Plan: | Oude-Tonge |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0580.OFLOudeTonge10-BP40 |
Cultuurhistorie
Oude-Tonge beschikt over 4 rijksmonumenten die worden beschermd door de Monumentenwet 1988. Dit zijn Molen de Korenbloem, de N.H.-kerk, de toren van de N.H.-kerk en de r.k.-kerk. Deze staan hierna weergegeven. In het plangebied zijn verder geen provinciale noch gemeentelijke monumenten aanwezig. Echter, er zijn in de oude dorpskern en langs de bebouwingslinten 51 MIP (Monumenten Inventarisatie Panden) panden te vinden. Deze panden zijn wat betreft de stedelijke uitbreiding in de 19e en 20e eeuw mede bepalend geweest in de toekenning van gebieden met bijzondere waarden.
Voor de oude kern met lintbebouwing van Oude-Tonge geldt een 'redelijk hoge waarde' wat betreft de historische-landschappelijke lijnen. Het gaat hier om de dijken nabij de Kaai, de Voorstraat en de Kolfweg.
De Korenbloem
Molen 'de Korenbloem' werd in 1748 gebouwd. In 1889 werd de molen gekocht door de familie Van Schelven en in 1982 doorverkocht aan de familie Star. Omstreeks 1988 werd de molen aan de gemeente Oostflakkee verkocht. Nog datzelfde jaar werd de Korenbloem overgedragen aan de Molenstichting Goeree-Overflakkee. In dat jaar is tevens de restauratie van de molen begonnen.
De molen is gelegen aan de rand van Oude-Tonge op een betrekkelijk hoge dijk, de Molendijk. De zichtbaarheid vanuit alle richtingen geeft deze molen extra waarde. Deze zichtbaarheid wordt daarbij beschermd door een molenbiotoop, om hoogbouw binnen een bepaalde afstand onmogelijk te maken. Met deze molenbiotoop wordt eveneens een vrije windvang gewaarborgd.
N.H.-kerk en toren
Eind 15e eeuw stichtte de jezuïet Johannes Veer in Oude-Tonge een nieuwe kerk. Deze N.H.-kerk is een tweebeukig schip en heeft een gedeeltelijk ingebouwde toren. De toren dateert uit het begin van de 16e eeuw. De kerk is te vinden aan de kerkring, zoals gebruikelijk is bij middeleeuwse dorpen op Goeree-Overflakkee. De oude kern van Oude-Tonge is namelijk gebouwd volgens het stedenbouwkundig principe 'voorstraat-nederzetting'.
De toren van de Nederlands Hervormde kerk is als apart monument benoemd. Het betreft een half ingebouwde toren, waarvan de klokkenverdieping versierd is met drie spitsboognissen in ieder gevelvlak. De restauratie van de toren is voltooid in 1967, waarbij de toren een bekroning in de 17e-eeuwse trant kreeg.
R.k.'Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart'-kerk
Parochiekerk 'Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart' is in 1897-1898 gebouwd naar ontwerp van Jos Th. Cuypers in neogotische stijl als opvolger van de oude parochiekerk uit 1759 aan de Achterweg. De pseudobasiliek is opgetrokken in baksteen vanuit een L-vormige plattegrond.
Een deel van de oorspronkelijke muurschilderingen van C.A. Dunselman is in 1941-1942 vervangen door schilderingen van Asperlagh en na de watersnoodramp van 1953 zijn de overige schilderingen van Dunselman met witte verf overschilderd.
Archeologie
Wet archeologische monumentenzorg
Op 1 september 2007 is de wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Hiermee worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.
Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Regionaal beleid
De gemeenten op Goeree-Overflakkee hebben in samenwerking met het ISGO archeologiebeleid voor Goeree-Overflakkee opgesteld. De beleidsnota behandelt het wettelijk en beleidsmatig kader. De nota geeft aan hoe de gemeenten op Goeree-Overflakkee op een efficiënte en verantwoorde wijze in de toekomst om kunnen gaan met het archeologisch erfgoed. De gemeenten op Goeree-Overflakkee streven er naar om het bodemarchief zoveel mogelijk in situ te bewaren. Bekende archeologische waarden worden door planaanpassing zoveel mogelijk ontzien. Zodoende kunnen archeologische waarden behouden blijven en worden opgravingskosten uitgespaard. Om het archeologisch erfgoed zo goed mogelijk te behouden en planaanpassing te kunnen realiseren, dienen archeologische informatie en belangen zo vroeg mogelijk te worden ingebracht en worden meegewogen in het proces van ruimtelijke ordening. Indien behoud van het bodemarchief niet mogelijk is, dient het gedocumenteerd te worden ('behoud ex situ').
Bij de beleidsnota hoort ook een Archeologische Waardenkaart, die bestaat uit een kaart met kenmerken en een waarden- en beleidskaart. Op basis hiervan is in 2010 de 'Beleidskaart archeologie Goeree-Overflakkee' gemaakt.
De regionale beleidskaart geeft aan dat het grootste deel van het plangebied is gelegen in een gebied met een lage kans op archeologische sporen. Alleen de oude dorpskern (begrensd door de Molendijk, Oostdijk, Oost-Achterweg, Bernhardstraat, Hilstraat en Nieuwstraat) is gelegen in een gebied met een grote kans op archeologische sporen. Het gaat bij stad- en dorpkernen vrijwel altijd om de in de bodem bewaard gebleven resten van middeleeuwse bebouwing.
Figuur 3.3 Fragment Beleidskaart archeologie Goeree-Overflakkee
Door de aanwezigheid van de archeologische verwachting, is het bij bodemverstorende werkzaamheden met een oppervlak van meer dan 100 m² en dieper dan 0,3 m (waarde 3 uit figuur 3.3) of van meer dan 500 m2 en dieper dan 0,5 m (waarde 4 uit figuur 3.3) noodzakelijk een verkennend archeologisch onderzoek uit te voeren voordat eventuele nieuwe bouwactiviteiten plaatsvinden. Met archeologische dubbelbestemmingen wordt hiermee rekening gehouden in dit bestemmingsplan.