Plan: | Rembrandt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0584.BPWONEN2012016-VG99 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 luchtkwaliteitseisen. De Wm bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordening praktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.3 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.3 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig | ||
stikstofdioxide (NO2)1) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 | ||
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |||
fijn stof (PM10)2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | ||
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de grenswaarden die worden gesteld aan de luchtkwaliteit. Daarnaast wordt in het kader van een goede ruimtelijke ordening, vanuit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen
Op grond van het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen wordt de ontwikkeling van 'gevoelige bestemmingen', zoals een school of een verzorgingstehuis, in de nabijheid van snelwegen en provinciale wegen beperkt. Wanneer de grenswaarden voor fijn stof en stikstofoxide (dreigen te) worden overschreden binnen een zone van 300 m rond rijkswegen en 50 m rond provinciale wegen mag het aantal blootgestelden als gevolg van een ontwikkeling van een gevoelige bestemming niet toenemen. Voor bestaande gevoelige bestemmingen is een eenmalige toename van 10% van het totale aantal blootgestelden toegestaan.
Onderzoek
Zowel in de huidige situatie als in de situatie na uitvoering van het bestemmingsplan is er sprake van een zorgvoorziening met een capaciteit van circa 100 plaatsen voor bewoners in woongroepen dan wel voor revalidatie. Het bestemmingsplan maakt daarnaast de ontwikkeling van 73 gestapelde woningen (met lichte zorg) en maximaal 68 grondgebonden/beneden-bovenwoningen mogelijk. Deze ontwikkeling heeft gelet op de omvang het project een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde voor luchtkwaliteit. Dat betekent dat een toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege kan blijven.
Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Met behulp van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) kan voor diverse prognosejaren inzicht worden gegeven in de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 langs relevante wegen. De N217 vormt in dit geval de maatgevende weg voor luchtkwaliteit. Uit de monitoringstool blijkt dat de jaargemiddelde concentratie NO2 in de directe omgeving van de N217 in 2011 circa 26 µg/m³ bedraagt. Voor PM10 geldt dat de jaargemiddelde concentratie in 2011 circa 24 µg/m³ bedraagt. In deze concentraties is de bijdrage van overige bronnen in de omgeving verwerkt. Omdat in de directe omgeving van de N217 aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit wordt voldaan is dat ook in de rest van het plangebied het geval. Concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de afstand tot de weg toeneemt. In de prognosejaren 2015 en 2020 is sprake van afnemende jaargemiddelde concentraties als gevolg van een dalende achtergrondconcentratie zodat in deze jaren eveneens aan de grenswaarden wordt voldaan.
Conclusie
Ter plaatse van het plangebied wordt ruimschoots aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit voldaan. Op basis van de concentraties uit 2011 wordt tevens geconcludeerd dat het plan niet strijdig is met het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen. Omdat de concentraties luchtverontreinigende stoffen ruimschoots beneden de grenswaarden zijn gelegen, is er geen belemmering voor de herontwikkeling van de locatie binnen 50 m van de N217. De Wet milieubeheer, onderdeel luchtkwaliteit staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.