowel grote complexen/structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel (dan wel bouwvlak of bestemmingsvlak) dat is of mag worden bebouwd.
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is; hieronder wordt in ieder geval niet verstaan het voeren van een:
een beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een inrichting zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en gedeeltelijke ondergrondse bouwdelen, maar met uitsluiting van geheel ondergrondse bouwdelen en zolders. Een dakterras wordt eveneens als (onderdeel van) een bouwlaag gerekend.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een opslagplaats voor mobiele kampeermiddelen die niet langdurig vrij op de openbare weg geplaatst mogen worden.
een dakconstructie, vrijstaand, zonder eigen wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen.
zaalverhuur aan derden, waarbij het onderwerp c.q. het karakter van de bijeenkomst geen raakvlak heeft met het feitelijk hoofdgebruik.
de teelt van bloemen en planten op een werk niet zijnde bouwwerk bestaande uit grond afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.
waarden van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
recreatieve activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, die plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang (overnachting is niet toegestaan).
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het terrein van de archeologie.
de monumentencommissie of een andere persoon of instelling die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen en deskundig is op het gebied van cultuurhistorie.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van milieuvergunningsplichtige bedrijven en instellingen en een seksinrichting.
een al dan niet door steenglooiing versterkte aarden wal die dienst doet of heeft gedaan als waterkering langs of om enig water.
de bebouwing die geheel of gedeeltelijk in een dijk is gebouwd.
medegebruik gericht op (de overdracht van) kennis of vaardigheden;
ensemble (het geheel) van bestaande bebouwing en bijbehorende omgeving met daar aanwezige cultuurhistorische waarden en kenmerken.
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een niet als dagrecreatie aan te merken georganiseerde publieke of besloten verrichting van vermaak, gebeurtenis, (openlucht)manifestatie, (thema)dag(en), op het gebied van o.a. kunst, cultuur, muziek, sport, religie, wetenschap, huishouden.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
vorm van recreatie die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen, waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
een geheel van meerdere doelbewust aangeplante bomen, gericht op het bedrijfsmatig of in een vorm als zijnde bedrijfsmatig voortbrengen van fruit.
holle buis, bestemd voor het doorstromen en transport van gas.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
de als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd.
het niet bedrijfsmatig gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee en/of telen van agrarische producten.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is of zijn.
een bedrijf, gericht op een of meer van de navolgende activiteiten:
- het verstrekken van al dan niet ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken;
- het exploiteren van zaalaccommodatie.
een agrarisch bedrijfsgebouw van ondergeschikte aard, zoals een melkstal, bergschuur of schuilgelegenheid.
vormen van dagrecreatie in de openlucht met een relatief groot aantal recreanten per oppervlakte-eenheid en waarbij het gebruiken van de openbare ruimte voor het eigen plezier voorop staat, zoals zeilen, varen, duiken en surfen.
elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht
een agrarisch gebouw dat aan zijn oorspronkelijke functie onttrokken is of een nieuw gebouw op een voormalig agrarisch bouwvlak dat geschikt is gemaakt voor recreatief nachtverblijf van groepen.
niet als een bouwwerk aan te merken, zoals vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, technische, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30 graden en minder 65 graden.
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes, poelen en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers.
hierin staan de minimale vereisten waaraan een organisatie moet voldoen bij het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van de archeologische monumentenzorg, zowel onderzoekstechnisch als wat betreft het personeel.
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk, cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht.
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van civieltechnische diensten en/of cultuurtechnische diensten of het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van werktuigen.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke activiteiten en activiteiten ten behoeve van openbare dienstverlening.
voorzieningen ten behoeve van educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke activiteiten en activiteiten ten behoeve van openbare dienstverlening, met uitzondering van kinderdagverblijven.
de toepassing van basistechnieken of combinatie daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting of indamping van mest.
de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monumentenbeleid.
een ontwikkeling is milieuhygiënisch inpasbaar indien is aangetoond dat:
met dien verstande dat:
een kampeerterrein met een natuurlijk karakter, gelegen in een gebied met een natuurlijke en/of waardevolle landschappelijke waarde.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de actueel aanwezige flora en fauna.
niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan die andere functie.
alle vormen van inrichtingen van niet-zelfstandige horeca, zoals bedoeld in categorie 4 van de Staat van Horeca-activiteiten welke als bijlage deel uitmaakt van de regels van dit bestemmingsplan.
