direct naar inhoud van Artikel 27 Leiding - Leidingstrook
Plan: Buitengebied Oud-Beijerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPBUITEN2012001-VG99

Artikel 27 Leiding - Leidingstrook

27.1 Bestemmingsomschrijving
27.1.1 Algemeen

De voor Leiding - Leidingstrook aangewezen gronden zijn naast voor de andere daar geldende bestemming(en), tevens bestemd voor ondergrondse leidingen met daarbij behorende belemmeringenstrook voor:

  • a. het transport van:
    • 1. gas door een leiding;
    • 2. stikstof en waterstof door een leiding;
    • 3. olieproducten door een leiding;
  • b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  • c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
  • d. bijbehorende voorzieningen in de vorm van een drukregelstation.
27.1.2 Voorrang

De belangen van de in artikel 27.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende (enkel)bestemmingen (artikel 3 tot en met 19).

27.2 Bouwregels

Op de in artikel 27.1 bedoelde gronden mogen geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd.

27.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 27.1.1 en toestaan dat ten dienste van de daar voorkomende bestemmingen mag worden gebouwd, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.4.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in artikel 27.1.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals ontgronden, vergaven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen, mengen en/of het ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen, verwijderen of herstellen van ondergrondse leidingen of drainage;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere open of gesloten oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, vergraven, verruimen, verbreden of dempen van greppels, sloten, watergangen, vijvers en overige waterpartijen;
  • e. het aanbrengen van objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • f. het aanbrengen van oeverbeschoeiing;
  • g. het aanbrengen van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen welke dieper dan 30 cm wortelen;
  • h. het aanbrengen van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen welke hoger opgroeien dan 1,5 meter;
  • i. het rooien van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen;
  • j. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van voorwerpen in de bodem dieper dan 0,30 m.
  • k. het al dan niet tijdelijk opslaan van grond en/of goederen;
  • l. het plaatse van voorzieningen zoals o.a. tenten voor (incidentele) activiteiten zoals kermis, circus (sport) evenementen, rommelmarkten, braderieën, buurtfeesten, fancy fairs, festivals, stads- en/of regionale promotionele activiteiten.
27.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 27.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. van ondergeschikte betekenis zijn;
  • c. passen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en het bodemgebruik;
  • d. op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
27.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 wordt uitsluitend verleend indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende leiding.

27.4.4 Advies leidingbeheerder

Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.

27.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verkleinen, veranderen of verwijderen van de bestemming Leiding - Leidingstrook indien dit de Rijksbelangen niet schaadt.