direct naar inhoud van 2.4 Regionaal beleid
Plan: Landelijk gebied Oudewater & Willeskop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.000006-0711

2.4 Regionaal beleid

Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007 2013

De drie provincies (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht) waarin het Groene Hart ligt zijn samen verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een landschappelijk aantrekkelijk, ecologisch waardevol en economisch vitaal Groene Hart, waarin het voor inwoners en recreanten goed toeven is. Om dit te kunnen bereiken, is het gezamenlijke "Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007–2013" vastgesteld.

Het uitvoeringsprogramma kent vier accenten:

  • het Groene Hart nationaal en internationaal op de kaart;
  • Groene Hart-kwaliteit bij wonen en werken;
  • de transitie van de veenweidegebieden;
  • een nieuwe toekomst voor de droogmakerijen.

Het plangebied betreft veengebieden met dik kleidek en rivierkleigebieden. De ontwikkelingsmogelijkheden hiervoor betreffen:

  • grootschalige open kommen, dooradering met groene linten en verdichte stroomruggen;
  • weidevogels, boezemlanden, grienden, houtkaden;
  • grondgebonden productielandbouw met bijbehorende drooglegging.

In het Uitvoeringsprogramma zijn diverse projecten opgenomen. Voor het plangebied wordt gerefereerd aan het Landschapsontwikkelingsplan Groene Driehoek en het Integraal Ontwikkelingsperspectief Hollandse IJssel (zie beiden hieronder).

Landschapsontwikkelingsplan Groene Driehoek

Voor de gemeenten in de Groene Driehoek (Montfoort, Oudewater en Lopik) is een gezamenlijk landschapsontwikkelingsplan (LOP) opgesteld. Het plan geeft inzicht in de mogelijkheden en keuzen voor de landschapsontwikkeling in het buitengebied voor de komende 30 jaar. Ook zijn realiseerbare projecten benoemd gericht op recreatie, landschap/cultuurhistorie, natuur, water en landbouw.

Het LOP gaat uit van een actieve landschapsontwikkeling waarbij een belangrijke rol is toegekend aan de kernkwaliteiten van het landschap.

Voor de Groene Driehoek staat behoud en ontwikkeling van de streekeigen identiteit, verscheidenheid en beleving van het landschap voorop, onder de voorwaarde dat een groot deel van het gebied levensvatbaar blijft voor de landbouw en met name de veeteelt. Er is echter behoefte aan het inpassen van niet-agrarische ontwikkelingen. Bij het vaststellen van nieuwe ontwikkelingsrichtingen moeten de bestaande kernkwaliteiten van het landschap als basis en richtinggevend kader dienen voor ruimtelijke veranderingen. Een integrale aanpak van de problematiek over de gemeentegrenzen heen is hierbij van belang.

Het plangebied omvat een gaaf deel van het Nederlandse veenweidelandschap. Het gebied behoort tot het Nationaal Landschap het Groene Hart en is cultuurhistorisch waardevol. Typerend zijn de zeer open polders, die volgens het vaste copesysteem ontgonnen zijn en de besloten lintbebouwingen langs de weteringen en de waterlopen. Achter de ontginningsassen liggen de kenmerkende tiendwegen en houtkades. Door het weidevogelbeheer is het gebied van groot belang voor weidevogels.

De landschapsontwikkelingsvisie gaat uit van behoud en versterking van de openheid in de polders en versterking van het half open karakter van de stroomruggen. Op de stroomruggen is de aanleg van kleine landschapselementen en boomgaarden gewenst en worden mogelijkheden geboden voor nieuwe landgoederen. Bij de uitvoering van het plan liggen er relaties met bestaand gebiedsgericht beleid.

In de gemeenten is een convenant afgesloten met de afdeling van LTO over de instandhouding en het beheer van kleine landschapselementen. Dit is weergegeven in het "Landschapsconvenant vrije landschapselementen", dat is opgenomen in Bijlage 7 Landschapsconvenant vrije landschapselementen.

