direct naar inhoud van Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Landelijk Gebied Binnenmaas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPLGBINNENMAAS-VG01

Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van een kampeerterrein;
  • b. horeca in de vorm van een restaurant en partycentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camping pors';
  • c. één bedrijfswoning met bijgebouwen per bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. mantelzorg in de bedrijfswoning is toegestaan;
    • 3. aan huis verbonden beroepen in de bedrijfswoning en de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan met een vloeroppervlakte van maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en bijgebouwen tot maximaal 50 m2 per bedrijfswoning;
    • 4. aan huis verbonden bedrijven in de bedrijfswoning en de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan met een vloeroppervlakte van maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en bijgebouwen tot maximaal 50 m2 per bedrijfswoning;
    • 5. bed & breakfast in de bedrijfswoning is toegestaan;
  • d. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:

a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camping de groene oase':

  • 1. binnen het bouwvlak:
    • a. gebouwen met een bouwhoogte van maximaal 7,5 m, een goothoogte van maximaal 5 m en een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 170 m2;
  • 2. binnen de hele aanduiding:
    • a. stacaravans met een bouwhoogte van maximaal 3,75 m en een oppervlakte van maximaal:
      • 35 m2 op een kavel kleiner dan 200 m2;
      • 45 m2 op een kavel groter dan 200 m2 en kleiner dan 300 m2;
      • 50 m2 op een kavel groter dan 300 m2;
    • b. per stacaravan één gebouw in de vorm van een bergruimte met een bouwhoogte van maximaal 3 m en een oppervlakte van maximaal 6 m2;
    • c. lichtmasten met een bouwhoogte van maximaal 8 m;
    • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m;

b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camping polderland':

  • 1. binnen het bouwvlak:
    • a. maximaal twee trekkershutten en één zomerhuisje met een bouwhoogte van maximaal 4 m, een goothoogte van maximaal 3 m en een oppervlakte per hut/huisje van maximaal 30 m2;
    • b. een bedrijfswoning met een bouwhoogte van maximaal 9 m en een goothoogte van maximaal 3 m;
    • c. overige gebouwen met een bouwhoogte van maximaal 7 m en een goothoogte van maximaal 4 m;
    • d. de gezamenlijke oppervlakte van alle gebouwen binnen het bouwvlak bedraagt maximaal 460 m2;
  • 2. binnen de hele aanduiding:
    • a. lichtmasten met een bouwhoogte van maximaal 8 m;
    • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m;

c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camping pors':

  • 1. binnen het bouwvlak:
    • a. één gebouw ten behoeve van het restaurant en partycentrum met een bouwhoogte van maximaal 5 m, een goothoogte van maximaal 3 m en een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 1.000 m2;
    • b. gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 6 m, een goothoogte van maximaal 3 m en een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 50 m2;
  • 2. binnen de hele aanduiding:
    • a. stacaravans met een bouwhoogte van maximaal 3,75 m en een oppervlakte van maximaal:
      • 35 m2 op een kavel kleiner dan 200 m2;
      • 45 m2 op een kavel groter dan 200 m2 en kleiner dan 300 m2;
      • 50 m2 op een kavel groter dan 300 m2;
    • b. per stacaravan één gebouw in de vorm van een bergruimte met een bouwhoogte van maximaal 3 m en een oppervlakte van maximaal 6 m2;
    • c. lichtmasten met een bouwhoogte van maximaal 8 m;
    • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m;

d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - Kilweg':

  • 1. binnen het bouwvlak:
    • a. gebouwen met een bouwhoogte van maximaal 10 m, een goothoogte van maximaal 6 m en een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 4% van het bouwvlak;
  • 2. binnen de hele aanduiding:
    • a. stacaravans met een bouwhoogte van maximaal 3,75 m en een oppervlakte van maximaal 80 m2:
    • b. per stacaravan één gebouw in de vorm van een bergruimte met een bouwhoogte van maximaal 3 m en een oppervlakte van maximaal 6 m2;
    • c. lichtmasten met een bouwhoogte van maximaal 8 m;
    • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 2 m;

e. een bedrijfswoning met bijgebouwen, met dien verstande dat:

  • 1. herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak;
  • 2. de inhoud van een bedrijfswoning met bijgebouwen gezamenlijk maximaal 775 m3 bedraagt dan wel de bestaande grotere inhoud;
  • 3. de goothoogte van bedrijfswoning maximaal 6 m bedraagt dan wel de bestaande grotere goothoogte;
  • 4. de bouwhoogte van bedrijfswoning maximaal 9 m bedraagt dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
  • 5. de goothoogte van bijgebouwen bij bedrijfswoning maximaal 3 m bedraagt dan wel de bestaande grotere goothoogte;
  • 6. de bouwhoogte van bijgebouwen bij bedrijfswoning maximaal 6 m bedraagt dan wel de bestaande grotere bouwhoogte.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Herbouw bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.2 sub e onder 1 voor de herbouw van een bedrijfswoning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de nieuwe locatie moet in stedenbouwkundig, ruimtelijk, milieuhygiënisch en/of verkeerstechnisch opzicht een verbetering ten opzichte van de oude locatie vormen;
  • b. er moet zekerheid bestaan omtrent het afbreken van de bestaande bedrijfswoning;
  • c. de herbouw dient qua verschijningsvorm aan te sluiten op de bouwvorm van de streekeigen bebouwing en op het landelijk karakter van het gebied;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
16.4 Afwijken van de gebruiksregels
16.4.1 Mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1 voor het toestaan van mantelzorg in bestaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning dan wel het toestaan van extra aan- of uitbouwen of vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak van de mantelzorg dient te worden aangetoond;
  • b. de oppervlakte aan extra gebouwen bedraagt maximaal 75 m2 en de bouwhoogte maximaal 3,5 m;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
16.4.2 Bed & breakfast in bijgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1 voor het toestaan van bed & breakfast in bestaande karakteristieke, historisch waardevolle bijgebouwen of vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de betreffende gebouwen vertonen een duidelijke ruimtelijke samenhang met het hoofdgebouw;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.