woonruimte met een eigen toegang die door een huishouden kan worden bewoond, waarbij het huishouden afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
het op professionele wijze verrichten van handelingen met betrekking tot het opsporen, onderzoeken of verwerven van cultureel erfgoed of onderdelen daarvan, waarvoor een certificaat ex lid 5.1 van de Erfgoedwet is verstrekt en waarbij de verrichte handelingen en aangetroffen archeologische vondsten worden gedocumenteerd, de vondsten worden geconserveerd en een rapport wordt opgesteld waarin de resultaten van de handelingen zijn beschreven.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie,
bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een (gesloten) dak, zonder eigen wanden.
het fokken van paarden en pony's, het africhten c.q. trainen/dresseren alsmede de verkoop van gefokte paarden en pony's en het houden van paarden en pony's ten behoeve van de fokkerij.
het houden van paarden van derden. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland, het verzorgen van paarden en de mogelijkheid voor derden om hun ter plaatse gestalde paarden te berijden. Onder een pensionstal wordt geen manege verstaan.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
of
detailhandelsvestiging, die vanwege zijn omvang en/of branchering niet in een woon- of centrumgebied thuishoort en waaronder in ieder geval wordt begrepen detailhandel in volumineuze goederen, die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten en caravans, tuininrichtingsartikelen, (grove) bouwmaterialen, keukens en sanitair.
de grens van een bouwperceel.
van permanente bewoning is in ieder geval sprake als men is ingeschreven in het GBA, indien men niet is ingeschreven in het GBA dan geldt het volgende criterium:
het gebruiken van een recreatieverblijf, zomerwoning, recreatiewoning en/of kampeermiddel als hoofdverblijf. Onder hoofdverblijf wordt in dit verband verstaan: de plaats die feitelijk het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene. Van een hoofdverblijf is in ieder geval sprake indien de betrokkene gedurende een aaneengesloten periode van 180 dagen per kalenderjaar tenminste 2/3 van die tijd het adres van de zomer- of recreatiewoning, het recreatieverblijf of kampeermiddel als woonadres in gebruik heeft.
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, die door een derde bewoond mag worden en die niet wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het (voorheen) bijbehorend agrarisch bedrijf; e.e.a. zoals bedoeld in artikel 1.1a van de Wabo.
een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor varende recreatie.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
het Programma van Eisen (PvE) is een door een bevoegde overheid opgesteld of bekrachtigd document dat de probleem- en doelstelling van de te verrichten werkzaamheden geeft en de daaruit af te leiden eisen formuleert met betrekking tot het uit te voeren werk.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
prostitutie in een daarvoor ingerichte ruimte en in dienstverband (seksclub, bordelen, privé-huizen), niet zijnde sekswinkels, seksbioscopen, sekstheaters en daarmee gelijk te stellen bedrijfstypen.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
een ingevolge de Erfgoedwet (2016) aangewezen beschermd monument.
kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde;
het verwijderen van alle opstallen op een bouwvlak inclusief de funderingen, met uitzondering van de bedrijfswoning.
het al dan niet gedeeltelijk amoveren van bestaande opstallen.
de Staat van Horeca-activiteiten welke als bijlage deel uitmaakt van de regels van dit bestemmingsplan.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten welke als bijlage deel uit maakt van de regels van dit bestemmingsplan.
een standplaats voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans, met dien verstande dat de standplaats uitsluitend in de periode van 1 maart tot en met 31 oktober mag worden gebruikt.
een constructie van (in de grond en/of waterbodem gefixeerde) palen en plankieren die toegang geeft tot een woonschip.
de teelt van ruwvoedergewassen anders dan gras over een oppervlakte, die jaarlijks niet meer bedraagt dan overeenkomt met de oppervlakte aan ruwvoedergewassen die benodigd is ter voorziening in jaarlijkse behoefte aan ruwvoedergewassen van het betrokken bedrijf.
opslag voor een periode van maximaal 8 weken per kalenderjaar en noodzakelijk ten behoeve van het agrarische perceel waarop de opslag plaatsvindt.
Er is sprake van een toename van de stikstofdepositie wanneer vanuit het bouwvlak de bijdrage N/ha/jaar ter plaatse van verzuringsgevoelige habitats in een Natura 2000-gebied meer bedraagt dan op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan:
recreatieve activiteiten waarbij overnachtingen plaatsvinden.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt. Ook de verkoop van streekproducten wordt tot deze begripsbepaling gerekend.
de oppervlakte van alle toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
een agrarisch bedrijf met een omvang van ten minste één volledige arbeidskracht of een bedrijf met een aannemelijk perspectief op volwaardigheid.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de lijn in het verlengde van de voorgevel.
