direct naar inhoud van 4.12 Ecologie
Plan: Molenwal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.0000190313-VA02

4.12 Ecologie

Samenvatting

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in Bijlage 8.

Huidige situatie

Het plangebied bestaat uit braakliggend terrein in het centrum van Oudewater. Op het perceel is wat (verwilderde) beplanting aanwezig.

Beoogde ontwikkelingen

Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van woningbouw, inclusief een gezondheidszorg-gerelateerde praktijkruimte/functie of een bedrijf tot en met categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Hiervoor moeten bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd.

Resultaten onderzoek

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ten westen van het plangebied ligt een ecologische verbindingszone. De ingrepen in het plangebied zijn niet van invloed op het functioneren van deze ecologische verbindingszone.

De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

Soortenbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Op het moment dat een besluit wordt genomen dat een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt, zal het duidelijk moeten zijn of er ontheffing van de Flora- en faunawet (hierna Ffw) benodigd is. Ook zal op dit moment inzichtelijk moeten zijn of het reƫel is te verwachten dat deze zal worden verleend.

Het bestemmingsplan voorziet in woningbouw, inclusief een kleinschalige gezondheidsvoorziening. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Uit het bureauonderzoek wordt het volgende geconcludeerd:

  • Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1-soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.
  • Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl).
  • In het plangebied komen geen tabel 2 en 3-soorten en broedvogels met vaste nesten voor.

Op grond van het bovenstaande luidt de conclusie dat de Flora- en faunawet de uitvoering van het plan niet in de weg staat.