direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: Buitengebied Oud-Beijerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPBUITEN2012001-VG99

Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Algemeen

De voor Recreatie - Verblijfsrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen in de vorm van kampeermiddelen als bedoeld in artikel 1.67, het bieden van nachtverblijf aan campinggasten, het aanbieden van nachtverblijf (met ontbijt) aan de bezoekers van bed & breakfastvoorzieningen, het houden van vergaderingen en dagopvang van ouderen), maximaal één bedrijfswoning en maximaal twee trekkershutten;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. horeca tot maximaal de bestaande oppervlakte, ten behoeve van het bieden van nachtverblijf aan campinggasten, het aanbieden van nachtverblijf (met ontbijt) aan de bezoekers van bed & breakfastkamers, ten behoeve van vergaderingen en de opvang van ouderen;
  • c. ondersteunende horeca in de categorie lichte horeca 1a als bedoeld in artikel 1.64;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. wegen en paden;
  • h. sanitaire voorzieningen;
  • i. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
  • j. verkeersvoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. bouwwerken.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • c. In afwijking van sub a mogen buiten het bouwvlak tevens twee trekkershutten worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale hoogte van 4 m.
11.2.2 Bedrijfswoningen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning (hoofdgebouw) bedraagt maximaal 750 m3 bedraagt dan wel de bestaande grotere inhoud;
  • c. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 7 m dan wel de bestaande grotere goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 10 m dan wel de bestaande grotere bouwhoogte;
  • e. een bedrijfswoning dient verplicht te worden voorzien van een kap met een helling tussen de 25 en 60 graden;
  • f. herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan in of achter (het verlengde van) de voorgevel van de bestaande woning.
11.2.3 Erfbebouwing bij de bedrijfswoning
  • a. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd waarbij geldt dat:
    • 1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede laag van het hoofdgebouw tot een maximum van 4 m;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • b. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning mogen overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd waarbij geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf, tot een maximum van:
    • 1. voor percelen met een oppervlakte die kleiner is dan 500 m2: 50 m2;
    • 2. voor percelen met een oppervlakte die ligt tussen 500 m2 en 750 m2: 62,5 m2;
    • 3. voor percelen met een oppervlakte die ligt tussen 750 m2 en 1.000 m2: 75 m2;
    • 4. voor percelen met een oppervlakte die groter is dan 1.000 m2: 100 m2.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bouwregels:

  • a. Bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor en tot 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vanaf 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
11.3 Specifieke gebruiksregels
11.3.1 Permanente bewoning

Onder een strijdig gebruik van de gronden als bedoeld in artikel 11.1 wordt in ieder geval het verstaan het (laten) gebruik(en) van gronden ten behoeve van permanente bewoning.

11.3.2 Landschappelijke inpassing

De camping dient landschappelijk te zijn ingepast conform het inrichtings- en beplantingsplan, als opgenomen op pagina 11 en bijlage 1 van de ruimtelijke onderbouwing (besluit 26 januari jo. 11 juni 2010, 2e Kruisweg 1a).

11.3.3 Kampeermiddelen

De gronden als bedoeld onder artikel 11.1.1 mogen in de periode van 1 november tot en met 15 maart niet worden gebruikt voor de plaatsing van kampeermiddelen.

11.3.4 Specifieke voorwaarden

Er mag maximaal 110 m2 bebouwing gebruikt worden voor ontmoetingsruimte/keuken/ dagopvang van ouderen; er mag maximaal 25 m2 bebouwing gebruikt worden voor een vergaderzaal.

11.3.5 Parkeerterrein

Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' dient het parkeerterrein een capaciteit te hebben van ten minste 47 parkeerplaatsen.