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
voorzieningen ten behoeve van de op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
de hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de vergunning, afwijking of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater
als grondwater.
een detailhandelsvestiging waar goederen via het internet of via de telefoon worden besteld en betaald.
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument en als zodanig is ingeschreven bij het Kadaster.
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één zelfstandig huishouden, niet zijnde een woonschip of -ark.
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
elk vaartuig of in of op het water geplaatst voorwerp dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als of, te oordelen naar zijn constructie, inrichting of getroffen voorzieningen, uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor dag- of nachtverblijf van een of meer personen.
een bouwwerk ten behoeve van draadloze (mobiele) (tele)communicatie, hoofdzakelijk bestaande uit een apparatuurkast, een mast en één of meerdere antennes.
het bewonen van een zelfstandige woonruimte.
woonruimte met een eigen toegang, die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat het huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
de opvang van volwassenen of gehandicapten, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, met dien verstande dat indien het bouwwerk een woonschip betreft het volgende geldt:
tussen de (fictieve) buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van een gebouw of van een overig bouwwerk;
afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. grondopper- vlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||||||||||
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | één, tenzij anders op de verbeelding aangegeven | 750 m³ * | - | 4,5 m |
8 m** |
|||||||||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | - | 50 m² | 3 m | - | |||||||||||
kassen | - | - | - | - | 5,5 m | |||||||||||
overige bedrijfsgebouwen | - | - | geheel bouwvlak | 6 m, tenzij op de verbeelding met de aanduiding 'maximum goothoogte' een andere goothoogte is aangegeven | 10 m | |||||||||||
silo's en hooitorens | - | - | - | - | 15 m | |||||||||||
erf- en terrein- afscheidingen - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouwen, geen bouwwerken zijnde - buiten het bouwvlak |
- | - | - | - | - 1 m - 2 m |
|||||||||||
mestbassins | - | 2.500 m3 | 750 m2 | - | - | |||||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwwerken geen gebouwen zijnde' | - | - | - | - | 3 m |
* exclusief ondergrondse bouwlagen
** de bouwhoogte van aan- en bijgebouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het aanliggende hoofdgebouw (woning)
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a. voor overschrijding van de grenzen van het bouwvlak met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder j voor de uitbreiding en/of verbouw van een bedrijfswoning om daarin extra woongelegenheid op te nemen ten behoeve van een tweede huishouden, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 3.2 onder j aangegeven goot- en bouwhoogtematen, met inachtneming van het volgende:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder f de om bebouwing op een afstand van tenminste 1,5 m afstand van andere gebouwen of perceelsgrenzen te bouwen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder j voor de bouw van een bedrijfswoning met een inhoud van maximaal 850 m³, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a voor de bouw van een agrarisch hulpgebouw buiten het bouwvlak ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder j voor de bouw van kleinschalige windturbines van ten hoogste 20 m hoog, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder f voor het realiseren van een paardenbak buiten bouwvlak ten behoeve van een hobbymatige paardenhouderij, onder de voorwaarden dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van één of meer van de volgende nevenfuncties:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in lid 3.5.1 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de toelaatbare nevenfuncties en met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.5.1.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het gebruik van de bestaande agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien de in lid 3.1 onder b genoemde waarden, en de mogelijkheden voor herstel daarvan, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, indien sprake is van een algehele beëindiging van een agrarisch bedrijf, de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' te wijzigen in een op de in tabel 3.7 genoemde vervolgfuncties afgestemde bestemming, met inachtneming van het volgende:
hierbij dienen de volgende voorwaarden in acht genomen te worden:
Tabel 3.7 Vervolgfuncties
Vervolgfuncties |
wonen/hobbyboer |
agrarische loonbedrijven t/m categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
veehandelsbedrijf, africhtingsbedrijf voor paarden |
stoeterij, hengstenstation, k.i.-station |
foeragehandel, handel in zaaizaad en pootgoed; opslag agrarische producten |
hoefsmederij, veearts |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk) |
hoveniersbedrijf |
opslag/stalling van niet-agrarische goederen (boten, caravans) in de bestaande bebouwing |
overige bedrijven in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
paardenstalling, paardenpension |
kano- roeiboot- of fietsenverhuur |
kampeerboerderij |
sociale nevenfunctie of zorgboerderij (resocialisatie, therapie, gehandicapten, kinderopvang) |
museum, tentoonstellingsruimte/atelier. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van een grondgebonden agrarisch bedrijf met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn onder verwijzing naar de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. grondopper- vlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | 1, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven | - | 750 m3 * | 4,5 m | 8 m** | ||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | 50 m2 | - | 3 m | - | ||||
