Plan: | Ooltgensplaat dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0580.OFLooplaatdorp11-BP40 |
Figuur 3.1: Ligging plangebied in 1903.
In 1966 werden de gemeenten Oude-Tonge, Den Bommel en Ooltgensplaat samengevoegd tot de gemeente Oostflakkee.
Het dorp Ooltgensplaat heeft een lange geschiedenis en kent een historische opbouw. Ooltgensplaat heeft een wapen als symbool voor het dorp. Het wapen symboliseert het wapen van de heerlijkheid in combinatie met het visserssymbool. Bij dit wapen hoort een gezegde: ''Van lazuur, beladen met een schip van goud, zeilende tegen een plaat of zandbank op een zee van sijnople en zilver; en chef van goud, beladen met drie banden van keel''.
Kenmerkend voor de historische havendorpen is de verbondenheid met het open water. De dijk vormt de grens tussen binnen- en buitendijkse gebied. Karakteristiek voor het dorp Ooltgensplaat is dat het dorp achter een hoge dijk ligt. De dijk vormt een rug in het gebied.
In het verleden was de Haven de toegang en vormde de Kaai met het raadhuis de entree van het dorp. Het verkeer kwam over water via de Havenkreek het dorp binnen gevaren. De buitendijks gelegen Kaai en de Haven vormden toen de voorzijde van het dorp. Van daaruit leidde de Voorstraat naar de woonkern, de kerk met zijn singel en de radiale landwegen. De plaats waar de dijken bij elkaar komen is een belangrijk punt in het dorp. Dit punt vormt een herkenningspunt vanaf het water.
Visueel bepalen de toren van de kerk en de Kaai, met het monumentale raadhuis, het gezicht van de oude kern. De kern is ontstaan uit de Haven en Kaai, de Voorstraat en de kerk met de Kerkring. Aan de Voorstraat woonden de gegoede burgers en langs de Noord- en Zuid-Achterweg werden de agrarische bebouwing en arbeiderswoningen gebouwd.
De historische kern bestaat uit drie belangrijke elementen:
De oude kern ligt binnen een verdedigingswal. De kerk en het kerkhof zijn omsloten door de Kerksingel. Deze plek bleef droog ten tijde van de watersnood en dijkdoorbraak. Vanuit de kerkring ontwikkelde de nederzetting zich straalsgewijs langs natuurlijke wegen.
Het dorp is één geheel, maar heeft daarbinnen een afwisseling van woonmilieus. Kenmerkend voor de oude kern is het onderscheid in type bebouwing aan de Kerksingel en aan de Voorstraat. Aan de Kerkring is de bebouwing laag en is de architectuur eenvoudig. Veelal ligt de kap evenwijdig aan de voorgevel. Aan de Voorstraat is de bebouwing hoger.
Na de tweede wereld oorlog heeft nieuwbouw voornamelijk plaatsgevonden buiten de verdedigingswal aan de westzijde van de oude kom, grenzend aan het akkerland. Het dorp is in fasen uitgebreid aan beide zijden van de Langeweg. De naoorlogse woningcomplexen vertonen een samenhang en bieden een aangenaam milieu.
Verder is het in het kader van cultuurhistorie van belang om te zien dat het buitengebied tot nu toe ver doorloopt richting het oude centrum. Het gebied tussen de Weesmolenstraat en de Dorpsdijk is grotendeels onbebouwd gebleven. Verder zijn het Fort Prins Frederik, de redoutes en liniewal als restant van de vroegere verdedigingswerken het meest belangrijk.