direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Julianastraat Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPTHjulianastraat-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduidingen:
    • 1. 'aaneengebouwd' : voor aaneengebouwde woningen;
    • 2. 'gestapeld' : voor gestapelde woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1': tevens een woonzorgcomplex;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' is tevens één afhankelijke woonruimte toegestaan;
  • d. aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven in de categorie 1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • e. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

5.1.2

Onder de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroepen/bedrijven voorzover:

  • a. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroepen niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen, tot een maximum oppervlak van 50 m²;
  • b. ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het aantal woningen bedraagt ten hoogste het aantal woningen dat met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • c. voor zover in een bouwvlak een gevellijn is opgenomen, wordt de voorgevel van hoofdgebouwen in of op een afstand van ten hoogste 3 m van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan;
  • g. het oppervlak per hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' bedraagt ten hoogste 60m²;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' en 'specifieke vorm van wonen - 1' geldt geen maximum oppervlak per hoofdgebouw.

5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. vrijstaande bijgebouwen mogen alleen op het achtererf gebouwd worden;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen of een aangebouwde overkappingen aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. de breedte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel, gemeten uit de oorspronkelijke zijgevel, mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. de goothoogte bedraagt ten hoogste 3,25 m;
  • f. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5 m;
  • g. het gezamenlijke oppervlak, voor zover gebouwd per hoofdgebouw, bedraagt bij woningen ter plaatse van de aanduiding 'aeg' 40 m²;
  • h. het zij- en achtererf mag bij woningen voor niet meer dan 50% worden bebouwd;
  • i. het overblijvende onbebouwde en onoverdekte gedeelte op het achtererf mag niet minder bedragen dan 25 m² aaneengesloten oppervlak;
  • j. de afstand van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens dan wel de achterste bouwperceelgrens dient 0 m dan wel minimaal 1 m te bedragen.

5.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij patiowoningen

Aanvullend op lid 5.2.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1':

  • a. dat in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 onder c de diepte van een aan- en uitbouw ten hoogste 8 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;
  • b. dat in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 onder h het zij- en achtererf voor niet meer dan 70% worden bebouwd;
  • c. dat het overblijvende onbebouwde en onoverdekte gedeelte op het achtererf in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 onder i niet minder mag bedragen dan 20 m² aaneengesloten oppervlak.

5.2.4 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij zorgwoning

Aanvullend op lid 5.2.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning':

  • a. dat het gezamenlijk oppervlak in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 onder g ten hoogste 65 m² bedraagt;
  • b. dat in afwijking van het bepaalde in lid 5.2.2 onder d de breedte van een aan- en uitbouw aan de zijgevel ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' ten hoogste 3,5 m bedraagt.

5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. voor erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 1 m;
  • b. voor erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 2 m;
  • c. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Diepere aan- en uitbouwen ten behoeve van patiowoningen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder c om een diepte van 8 m toe te staan voor aan- en uitbouwen bij patiowoningen, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 4 m bedraagt en dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

5.3.2 Aanpassen woningtype

Bij omgevingsvergunning kan ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.1 onder d en e voor het verhogen van de goot- en bouwhoogte tot ten hoogste 6 respectievelijk 10,5 m, van het bepaalde in lid 5.2.2 onder h voor het verhogen van het bebouwingspercentage op het zij- en achtererf tot 70% en van het bepaalde in artikel 5.2.1 onder b voor het toestaan van meer wooneenheden, met dien verstande dat:

  • a. voorzien wordt in voldoende parkeerbehoefte;
  • b. dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen ten hoogste 4 m bedraagt;
  • d. de verhoging van het aantal woningen past binnen het gemeentelijk woning contingent.