Artikel 28 Waarde - Ecologie (WR-E)
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor '
Waarde - Ecologie (WR-E)
' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
a. de instandhouding en ontwikkeling van de ecologische verbindingszone;
-
b. de instandhouding en/of ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen landschaps- en natuur(wetenschappe)lijke waarden;
met daarbijbehorende:
-
c. bouwwerken;
-
d. voorzieningen.
28.2 Bouwregels
Op de voor '
Waarde - Ecologie (WR-E)
' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, ingevolge dit plan toegestane bouwwerken slechts worden opgericht indien en voor zover de belangen van de ecologische verbindingszone en de ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen landschaps- en natuurwaarden dit toestaan.
28.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
-
a. het waarborgen van de landschappelijke, ecologische en natuurlijke kwaliteit ter plaatse;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.4 Specifieke gebruiksregels
28.4.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen ten gevolge waarvan een onevenredige aantasting van de natuurwetenschappelijke ter plaatse plaatsvindt;
-
b. de nieuwvestiging van agrarische functies of teelten die voor de bedrijfsvoering (al dan niet deels) afhankelijk zijn van het gebruik van meststoffen en/of bestrijdingsmiddelen als bedoeld onder a;
alsmede het gebruiken en laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken op een wijze die:
-
c. de instandhouding en/of ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen natuur-, ecologische- en landschappelijke waarden aantast of negatief kan beïnvloeden.
28.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden
28.5.1 Verbod
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Waarde -
Ecologie (WR-E)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. de bedrijfsmatige teelt van gewassen die naar hun aard en wijze van telen negatieve invloed kunnen hebben op natuur(wetenschappe)lijke waarden, indien en voor zo ver deze teelten nog niet aanwezig waren op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht krijgt;
-
b. het aanleggen of verharden van paden, wegen of parkeergelegenheden of het aanbrengen van andersoortige terreinverhardingen met een breedte van meer dan 3 m;
-
c. het verlagen, ophogen, afgraven of egaliseren van de bodem;
-
d. het beplanten met houtachtige gewassen van gronden die ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan niet als met bedoelde gewassen beplante gronden konden worden aangemerkt, met dien verstande dat het aanleggen en rooien van geriefbosjes/landschapselementen vergunningsvrij is indien wordt voldaan aan het convenant landschapselementen;
-
e. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
f. het kappen van knotbomen en waardevolle bomen zoals deze zijn opgenomen in Bijlage 2 Beschermde bomenlijst;
-
g. het aanleggen van tijdelijke baggerdepots voor de opslag van baggerspecie.
28.5.2 Uitzondering op verbod
Het in artikel
28.5.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
-
a. het normale beheer, onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
-
b. reeds legaal in uitvoering zijn of nog legaal mogen worden uitgevoerd op het moment van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
-
c. die reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
-
d. betrekking hebben op de verbetering van de landschappelijke kwaliteit ter plaatse
-
e. betrekking hebben op de ecologische kwaliteit ter plaatse;
-
f. betrekking hebben op de natuurwetenschappelijke kwaliteit ter plaatse.
28.5.3 Strijd met bestemming
-
a. Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden, hetgeen dient te blijken uit een rapport waarin de landschappelijke, ecologische en natuurwetenschappelijke waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.
-
b. Een rapport als bedoeld onder a is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de landschappelijke, ecologische en natuurwetenschappelijke waarde van de gronden middels andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan ook als een rapport beschouwd.