overige bedrijfsgebouwen | zoals aangegeven op de verbeelding | - | 4,5 m | 6,5 m | |||||
erf- en terreinafschei- dingen: - voor de voorgevel- rooilijn - elders |
- | - | - | - |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - binnen bouwvlak - buiten bouwvlak |
- | - | - | - |
9 m 2,5 m |
* exclusief ondergrondse bouwlagen
** de bouwhoogte van aan- en bijgebouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het aanliggende hoofdgebouw (woning)
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d ten behoeve van een goothoogte van ten hoogste 5,5 m en een bouwhoogte van ten hoogste 9 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d tot een bouwhoogte van ten hoogste 15 m, indien dit voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d ten behoeve van het vergroten van de bebouwde oppervlakte met een percentage van 10%, indien zulks in verband met de situatie ter plaatse en/of voor een doelmatige bedrijfsuitoefening van de ter plaatse gevestigde bedrijven noodzakelijk is en mits de waarden van de omringende functies niet worden aangetast.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor de bouw van kleinschalige windturbines van ten hoogste 20 m hoog, met dien verstande dat:
met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de bestemming Bedrijf in de bestemming Wonen met inachtneming van het volgende:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. grond- oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | ||||||
woning (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen | - | 750 m3* | 6 m | 9 m** | |||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | 50 m2 | - | 3 m | - | |||||
overige bedrijfsgebouwen | zoals aangegeven op de verbeelding | 6 m | 9 m | ||||||
erf- en terreinafschei- dingen: - voor de voorgevel- rooilijn - elders |
- | - | - |
1 m 2 m |
|||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - binnen bouwvlak |
- | - | - | 3 m |
* exclusief ondergrondse bouwlagen
** de bouwhoogte van aan- en bijgebouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het aanliggende hoofdgebouw (woning)
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. grond- oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | 1 | - | 750 m3 * | 4,5 m | 8 m** | ||||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | 50 m2 | - | 3 m | - | ||||||
overige bedrijfsgebouwen | - | zoals aangegeven op de verbeelding | - | 6 m | 9 m | ||||||
erf- en terreinafschei- dingen: - voor de voorgevel- rooilijn - elders |
- | - | - | - |
1 m 2 m |
||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
- | - | - | - | 3 m |
* exclusief ondergrondse bouwlagen
** de bouwhoogte van aan- en uitbouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het
aanliggende hoofdgebouw (woning)
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 6.2 onder d ten behoeve van een goothoogte van ten hoogste 5,5 m en een bouwhoogte van ten hoogste 9 m van de bedrijfswoning, mits de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de bestaande stedenbouwkundige structuur.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. grond- oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||||||
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | 1 | 750 m3* | - | 4,5 m | 8 m** | ||||||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | - | 50 m2 | - | 3 m | ||||||||
overige bedrijfsgebouwen | - | - | zoals aangegeven op de verbeelding | 6 m | 9 m | ||||||||
erf- en terreinafscheidingen:- voor de voorgevelrooilijn - elders |
- | - | - | - |
1 m 2 m |
||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | - | 3 m |
* exclusief ondergrondse bouwlagen
** de bouwhoogte van aan- en uitbouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het
aanliggende hoofdgebouw (woning)
De voor 'Maatschappelijk - Zorgvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. grond- oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | 1 | 1.000 m³ | - | 4,5 m | 9,5 m | ||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | - | 100 m² | 4 m | 6 m | ||||
overige gebouwen en overkappingen | - | - | 900 m² | 4,5 m | 9,5 m | ||||
zorgwoningen | 8, conform aanduiding op verbeelding | - | - | - | |||||
erf- en terreinafscheidingen - vóór de voorgevelrooilijn - elders |
- | - | - | - |
1 m 2 m |
||||
vlaggenmasten | - | - | - | - | 6 m | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde | - | - | - | - | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 voor het realiseren van een paardenbak ten behoeve van een hobbymatige paardenhouderij, onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van het oprichten van een zwembad, onder de voorwaarden dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van beheer en onderhoud worden gebouwd en geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 9.2 onder a, ten behoeve van:
onder voorwaarde dat,
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
met betrekking tot de kades:
met betrekking tot de oeverstroken en het water:
Het verbod van lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Max. aantal | Max. grond- oppervlak | Max. inhoud | Max. goothoogte | Max. bouwhoogte | |||||
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | 1, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven | - | 750 m3 * | 4,5 m | 8 m** | ||||
recreatiewoning | 1 | bestaand | - | 3 m | 6 m | ||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | 50 m2 | - | 3 m | - | ||||
berging of bergkist per seizoensstand- plaats | 1 | 4 m2 | - | - | - | ||||
sanitaire voorziening per kampeerterrein | 1 | 20 m2 | - | 3 m | - | ||||
trekkershut | - | 30 m2 | 3 m | - | |||||
erf- en terreinafschei- dingen: - voor de voorgevel- rooilijn - elders |
