direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Rembrandt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPWONEN2012016-VG99

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gezondheidszorg, waaronder woon-zorgcombinaties en bijbehorende voorzieningen;
  • b. overige maatschappelijke voorzieningen;
  • c. ondersteunende horeca met een oppervlak van ten hoogste 200 m2;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - schoolplein', uitsluitend voor een schoolplein;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. gebouwen hebben een gezamenlijk vloeroppervlak van ten hoogste 9.500 m2;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a. zijn balkons met een diepte van ten hoogste 2,5 m buiten het bouwvlak toegestaan;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregel
  • a. Binnen de bestemming is de uitoefening van een beroep-aan-huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de voor beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 30% per woning bedragen, tot een maximum van 45 m²;
    • 2. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;
    • 3. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
    • 4. er mag geen milieu- of verkeershinder ontstaan;
    • 5. er mag geen gebruik worden gemaakt van reclame-uitingen;
    • 6. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel.
  • b. Onverminderd het bepaalde in lid 4.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting niet toegestaan.