Integraal Ontwikkelingsperspectief Hollandse IJssel, meer dan water

Het "Integrale Ontwikkelingsperspectief Hollandse IJssel, meer dan water" is gezamenlijk opgesteld door de gemeenten Montfoort, Oudewater, Vlist en IJsselstein, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), de provincies Utrecht en Zuid-Holland en Rijkswaterstaat, directie Utrecht (RWS). Dit product betreft een gezamenlijke aanpak voor de problematiek binnen de gekanaliseerde Hollandse IJssel en de daar langs gelegen waterkeringen en uiterwaarden. Het perspectief is een samenhangende visie op waterbeheer, ruimtelijke kwaliteit, wonen, werken, recreëren en natuur.

In het perspectief zijn doelstellingen en projecten opgenomen gericht op ruimtelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, versterking duurzame landbouw, benutten potenties van rivier voor verbetering woon- en bedrijvenklimaat, duurzaam waterbeheer gekanaliseerde Hollandse IJssel, voorkomen wateroverlast en garanderen veiligheid, de EHS, natuur buiten de EHS en water- en natuurgebonden recreatieve mogelijkheden.

Voor dit bestemmingsplan betreft het perspectief het deel langs de Hollandse IJssel. De ontwikkelingsperspectieven hebben hier betrekking op ecologie, wonen, recreatie, landbouw en seizoensberging.

Ontwikkelingsplan De Weidse Veenweiden 2007 2013

Het ontwikkelingsplan is opgesteld in het kader van het Plattelands Ontwikkelings Programma II, een Europees subsidieprogramma dat gericht is op de ontwikkeling van het platteland in brede zin, met daarbij de LEADER-werkwijze.

Het ontwikkelingsprogramma richt zich op de verbetering van de stad-landrelatie door middel van economische impulsen voor het landschap, nieuwe kansen voor plattelandsondernemers in een peri-urbaan gebied en versterking van de "streekidentiteit".

Een duurzaam beheer van landgebruik, waterpeilen, waterkwaliteit en natuur- en landschapswaarden is een voorwaarde voor economische activiteiten (landbouw, toerisme et cetera), maar ook voor de leefbaarheid van het gebied. De omgeving biedt kansen als belevings- en recreatieruimte en als duurzaam groen woonmilieu en vormt daarmee een aantrekkelijke bestemming voor toeristen, recreanten en bewoners. Anderzijds is een sociaal-economisch vitaal platteland (inclusief kernen) een basisvoorwaarde voor een duurzaam beheer.

Voor het gebied wordt onder andere ingezet op een verbetering van de relatie stad-platteland, een verbreding en innovatie in de landbouw en stimulering van nieuwe vormen van ondernemerschap, vergroting van, meer samenhang in en promotie van het (agro)toeristisch aanbod en de bevordering van een aangenaam leefklimaat om sociale cohesie te stimuleren.

Het Ontwikkelingsplan De Weidse Veenweiden, deelprogramma De Utrechtse Waarden zal voor de LEADER-projecten de basis vormen.

AVP Gebiedsprogramma De Utrechtse Waarden 2007 2013

Voor de Utrechtse Waarden (de gemeenten Montfoort, Oudewater, Lopik en een deel van IJsselstein) is door een aantal actieve en betrokken organisaties en groepen een gebiedscommissie opgericht. Het doel is het behoud en de verbetering van het waardevolle cultuurlandschap en het stimuleren van de plattelandsontwikkeling in De Utrechtse Waarden. De gebiedscommissie geeft voor De Utrechtse Waarden invulling aan de uitvoering van de Agenda Vitaal Platteland van de provincie Utrecht.

In het gebiedsprogramma zijn ambities geformuleerd op het gebied van landbouw, natuur, landschap, waterbeheer, cultuurhistorie, recreatie, en sociaal-economische voorzieningen op het platteland en de kleine dorpen.

De kwaliteit van De Utrechtse Waarden ligt onder andere in de identiteit van het open en groene landschap, het contrast tussen de open weidegebieden, de besloten linten en de half open oeverwallen van de Hollandsche IJssel.

De veenweidegebieden staan momenteel onder druk: de huidige openheid, rust en het landelijk karakter worden hoog gewaardeerd, maar de identiteitverlenende melkveehouderij staat onder hoge fysieke en economische druk. Het is de kunst in de uitvoering de opgaven aan elkaar te verbinden, waardoor voor meerdere doelen in samenhang resultaten worden gehaald.

