Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste de voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':
aanduiding
|
SBI-code
|
uit ten hoogste milieucategorie
|
specifieke vorm van bedrijf - 1
|
45
|
3.2
|
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': uitsluitend verkoop van moterbrandstoffen, exclusief lpg;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': uitsluitend een gemaal;
-
f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
4.2.1 Gebouwen
-
a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
-
b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
-
c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
-
d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
-
e. per bedrijf is 1 bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat de maximale inhoud van de bedrijfswoning ten hoogste 650 m³ bedraagt;
-
f. de totale oppervlakte van aan-, uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 50 m²;
-
g. de bouwhoogte van bijgebouwen bij (bedrijfs)woningen bedraagt ten hoogste 3 m;
-
h. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de begane grondlaag van het gebouw waartegen wordt aangebouwd + 0,25 m en de hoogte ten hoogste de hoogte van het gebouw waartegen wordt aangebouwd + 0,25 m;
-
i. de (bedrijfs)woning dient te worden afgedekt met een kap met een dakhelling tussen de 25 en 55 graden.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt binnen het bouwvlak ten hoogste 3 m;
-
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt buiten het bouwvlak ten hoogste 2 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
-
a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
-
c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
-
d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
-
e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
-
f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:
-
a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
-
b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van gronden bestemd voor Bedrijf, met toepassing van artikel 3.6. Wro wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen', zoals bedoeld in artikel 12 en 16 met dien verstande dat:
-
a. de bedrijfsactiviteiten ter plaatse dienen te zijn beëindigd;
-
b. het aantal woningen per bedrijf ten hoogste één bedraagt;
-
c. wijziging uitsluitend plaatsvindt indien de bodem geschikt is gebleken voor de beoogde functiewijziging;
-
d. na wijziging de planregels van de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' op de gronden van toepassing zijn.