Plan: | Mijlpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0585.BPMijlpolder2012-VG01 |
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding | SBI-code | uit ten hoogste milieucategorie | |
specifieke vorm van bedrijf - 1 | 5020.4 | 3.2 | |
specifieke vorm van bedrijf - 2 | 2221 | 3.2 | |
specifieke vorm van bedrijf - 3 | 29.1 | 3.2 | |
specifieke vorm van bedrijf - 4 | 6024.1 | 3.1 | |
specifieke vorm van bedrijf - 5 | 287 | 3.2 | |
specifieke vorm van bedrijf - 6 | 274 | 4.2/5.1 | |
specifieke vorm van bedrijf - 7 | 6024.0 | 3.2 |
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder f, g en h, voor de nieuwbouw of herbouw van bedrijfsgebouwen op een andere locatie binnen het bouwperceel indien het bouwen in de voorste perceelgrens niet mogelijk of niet gewenst is gelet op de aanwezigheid van andere gebouwen op het bouwperceel.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder a, indien zulks voor een meer doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk blijkt en de bereikbaarheid ingeval van calamiteiten in voldoende mate kan worden gewaarborgd.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van perifere detailhandel op bouwpercelen gericht naar de Maasdamseweg mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - 1' zodanig te wijzigen dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het verwijderen van de aanduiding 'risicovolle inrichting', indien de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is opgeheven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de aanduiding 'bedrijfswoning' en ten behoeve van het wijzigen van de daarmee samenhangende toegestane categorie van bedrijfsactiviteiten in de omgeving, mits de betreffende bedrijfswoning niet langer als zodanig in gebruik is.