Gekozen wordt voor sociaal-economische vitaliteit als leidend thema voor dit gebied. Het gaat daarbij om het versterken en ontwikkelen van economische dragers voor het behoud van leefbaarheid en werkgelegenheid en de bijzondere kwaliteit van landschap en cultuurhistorie. De versterking van de recreatieve mogelijkheden en netwerken hoort daar onlosmakelijk bij. Daarnaast is het de ambitie om invulling te geven aan de Ecologische Hoofdstructuur, waarbij het in dit gebied vooral gaat om de uiterwaarden van de Hollandsche IJssel en ecologische verbindingszones, met name gekoppeld aan waterlopen.

Waterbeheerplan Water Voorop!

Voor het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) geldt het "Waterbeheerplan Water Voorop!" voor de periode 2010–2015. Het waterbeheerplan beschrijft in hoofdlijnen de belangrijkste doelen en maatregelen die het waterschap in de periode 2010-2015 wil bereiken en uitvoeren.

In het plan staat hoe HDSR zorgt voor een duurzaam, schoon en veilig watersysteem. Ook is aangegeven hoe deze taak het beste binnen de leef- en werkomgeving in het beheergebied kan worden uitgevoerd, samen met diverse andere organisaties. In het waterbeheerplan zijn onder andere de maatregelen voor de KRW vastgelegd. Voor de maatregelen geldt een resultaatsverplichting voor eind 2015. De doelen die aan deze maatregelen ten grondslag liggen, zijn vastgelegd in het provinciale waterplan.

In het deel over de strategie wordt beschreven hoe wordt ingespeeld op maatschappelijke ontwikkelingen als klimaatverandering en verstedelijking.

De ambities voor de planperiode zijn veilige dijken, voldoende water, schoon water, landschap en beleving, waterketen en klimaat, leefomgeving en energie. De ambities zijn vertaald naar beleidsthema's en vernieuwende projecten. Deze projecten hebben als doel het toekomstige waterbeheer een impuls te geven. Voor ruimtelijke ontwikkelingen geldt het principe van duurzaam waterbeheer. Het uitgangspunt voor de planontwikkeling is dat het gebied hydrologisch neutraal moet worden ontwikkeld met als doel dat de planontwikkeling geen gevolgen heeft voor het grond- en oppervlaktewater en de waterkwaliteit. Daarmee wordt geborgd dat de ontwikkeling van het gebied met betrekking tot wateraspecten duurzaam is.

Voor de lange termijn wordt ingezet op de "Hollandse IJssel Natuurlijk". De Lange Linschoten en de Hollandsche IJssel zijn aangemerkt als waterlichaam. Een deel van het plangebied is aangemerkt als veenweidegebied. Voor dit gebied wordt ingezet op gebiedsgerichte projecten. Het agrarisch gebruik dient te worden gehandhaafd. Het is van groot belang om de bodemdaling te vertragen en ongelijkmatige bodemdaling te voorkomen. Dit om het waterbeheer op termijn uitvoerbaar en betaalbaar te houden en de veiligheid in het gebied te kunnen blijven garanderen. Maatregelen die voor de waterlichamen en het veenweidegebied worden genomen, hebben geen ruimtelijke reserveringen of ruimteclaims nodig.

Quickscan waterplan Oudewater, Lopik en Montfoort

Voor de gemeenten Oudewater, Lopik en Montfoort is in 2006 een quickscan uitgevoerd waaruit het nut en de noodzaak van een waterplan blijkt. Alle drie de gemeentebesturen zijn akkoord gegaan met de start voor het opstellen van een gezamenlijk waterplan.

Het doel van het waterplan is:

  • het weergeven van een samenhangende en gebiedsgerichte visie op integraal en duurzaam waterbeheer in 2020 waarmee wateraspecten in bestaand beleid en plannen in samenhang worden gebracht, invulling wordt gegeven aan nieuwe wetgeving en wordt geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen zoals verwoord in nationale wetgeving en Europese richtlijnen en duidelijkheid wordt geboden over hoe om te gaan met water in de bebouwde omgeving. De focus van het waterplan ligt op het bebouwde gebied;
  • het uitwerken van deze visie in een uitvoeringsprogramma, waarin een overzicht is gegeven van geplande maatregelen en nieuwe maatregelen als gevolg van nieuwe ontwikkelingen. Het waterplan dient als praktische leidraad bij de uitvoering van water- en aan water gerelateerde projecten.