direct naar inhoud van 2.5 Regionale Woonvisie Hoeksche Waard (2010)
Plan: Julianastraat Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPTHjulianastraat-VG01

2.5 Regionale Woonvisie Hoeksche Waard (2010)

Met de Regionale Woonvisie biedt de regio Hoeksche Waard een kader voor de regionale woningmarkt, met daarbij de regionale opgave zo scherp mogelijk in beeld, met oog voor belangen en verschillen op lager schaalniveau.

Het uitgangspunt van de Woonvisie is om te bouwen voor de eigen behoefte. Het contourenbeleid, zoals dat is geformuleerd in de Structuurvisie, vormt het uitgangspunt. Er wordt geconstateerd dat binnen deze contouren vooralsnog voldoende ruimte is om te bouwen voor de woningbehoefte in de regio.

De bestaande woningvoorraad biedt de meeste mogelijkheden om te sturen. Kwaliteit en passendheid van de bestaande voorraad is het vertrekpunt om de woonkwaliteit in de Hoeksche Waard te verbeteren; daarna komt nieuwbouw.

De Woonvisie stelt dat huisvesting van een aantal doelgroepen bijzondere aandacht vraagt: starters/jongeren, ouderen en mensen met een beperking.

Specifiek voor Puttershoek stelt de woonvisie dat de kern, met ruim 6.500 inwoners, een dorp is met een groot aantal voorzieningen en een levendig dorpscentrum. Puttershoek wordt daarbij getypeerd als halfstedelijk, met een regionale functie.

De Regionale Woonvisie zet in op de volgende koers voor Puttershoek.

  • Belangrijke ontwikkeling voor Puttershoek is de transformatie van het Suikerunieterrein. De ligging aan de Oude Maas en aan de rand van Puttershoek biedt potenties voor een veelheid aan functies op het gebied van wonen, bedrijvigheid, voorzieningen en sport.
  • Richtsnoer woningbouwdichtheid: 25 woningen per hectare, bij inbreidingslocaties ligt de nadruk op wonen met centrum-dorps karakter.
  • In Puttershoek sterker accent leggen op doelgroepen starters en ouderen.
  • Sterker accent op zorggerelateerd woningen.
  • Ook sterk accent op aanpak bestaande woningvoorraad (opplussen en herstructurering), in overleg met corporatie. Herstructurering met voor het dorp passende nieuwbouw (in centrum-dorpse sfeer of woonwijk) is een aandachtspunt.
  • PotentiĆ«le locatie voor grootschaliger woon-/zorgconcept.
  • Gezien het voorzieningenniveau en de vergrijzing sterker accent op grootschaliger woningbouw voor senioren (regionale functie).
  • Wooneenheden voor verpleging toevoegen.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling past binnen het provinciaal en regionaal beleid. Door te bouwen voor de eigen bevolking met een gevarieerd woningbouwprogramma blijft wonen in de kern aantrekkelijk voor de huidige bewoners. Hiermee wordt voorkomen dat er een negatief migratiesaldo ontstaat. Voorts wordt een woonzorgcomplex gerealiseerd, waarmee wordt voldaan aan de wens om een sterk accent op zorggerelateerde woningen te leggen.