direct naar inhoud van 5.3 Planregels
Plan: Julianastraat Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPTHjulianastraat-VG01

5.3 Planregels

De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 geeft de planregels behorende bij de in het plangebied voorkomende bestemmingen, waaronder de hierboven genoemde bestemmingen. Hoofdstuk 3 bevat de algemene, voor het gehele plangebied geldende, bepalingen en hoofdstuk 4 bevat tot slot de overgangsregels en slotregel. In deze paragraaf worden alle planregels kort nader toegelicht.

5.3.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

5.3.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

De grotere structurele groenstroken zijn bestemd als Groen. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m. Verder is er rekening gehouden met ondergrondse bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen. Tevens zijn speelvoorzieningen, voet- en fietspaden binnen de bestemming Groen opgenomen.

Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied

De wegen binnen het plangebied krijgen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied. Verder vallen binnen deze bestemming de openbare ruimten en de groenvoorzieningen die niet worden gerekend tot het structurele groen van het woongebied.

Artikel 5 Wonen

De voornaamste functie in het plangebied is het wonen. Het maximaal aantal woningen per bouwvlak is op de kaart aangeduid.

De woningen dienen te worden gebouwd in het op de kaart aangegeven bouwvlak. Voor aaneengebouwde woningen geldt dat deze binnen een afstand van 3 m vanaf de gevellijn gebouwd dienen te worden. Voor de bijbehorende erfbebouwing geldt dat deze ook binnen het bouwvlak gebouwd moeten worden. Het betreffen ruime bouwvlakken; uitsluitend de voortuinen en delen van de zijtuinen zijn buiten het bouwvlak gelaten. De maximum goothoogte of bouwhoogte die aangehouden moet worden, is aangegeven op de plankaart. Verder is met de aanduidingen 'aaneengebouwd' en 'gestapeld', aangegeven welk type woning binnen een bouwvlak is toegestaan.

Het woonzorgcomplex is met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' opgenomen. Het begrip woonzorgcomplex is gedefinieerd in de begripsbepalingen in artikel 1. Voor het bouwvlak geldt een maximum bebouwingspercentage van 80%. Dit biedt voldoende vrijheid om de bebouwing – binnen de grenzen van het bouwvlak – op een passende wijze in de omgeving in te passen.

Eén woning is geschikt als mantelzorgwoning. De aanduiding 'zorgwoning' is opgenomen om dit mogelijk te maken. Bepaald is dat een afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg is toegestaan. Hiermee wordt voorkomen dat dubbele bewoning ontstaat, indien er geen sprake is van mantelzorg.

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn toegestaan tot een maximum oppervlak (dit verschilt per type woning) waarbij geldt dat ten hoogste 50% van het zij- en achtererf mag worden bebouwd. Voor de patiowoningen geldt dat een percentage van 70%. Vanwege de ruime bouwvlakken mag alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd. Hierbij moet ten minste een afstand worden gehouden van minimaal 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw. De maximale goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen sluit zoveel mogelijk aan op wat er vergunning vrij reeds is toegestaan. Dit voorkomt dat vergunningvrije bouwwerken later in strijd zijn met de regeling uit het bestemmingsplan.

Voor de patiowoningen zijn specifieke regels opgenomen ten aanzien van aan- en uitbouwen. Algemeen is geregeld dat de diepte van aan- en uitbouwen niet meer mag bedragen dan 4 m. De patiowoningen worden echter over een grotere diepte uitgebouwd op de begane grondvloer. De percelen waarom het gaat zijn aangeduid met de 'specifieke bouwaanduiding - 1'. Hier zijn aan- en uitbouwen mogelijk tot een diepte van 8 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van deze aan- en uitbouwen ten hoogste 4 m bedraagt.

Om flexibiliteit in de bouwwijze te houden, is er een mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de bouwregels. Dit houdt in dat voor de aaneengebouwde woningen diepere aan- en uitbouwen gerealiseerd mogen worden, waarmee een patiowoning kan worden gerealiseerd. Voor de locatie van de beoogde patiowoningen is opgenomen dat de goot- en bouwhoogte verhoogd mogen worden en dat het aantal woningen mag toenemen. Dit kan alleen indien voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen (mochten hierdoor meer woningen ontstaan), de diepte van de aan- en uitbouwen ten hoogste 4 meter bedraagt, een en ander stedenbouwkundig aanvaardbaar is en dat de toename van het aantal woningen past binnen het gemeentelijk woning contingent.

5.3.3 Algemene regels

Artikel 6 Antidubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 7 Algemene bouwregels

De op de plankaart aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.

Artikel 8 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen

Deze regeling geeft in algemene zin aan waar en onder welke voorwaarden ondergronds bouwen is toegestaan.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

In deze regeling wordt aangegeven dat het gebruik van gronden anders dan waarvoor ze bestemd zijn verboden is. Van dit verbod kan worden afgeweken door het verlenen van een omgevingsvergunning door het bevoegd gezag indien strikte toepassing van het verbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel is de mogelijkheid voor het bevoegd gezag opgenomen om af te wijken van het plan ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

Artikel 11 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.

5.3.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

Bouwwerken

In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van bouwen neergelegd. Uitbreiding van de bebouwing is slechts mogelijk met omgevingsvergunning van bevoegd gezag.

Gebruik

De eerste drie leden van dit artikel betreffen de (reducerende) overgangsregels met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Hiervan is uitgezonderd strijdig gebruik dat al in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Dit sluit aan bij de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat, indien de gemeente strijdig gebruik gewraakt heeft, er geen beroep op het overgangsrecht mogelijk is.

Artikel 13 Slotregel

Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.