- | - | - | - |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
- | - | - | - | 3 m |
* exclusief ondergrondse bouwlagen
** de bouwhoogte van aan- en uitbouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het
aanliggende hoofdgebouw (woning)
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met de daarbij behorende paden, bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor Verkeer - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
alsmede voor:
De gronden op de kaart aangewezen voor Water zijn bestemd voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Max. aantal per bouwvlak | Max. grond- oppervlak | Max. inhoud | Max. goothoogte | Max. bouwhoogte | |||||
woningen (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en overkappingen) | 1, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven | - | 750 m3 * | 4,5 m | 8 m** | ||||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen | - | 50 m2 | - | 3 m | - | ||||
erf- en terreinafscheidingen- voor de voorgevelrooilijn - elders | - | - | - | - |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | - | - | - | 3 m |
* Exclusief ondergrondse bouwlagen; het erf mag voor ten hoogste 50% van het grondoppervlak worden bebouwd;
** De bouwhoogte van aan- en uitbouwen moet tenminste 1,5 m lager zijn dan de bouwhoogte van het aanliggende hoofdgebouw(woning).
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder g tot een goothoogte van ten hoogste 5,5 m en een bouwhoogte van ten hoogste 9 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder b voor het bouwen op geringe afstanden van, dan wel op de erfscheiding, indien zulks, mede gezien de bestaande situatie, wenselijk is.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder d voor het bouwen op een afstand korter dan 3 m achter de voorgevelrooilijn, dan wel vóór de voorgevelrooilijn, indien dit bijdraagt aan een clustering van erfbebouwing en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse ten goede komt.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 onder d om ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf' de volgende niet-agrarische nevenfuncties toe te staan:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in lid 16.5.1 teneinde nevenfuncties toe te staan die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de toelaatbare nevenfuncties en met inachtneming van de voorwaarden zoals genoemd in lid 16.5.1.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2 onder g voor het splitsen van (voormalige) boerderijen in twee woongelegenheden, met dien verstande dat:
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen, inclusief voorzieningen en de daarbij behorende belemmeringsstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 17.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 17.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van de werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 17.6.1, kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden. Alvorens over de aanvraag van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 380 kV.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 18.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 18.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 19.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 19.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 20.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 20.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 21.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 21.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 22.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 22.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 5 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 23.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 23.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 24.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 24.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 25.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen, bestemmingsgrenzen en regels worden overschreden door gebouwen, voor zover de overschrijding ten behoeve van de isolatie van het gebouw geschiedt en de overschrijding ten hoogste 0,25 m bedraagt.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil, onder de voorwaarde dat:
Bij sloop en nieuwbouw van een (bedrijfs)woningen mag de nieuwe (bedrijfs)woning uitsluitend op, binnen of ter plaatse van de huidige fundering worden teruggebouwd.
De bouwgrenzen mogen in afwijking van bouwgrenzen, aanduidingen of bestemmingsgrenzen door gebouwen, voor zover de overschrijding ten behoeve van de isolatie van het betreffende gebouw geschiedt en de overschrijding maximaal 0,25 meter betreft.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of indien de afwijken van maten en bouwgrenzen leidt tot een toename van de stikstofdepositie.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.4 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande fundamenten met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 onder i, artikel 11.2 onder b en artikel 16.2 onder g, ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in monumenten voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid en afwijkingsbevoegdheid vraagt het bevoegd gezag het Hoogheemraadschap om advies en betrekt zij dit advies bij het te nemen besluit.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot en de overschreidingen mogen niet leiden tot een toename van de stikstofdepositie.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door voor een of meer bestemmingsvlakken de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' t/m 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen cq. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het plan, tenzij anders bepaald.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Landelijk gebied Hekendorp Papekop'.